1.3 Ademhalen

Ademhalen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ademhalen

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Vragen over paragraaf 1.2?
Nakijken huiswerk paragraaf 1.2
Uitleg paragraaf 1.3
Maken opdrachten 1-4

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de werking van de longblaasjes beschrijven.
Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.
Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.

Slide 3 - Tekstslide

1.2 Het ademhalingsstelsel
middenrif
neusslijmvlies
trilharen
huig
strotklepje
luchtpijp
bronchiën
longblaasjes 

Slide 4 - Tekstslide

Longblaasjes
Aan het eind van de bronchiën

Om longblaasjes zitten longhaarvaten

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Longhaarvaten
In longblaasjes zit lucht (zuurstof)
In de longhaarvaten zit bloed

Zuurstof en koolstofdioxide kunnen door de wand van de longblaasjes heen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Inademen
  1. Tussenribspieren en middenrifspieren trekken samen.
  2. Ribben kantelen omhoog en het middenrif wordt plat. 
  3. Borstholte en je longen worden groter. 
  4. Lucht in je longen krijgt meer ruimte, daardoor neemt de luchtdruk in je longen af. 
  5. Lucht stroomt vanzelf naar binnen: je ademt in. 

Slide 9 - Tekstslide

Uitademen

  1. Tussenribspieren en middenrifspieren ontspannen.
  2. Ribben zakken naar beneden. Het middenrif wordt bol.
  3. Borstholte en longen worden kleiner.
  4. Lucht in je longen krijgt minder ruimte, luchtdruk neemt toe.
  5. Lucht stroomt naar buiten: je ademt uit. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Uitwisseling van zuurstof en koostofdioxide met bloed vindt plaats in
A
Bronchiën
B
Longblaasjes
C
Longhaarvaten
D
Luchtpijptakjes

Slide 13 - Quizvraag

Eén van de redenen waarom de gaswisseling snel kan verlopen is omdat
A
Er veel longblaasjes zijn
B
Er veel longhaarvaten zijn
C
De longblaasjes een heel dikke wand hebben
D
De luchtwegen schoon gehouden worden

Slide 14 - Quizvraag

Gaswisseling
Zuurstof en koolstofdioxide zijn gassen

Zuurstof gaat van de longblaasjes naar de bloedvaten
Koolstofdioxide gaat van de bloedvaten naar het longblaasjes

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Waar vindt gaswisseling plaats?
A
Luchtpijp
B
Long
C
Keelholte
D
Longblaasje

Slide 17 - Quizvraag

Verbranding
brandstof + zuurstof > water + koolstofdioxide + energie

Zuurstof adem je in
Koolstofdioxide adem je uit na de verbranding in de cellen

Slide 18 - Tekstslide

Ademhalen
Je gebruikt de ademhalingsspieren
middenrif, buikspieren en tussenribspieren

Slide 19 - Tekstslide

Ademhalingsspieren

Slide 20 - Tekstslide

Ademhaling
2 soorten ademhaling

  • borstademhaling
  • buikademhaling

Slide 21 - Tekstslide

Borstademhaling
ribben en borstbeen bewegen

inademen: tussenribspieren spannen aan, ribben en borstbeen bewegen omhoog, longen worden groter

uitademen: tussenribspieren ontspannen, ribben en borstbeen bewegen omlaag, longen worden kleiner

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Buikademhaling
middenrif en buikwand bewegen

inademen: middenrif trekt samen en beweegt omlaag, borstholte wordt groter, longen worden groter

uitademen: middenrif ontspant en beweegt omhoog, borstholte en longen worden kleiner

Slide 24 - Tekstslide

Typen ademhalen
Borstademhaling (ribademhaling): 
Je ribben bewegen omhoog en omlaag. Spieren tussen je ribben trekken samen.
Buikademhaling (middenrifademhaling):
Je middenrif beweegt omhoog en omlaag. Spieren aan de onderkant van je middenrif trekken samen.

Slide 25 - Tekstslide

Ribademhaling heet ook wel
A
Middenrifademhaling
B
Borstademhaling
C
Buikademhaling
D
Longademhaling

Slide 26 - Quizvraag

Waarbij hoort de volgende waarneming:
"De tussenribspieren trekken samen."
A
Inademing bij borstademhaling
B
Uitademing bij borstademhaling
C
Inademing bij buikademhaling
D
Uitademing bij buikademhaling

Slide 27 - Quizvraag

Bij welke adembeweging beweegt de buikwand naar voren?
A
Bij inademing door middel van borstademhaling.
B
Bij inademing door middel van buikademhaling.
C
Bij uitademing door middel van borstademhaling.
D
Bij uitademing door middel van buikademhaling.

Slide 28 - Quizvraag

Welke spieren zijn er betrokken bij de borstademhaling
A
middenrifspieren
B
tussenribspieren
C
middenrifspieren en tussenribspieren
D
geen van deze spieren

Slide 29 - Quizvraag

Wat doen de spieren rond het middenrif tijdens buikademhaling?
A
Die trekken plat
B
Die zetten uit

Slide 30 - Quizvraag

Je hebt twee soorten ademhaling, borst- en buikademhaling. Bij welke ademhaling speelt de middenrif een grote rol?
A
Borstademhaling
B
Buikademhaling

Slide 31 - Quizvraag

Zet de stappen van inademen in de goede volgorde
Lucht stroomt je longen in
Je borstholte en longen worden groter
Tussenribspieren en middenrifspieren trekken samen
Luchtdruk in je longen neemt af
Ribben kantelen omhoog en middenrif wordt plat

Slide 32 - Sleepvraag

Zet de stappen van uitademen in de goede volgorde
Je borstholte en longen worden kleiner
Lucht stroomt naar buiten
Tussenribspieren en middenrifspieren ontspannen
Luchtdruk in je longen neemt toe
Ribben zakken naar beneden en middenrif wordt bol

Slide 33 - Sleepvraag

Slide 34 - Video