3.3.1 De seizoenen

Paragraaf 3.3
De seizoenen


leerdoelen:
- Je weet dat de aarde schuin staat
- Je begrijpt hoe de seizoenen veroorzaakt worden door de schuine stand van de aarde

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 3.3
De seizoenen


leerdoelen:
- Je weet dat de aarde schuin staat
- Je begrijpt hoe de seizoenen veroorzaakt worden door de schuine stand van de aarde

Slide 1 - Tekstslide

even heel eerlijk: heb je de tekst van paragraaf 3.1 en 3.2 al grondig en goed doorgelezen?
A
Natuurlijk meneer, al 15 keer!
B
Nee eigenlijk, niet AK is stom
C
Ja, dat heb ik gedaan
D
Nee, om heel eerlijk te zijn, dat heb ik niet.

Slide 2 - Quizvraag

Paragraaf 3.3
De seizoenen


we gaan het hebben over de seizoenen. waarom hebben we eigenlijk een winter en een zomer? wat is hier de oorzaak van?

Om dit te leren gaan we tegelijkertijd oefenen met manieren van denken voor de toest.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de oorzaak van de warmte op aarde?
A
De atmosfeer
B
De zee
C
De zon
D
De aardkern

Slide 4 - Quizvraag

hoe verder van de evenaar hoe mee oppervlak de zon moet verwarmen. dus hoe verder van de evenaar:
A
hoe kouder
B
hoe warmer
C
hoe droger
D
hoe zonniger

Slide 5 - Quizvraag

dus hoe minder energie van de zon op een stuk aarde komt hoe kouder....toch?
A
Klopt helemaal, super logisch
B
Nee, ja, misschien, ik snap het niet
C
Ja denk ik.
D
Nee energie van de zon heeft er niks mee te maken.

Slide 6 - Quizvraag

Overdag is het warmer dan in de nacht. hoe komt dat?

Slide 7 - Open vraag

Ik weet het volgende: in de zomer is het warmer, in de winter is het kouder. Op basis van de vorige vragen kan ik dus stellen dat er in de zomer meer energie van de zon word omgezet in warmte.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Ook heb weet ik dat wanneer de zon meer recht boven een plek staat het warmer is. Dit komt opdat de zon een kleiner oppervlak hoeft te verwarmen. Dit betekend dus dat in de zomer de zon rechter boven ons staat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

De stand op 21 maart en 21 september

Slide 11 - Tekstslide

De stand op 21 juni. (ZOMER)

Slide 12 - Tekstslide

Dus met de winter is het andersom

Slide 13 - Tekstslide

Einde uitleg
Maak opdracht 1, 2, 3, 5, 6 en 7 van paragraaf 3.3

Slide 14 - Tekstslide

Paragraaf 3.3
De seizoenen


leerdoelen:
- Je weet dat de aarde schuin staat
- Je begrijpt hoe de seizoenen veroorzaakt worden door de schuine stand van de aarde
-je weet beter hoe je moet leren voor AK

Slide 15 - Tekstslide