Kader 3 | paragraaf 2.3

Economie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Economie

Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen....... (deel 1)
Paragraaf 2.1
  • 3 taken consumentenorganisatie;
  • Onafhankelijk en betrouwbaar;
  • Keurmerk;
  • Prijsverschil uitrekenen.
   Bol.com      Mediamarkt
   €  899           € 949
Hoeveel % is MM duurder
dán Bol.com?

Slide 2 - Tekstslide

Vervolg rekenvraag
Stap 1: verschil uitrekenen
€ 949 - € 899 = € 50 verschil

Stap 2: verschil vergelijken met Bol.com
€ 50 : € 899 x 100 = 5,6 %




Slide 3 - Tekstslide

Even herhalen...... (deel 2)
 Paragraaf 2.2

Pak je telefoon, het is quiz-tijd.

Slide 4 - Tekstslide

Wat regelt het consumentenrecht?
timer
0:15
A
Hoe consumenten producten kunnen kopen via het internet
B
Beschermt consumenten bij aankoop van producten
C
Waar consumenten een klacht kunnen indienen
D
Binnen hoeveel tijd je spullen kunt retourneren

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een "deugdelijk product"?
timer
0:15
A
Een product die bij normaal gebruik een bepaalde tijd moet meegaan
B
Een product dat niet schadelijk is voor je gezondheid.
C
Een product waarvoor je geen 18 hoeft te zijn om te mogen kopen.
D
Een product met een goede prijs en kwaliteit.

Slide 6 - Quizvraag

De warenwet is
timer
0:15
A
De mensen die voedsel controleren
B
De mensen die de waarde controleren van een product
C
De wet waarin staat dat voedsel en andere producten niet schadelijk mogen zijn
D
De wet waarin staat dat een product voor eerlijke waarde verkocht moet worden

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van gevolgschade o.g.v de Wet productaansprakelijkheid?
timer
0:15
A
Het product werkt niet en je wilt je geld terug.
B
Het product bevat teveel pesticiden en wordt daarom teruggeroepen.
C
Na het wassen met een wasmiddel zijn je kleren verkleurd. Je wilt de schade verhalen op de producent.
D
Het fruit is over datum. Je gaat terug naar de groenteboer en eist je geld terug.

Slide 8 - Quizvraag

Welke wet zorgt voor een bedenktijd voor verkoop via internet en telefoon?
timer
0:15
A
Wet koop op afstand
B
Colportage wet
C
Warenwet
D
Wet productaansprakelijkheid

Slide 9 - Quizvraag

NVWA is de afkorting van
timer
0:15
A
Nederlandse vereniging water afname
B
Nederlandse Vereniging Waren Afname
C
Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit
D
Nieuwe Vakvereniging Waren Autoriteit

Slide 10 - Quizvraag

De ACM is een overheidsinstelling. Waar ziet de ACM onder andere op toe?
timer
0:15
A
Dat bedrijven niet te duur, zodat de consument een eerlijke prijs betaalt.
B
Dat consumentenbelangen worden beschermd en dat bedrijven eerlijk met elkaar concurreren.
C
Dat producentenbelangen worden beschermd.
D
Dat consumentenbelangen worden beschermd.

Slide 11 - Quizvraag

LEERDOELEN....
Aan het einde van de les weet je:
  • Wat de woningmarkt is;
  • Wanneer je recht hebt op huurtoeslag;
  • Welke kosten je hebt als je een woning koopt;
  • Wat een hypothecaire lening is;
  • Welke belastingen je betaalt als inwoner van een gemeente.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Woningmarkt

Slide 14 - Tekstslide

Woningcorporaties 
Verschil sociale huur en vrije sector?

Slide 15 - Tekstslide

Kun je de huur betalen......?
  • Rechten en plichten van huurder en verhuurder
  • Huurtoeslag

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag....

Wat
Opdracht 1 t/m 5
Hoe
Individueel
Hulp
Tekstblokken in het boek 
Tijd
10 minuten
Resultaat
De lesstof kunnen toepassen
Klaar
Lees tekst extra kosten koper

Slide 17 - Tekstslide

Extra kosten koper
Kosten koper (k.k)

Bestaat uit:
  • Overdrachtsbelasting
  • Notariskosten
        Kadaster
       Onroerende zaken

Slide 18 - Tekstslide

Huis kopen....?

  • Hypothecaire lening, max 30 jaar
  • Onderpand

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag....

Wat
Opdracht 6 t/m 9
Hoe
Individueel
Hulp
Tekstblokken in het boek 
Tijd
10 minuten
Resultaat
De lesstof kunnen toepassen
Klaar
Lees tekst gemeentelijke belastingen en maak opdracht 10

Slide 20 - Tekstslide

Gemeentelijke belastingen
  • WOZ-waarde
  • OZB = % van de WOZ-waarde

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld OZB

WOZ-waarde woning € 550.000
OZB is 0,2315 %

Bereken de OZB?

Vermenigvuldig % met de WOZ-waarde

Slide 22 - Tekstslide

Uitwerking OZB
Van het percentage een decimaal maken
0,2315 : 100 = 0,002315

0,002315 x 550.000 = € 1.273,25

Slide 23 - Tekstslide

Hoe wil je wonen

Slide 24 - Woordweb


Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll