Configuratie van de Switch en de Router

Configuratie van de Switch en de Router
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
CCNMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Configuratie van de Switch en de Router

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Weten wat een switch en een router is
- Begrijpen wat configuratie van de switch en de router is
- Configuratie van de switch en de router kunnen toepassen

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de studenten wat ze aan het einde van de les zullen leren en waarom het belangrijk is voor hun algemene kennis.
Wat weet jij al over de configuratie van de switch en de router?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een switch?
Een switch is een netwerkapparaat dat de communicatie tussen verschillende apparaten op een netwerk mogelijk maakt.

Slide 4 - Tekstslide

Geef een korte beschrijving van wat een switch is en hoe het werkt.
Wat is een router?
Een router is een netwerkapparaat dat netwerkverkeer tussen verschillende netwerken regelt.

Slide 5 - Tekstslide

Geef een korte beschrijving van wat een router is en hoe het werkt.
Configuratie van de Switch
Het configureren van een switch omvat het instellen van de basisinstellingen, zoals IP-adressen, VLAN's en poorten.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat de configuratie van een switch inhoudt en welke basisinstellingen moeten worden geconfigureerd.
Configuratie van de Router
Het configureren van een switch omvat het instellen van de basisinstellingen, zoals IP-adressen, DNS-servers en routingprotocollen.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat de configuratie van een router inhoudt en welke basisinstellingen moeten worden geconfigureerd.

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies


A

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een switch en een router?
A
Een switch is duurder dan een router.
B
Een switch verdeelt dataverkeer binnen een netwerk, terwijl een router dataverkeer tussen verschillende netwerken verdeelt.
C
Een switch is draadloos, een router is bedraad.
D
Een switch heeft meer functies dan een router.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel netwerken heeft deze tekening?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor wordt een switch gebruikt?
A
Om dataverkeer binnen een netwerk te verdelen.
B
Om de helderheid van een scherm aan te passen.
C
Om een computer sneller te maken.
D
Om stroom door te geven aan apparaten.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een switch?
A
Een netwerkapparaat dat dataverkeer verdeelt.
B
Een apparaat om stroom mee te schakelen.
C
Een soort knopje op een toetsenbord.
D
Een programma om foto's mee te bewerken.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

IP-adressen
Een IP-adres is een numerieke identificatie die aan elk apparaat op een netwerk wordt toegewezen.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat een IP-adres is en waarom het belangrijk is in de configuratie van een switch en een router.
VLAN's
Een virtual local area network (VLAN) is een groep apparaten op een netwerk die logisch zijn gescheiden van andere apparaten op hetzelfde netwerk.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit wat VLAN's zijn en waarom ze belangrijk zijn in de configuratie van een switch.
Routingprotocollen
Routingprotocollen worden gebruikt om de beste route te bepalen voor netwerkverkeer tussen verschillende netwerken.

Slide 16 - Tekstslide

Beschrijf de verschillende routingprotocollen en hoe ze worden gebruikt in de configuratie van een router.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.