Taal thema 4 week 3 groep 4

Taal
We gaan oefenen met de onderwerpen en themawoorden van thema 4 week 3!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Taal
We gaan oefenen met de onderwerpen en themawoorden van thema 4 week 3!

Slide 1 - Tekstslide

Neem je taalboek blz. 126
samen lezen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is 'de volgorde'?
A
De manier waarop dingen na elkaar komen.
B
Tegengesteld of omgekeerd.
C
tegenwoordig
D
geduld

Slide 3 - Quizvraag

Wat is 'één voor één'?
A
Tegengesteld of omgekeerd.
B
De manier waarop dingen na elkaar komen.
C
Na elkaar, niet allemaal tegelijk.
D
Iets op volgorde zetten.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is 'andersom'?
A
Tegengesteld of omgekeerd.
B
schrappen
C
Na elkaar, niet allemaal tegelijk.
D
De manier waarop dingen na elkaar komen.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is 'rangschikken'?
A
Na elkaar, niet allemaal tegelijk.
B
Tegengesteld of omgekeerd.
C
Iets op volgorde zetten.
D
Afmeting van iets, bijvoorbeeld de lengte.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is 'de afmeting van iets, bijvoorbeeld de lengte'?
A
andersom
B
de grootte
C
de volgorde
D
het geduld

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor 'nu'?
A
voortaan
B
rangschikken
C
de grootte
D
tegenwoordig

Slide 8 - Quizvraag

Wat is 'het aanbreken van de ochtend'?
A
Het beginnen van de dag.
B
Het eindigen van de dag, het beginnen van de avond.
C
Vanaf nu.
D
Een bepaald punt in de tijd.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is 'het vallen van de avond'?
A
Vanaf nu.
B
Het beginnen van de dag.
C
Het eindigen van de dag, het beginnen van de avond.
D
Doorstrepen.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is 'het geduld'?
A
Een bepaald punt in de tijd.
B
Vanaf nu.
C
Als je geduld hebt, kun je goed wachten.
D
Iets op volgorde zetten.

Slide 11 - Quizvraag

Klankgroepen
Je kunt een woord verdelen in klankgroepen.
In een klankgroep staat altijd een klinker. 

vis heeft één klankgroep: vis
meester heeft twee klankgroepen: mees + ter

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel klankgroepen heeft het woord: appel?
A
één
B
twee
C
drie
D
vier

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel klankgroepen heeft het woord: iPad?
A
één
B
twee
C
drie
D
vier

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel klankgroepen heeft het woord: jas?
A
één
B
twee
C
drie
D
vier

Slide 15 - Quizvraag

Welk woord heeft drie klankgroepen?
A
LessonUp
B
mand
C
bordje
D
koptelefoon

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord heeft twee klankgroepen?
A
kleur
B
mannetje
C
hand
D
potlood

Slide 17 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een woord met één klankgroep

Slide 18 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een woord met twee klankgroepen

Slide 19 - Open vraag

Welke zin is goed geschreven?
A
de man loopt naar huis.
B
De man loopt naar huis
C
De man loopt naar huis.
D
de Man loopt naar Huis.

Slide 20 - Quizvraag

Welke zin is goed geschreven?
A
Wij hebben een spel gespeeld.
B
Wij hebben een spel gespeeld
C
wij hebben een spel Gespeeld.
D
wij hebben een spel gespeeld

Slide 21 - Quizvraag

Maak een goede zin met deze woorden:
ik - eten - boterham
(Let op de hoofdletter en punt!)

Slide 22 - Open vraag

Spelling

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Wat is de goede spelling van het woord ?
A
gebak
B
gubak

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de goede spelling van het woord ?
A
vurkeer
B
verkeer

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de goede spelling van het woord ?
A
buzoek
B
bezoek

Slide 27 - Quizvraag

Maak nu in spelling
blz. 68- 69 nr. 1 en 2
blz. 70-71 nr. 1 en 2

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link