Delend lidwoord
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Sleep de delend lidwoorden naar de juiste zinnen.
Je mange ... croissants.
Elle boit ... eau minérale.
Ils achètent ... pain.
Elle n'a pas ... chips.
On a peu ... argent
du
d'
de
des
de l'
Slide 9 - Sleepvraag
Vul het juiste delend lidwoord in:
'Ma mère achète......pain
'Ma mère achète......pain
A
des
B
de la
C
du
D
de
Slide 10 - Quizvraag
Vul het juiste delend lidwoord in:
Je mange ...... soupe.
Je mange ...... soupe.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 11 - Quizvraag
Geef het juiste delend lidwoord.
'Elle prend ..... lait.'
'Elle prend ..... lait.'
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 12 - Quizvraag
Vul het juiste delend lidwoord in:
Je bois ...... eau.
Je bois ...... eau.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 13 - Quizvraag
Vul het juiste delend lidwoord in:
Je mange ...... frites.
Je mange ...... frites.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 14 - Quizvraag
Vul het juiste delend lidwoord in:
Je prends ...... jus d'orange.
Je prends ...... jus d'orange.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 15 - Quizvraag
Vul het juiste delend lidwoord in:
Je mange ...... croissants.
Je mange ...... croissants.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 16 - Quizvraag
Tu veux ... coca ?
Kies het juiste delend lidwoord.
Kies het juiste delend lidwoord.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 17 - Quizvraag
Je prends ..... vin (le)
(Kies het goede delend lidwoord)
(Kies het goede delend lidwoord)
A
de la
B
du
C
de l'
D
des
Slide 18 - Quizvraag
Je prends ..... poisson.
(Kies het goede delend lidwoord)
(Kies het goede delend lidwoord)
A
de la
B
de l'
C
du
D
des
