Antwoorden vragen 14 t/m 18
14. minder mest, bloemen langs akker, weiland later maaien of poelen voor amfibiën aanleggen.
15. verontreiniging opruimen, doorgangen voor vissen maken (bijv. vistrap), oevers minder stijl maken voor betere groei oeverplanten, sluizen op kier (natuurlijke overgang zoet - zout water).
16. honingbij: zelfde voedsel als wilde bij. Wilde bij kan daardoor een te kort aan voedsel krijgen.
17. meer bloeiende planten aanplanten, bijenhotel plaatsen, minder/geen gif gebruiken
18. door afschot daalt het aantal zwijnen, dan is er meer voedsel voor de overblijvende zwijnen. Zij worden daardoor meer vruchtbaar waardoor de populatie kan groeien.