2021 - 19-11 - 1b.la8

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

3 Toetsen dit blok:
1. SO woordjes  hoofdstuk 3 en 4 (10 december) 
2. RTTI-toets - hoofdstuk 3 en 4 (20 december)
3. Vertaaltoets hoofdstuk 3 en 4 (Proefwerkweek) 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen van deze les 
- Wat is het werkwoord 'zijn' in het Latijn?
- Hoe herken je de vervoegingen van het werkwoord 'zijn' in het Latijn? 

Slide 3 - Tekstslide

Maar eerst: 
- een korte herhaling van de grammatica van vorige les
- bespreken van huiswerk 

Slide 4 - Tekstslide

Wat geeft de 'vocativus' ook alweer aan?

Slide 5 - Open vraag

Als in een zin iemand wordt aangesproken

Gebruik je de vocativus

Slide 6 - Tekstslide

In de zin: 'serve, quid facis?' (slaaf, wat doe je?), wat is de vocativus?

Slide 7 - Open vraag

serve
Is vocativus van servus:
bij woorden op -us krijgt de vocativus uitgang (in het enkelvoud) -e

Slide 8 - Tekstslide

En in de zin 'mensa, tam magnus es!'
(tafel, jij bent zo groot!) ?

Slide 9 - Open vraag

puella
is hier vocativus: want, bij woorden die niet op -us eindigen, geldt:
vocativus = nominativus

Slide 10 - Tekstslide

Wat waren ook alweer de uitgangen van werkwoorden?

Slide 11 - Open vraag

Huiswerknakijkmomentje

Slide 12 - Tekstslide

Tijd voor 
Een grammatica-uitleg :D

Slide 13 - Tekstslide

Bij de meeste werkwoorden:
vorming = stam + uitgang

Slide 14 - Tekstslide

Sommige werkwoorden
zijn onregelmatig: hebben een andere vorming 

Slide 15 - Tekstslide

esse 
('zijn') 

Slide 16 - Tekstslide

esse
'ik ben'
'jij bent'
'hij/zij/het is'
'wij zijn'
'jullie zijn'
'zij zijn'

Slide 17 - Tekstslide

esse
'ik ben'
sum
'jij bent'
'hij/zij/het is'
'wij zijn'
'jullie zijn'
'zij zijn'

Slide 18 - Tekstslide

esse
'ik ben'
sum
'jij bent'
es
'hij/zij/het is'
'wij zijn'
'jullie zijn'
'zij zijn'

Slide 19 - Tekstslide

esse
'ik ben'
sum
'jij bent'
es
'hij/zij/het is'
est
'wij zijn'
'jullie zijn'
'zij zijn'

Slide 20 - Tekstslide

esse
'ik ben'
sum
'jij bent'
es
'hij/zij/het is'
est
'wij zijn'
sumus
'jullie zijn'
'zij zijn'

Slide 21 - Tekstslide

esse
'ik ben'
sum
'jij bent'
es
'hij/zij/het is'
est
'wij zijn'
sumus
'jullie zijn'
estis
'zij zijn'

Slide 22 - Tekstslide

esse
'ik ben'
sum
'jij bent'
es
'hij/zij/het is'
est
'wij zijn'
sumus
'jullie zijn'
estis
'zij zijn'
sunt

Slide 23 - Tekstslide

Questiones?

Slide 24 - Tekstslide

Hoe vertaal je 'sumus'?

Slide 25 - Open vraag

En 'sunt'?

Slide 26 - Open vraag

Wat is 'ik ben' in het Latijn?
A
sum
B
es
C
est
D
sumus

Slide 27 - Quizvraag

Huiswerk voor maandag
Vertaal tekst 3A t/m r. 13
Leer de woordjes van 3A t/m non

Slide 28 - Tekstslide