1.1 Elektrische stroom

3 K NaSk
Hoofdstuk:
1

Paragraaf:
1. Elektrische stroom

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3 K NaSk
Hoofdstuk:
1

Paragraaf:
1. Elektrische stroom

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Vragen over uitleg vorige keer
  • Voorkennis maken in het boek
  • Bespreken voorkennis
  • Uitleg paragraaf 1
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Wil je een apparaat AAN hebben, dan moet de stroomkring ............ zijn.
A
open
B
gesloten

Slide 3 - Quizvraag

Een stof die goed geleidt is:..
A
Koperdraad
B
Rubber
C
Schoenen
D
Plastic

Slide 4 - Quizvraag

Een stof die goed isoleert is:..
A
Metalen
B
Rubber
C
Koperdraden

Slide 5 - Quizvraag

De eenheid van stroomsterkte is Ampère
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Werken
kader
wat?
zelfst. werken
hoe?
vraag 1 tm 8

blz 8 tm 9 
tijd?
10 min
hulp?
tweetal
docent loopt hulpronde
klaar?
extra?
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Bespreken voorkennis

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg
kader
wat?
uitleg over elektriciteit
gedrag
leerling
- opletten
- aantekeningen maken
- vragen stellen
tijd?
ca. 10 min

Slide 9 - Tekstslide

Titel
Lesdoel;
Begrippen; Forules
Je kunt met een model uitleggen hoe een elektrische stroom rond stroomt

Je kunt aangeven hoe je een stroommeter moet schakelen

Je kunt uitleggen dat de stroomsterkte in een serieschakeling op alle plaatsen even groot is

Je kunt stroomsterktes in parallelschakelingen berekenen.

Gesloten stroomkring
Serieschakeling
Parallelschakeling
Stroommeter
Totale stroomsterkte



Formules:
Itot= I1+I2+ ..... 

Slide 10 - Tekstslide

1.1 Elektrische stroom
Elektrische stroom in een draad bestaat uit bewegende elektronen.
De spanningsbron pompt de elektrische stroom rond.
Er verdwijnen geen elektronen.

Als de stroomkring gesloten is dan brand het lampje

Slide 11 - Tekstslide

1.1 Elektrische stroom

Slide 12 - Tekstslide

stroommeter aansluiten - schema
1

Slide 13 - Tekstslide

1.1 Stroommeter aflezen
Je schrijft dit als: 

I = 0,015 A





I = 0,32 A

Slide 14 - Tekstslide

1.1 stroomsterkte in serie, parallel en gemengd
Parallel
Serie
Gemengd
1      0,3 A
2     0,15 A
3     0,15 A

Slide 15 - Tekstslide

1.1 stroomsterkte in serie, parallel en gemengd
Parallel
Serie
Stroomsterkte parallel:
Itot = I1+I2+I3 + .......
Stroomsterkte serie:
Itot = I1 = I2= I3 = .......
Is de stroomsterkte over alle lampjes hier altijd gelijk?

Slide 16 - Tekstslide

Elektrische stroom is:
A
Hoeveel spanning er door de draad gaat
B
Hoeveel elektronen er door de draad gaan
C
Hoeveel spanning er op de draad staat
D
Hoeveel elektronen er op de draad staat

Slide 17 - Quizvraag

De eenheid van elektrische stroom is...
A
volt
B
ampère
C
watt

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het symbool voor een Stroommeter ?
A
B
C
D

Slide 19 - Quizvraag

Wat stroomt er bij elektrische stroom?
A
moleculen
B
atomen
C
elektronen
D
protonen

Slide 20 - Quizvraag


Serie of parallel?
A
Dit is een serieschakeling
B
Dit is een parallelschakeling

Slide 21 - Quizvraag

Het symbool voor de elektrische stroom is
A
U
B
I
C
A
D
R

Slide 22 - Quizvraag

Kan de stroommeter ook aan de andere kant?
A
Ja, de stroomsterkte is daar hetzelfde
B
Nee, de stroomsterkte is daar anders
C
Nee, de stroommeter kan maar op 1 plek.

Slide 23 - Quizvraag

Serie of parallel schakeling?
A
Serie
B
Parallel

Slide 24 - Quizvraag

Hoe ging het vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Werken
kader
wat?
zelfst. werken
hoe?
vraag 1 tm 14

blz 14 tm 19 
tijd?
15 min
hulp?
tweetal
docent loopt hulpronde
klaar?
extra?
timer
1:00

Slide 26 - Tekstslide