Hs 9.3 Energiesoorten en bij bewegingen

Hs 9.3 Energiesoorten en bij bewegingen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hs 9.3 Energiesoorten en bij bewegingen

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
  • De volgende begrippen moet je kunnen beschrijven: kinetische energie (Ekin), zwaarte-energie (Ez), potentiële energie, veerenergie, vrije val.
  • de bijhorende formules kunnen toepassen.
  • met "Ez, boven = Ek, beneden " berekeningen kunnen maken en beredeneren voor een vrije val.


Slide 2 - Tekstslide

Energievormen
  • Zwaarte-energie
  • Veerenergie
  • Warmte
  • Elektrische energie
  • Stralingsenergie
  • Chemische energie
  • Kinetische energie (bewegingsenergie)

Slide 3 - Tekstslide

Energievormen
  • Zwaarte-energie
  • Veerenergie
  • Warmte
  • Elektrische energie
  • Stralingsenergie
  • Chemische energie
  • Kinetische energie (bewegingsenergie)

Slide 4 - Tekstslide

Zwaarte energie
Zwaarte-energie is wat de zwaartekracht als arbeid kan gaan verichten. Elke energievorm die arbeid kan gaan verichten heet ook wel potentiële energie. 

Ezw=mgh

Slide 5 - Tekstslide

Veerenergie

Slide 6 - Tekstslide

Warmte
Warmte is het resultaat van de arbeid door wrijvingskracht. Als er een wrijvingskracht werkt ontstaat er warmte. 



Ook bij een chemische reactie (verbranding) en bij een verandering van gasdruk (fietspomp) kan warmte vrijkomen.
Ewr=Q=Fws

Slide 7 - Tekstslide

Chemische energie
Chemische energie is dus de energie die in brandstoffen zit en dat vrijkomt bij verbranding. Zie BINAS 28 B.
Voor vloeistoffen en gassen:

Voor vaste stoffen:

r is de stookwaarde per volume of massa...
Ech=rvV
Ech=rmm

Slide 8 - Tekstslide

Kinetische energie
Er kan ook energie in beweging zitten. Deze kan dan ook 'arbeid' leveren. 


Ekin=21mv2

Slide 9 - Tekstslide

nuttige energie
Als energie in brandstoffen zit, bijvoorbeeld benzine of eten, dan kan die chemische energie die daar in zit nooit volledig gebruikt worden. 

Enuttig=ηEchem=Fmotors

Slide 10 - Tekstslide

Overzicht
zwaarte energie Ezw=m•g•h
warmte Q=Fw•s
kinetische energie Ekin= 1/2•mv^2  
nuttige energie W=Fm•s of W=Fsp•s
Chemische energie Ech=Rv•V of Rm•m

Slide 11 - Tekstslide

Eens kijken of de formules kunt herinneren.

Slide 12 - Tekstslide

De formule voor zwaarte-energie is
A
m g h
B
½ m v²
C
½ C u²
D
F s

Slide 13 - Quizvraag

De formule voor kinetische energie is
A
m g h
B
½ m v²
C
½ C u²
D
F s

Slide 14 - Quizvraag

In de formule
W = F x s
staat de 'W' voor...
A
stopkracht
B
afstand
C
snelheid
D
arbeid

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de eenheid van Arbeid
A
N
B
Nm
C
J
D
W

Slide 16 - Quizvraag


Je houdt een tas van 5,0 kg 50 cm boven de grond vast gedurende 2,0 s. Hoe groot is de arbeid die je verricht?
A
98 J
B
2,5 J
C
2,5·10¹ J
D
0 J

Slide 17 - Quizvraag

Voorbeeld
Een steentje (100 g) valt wrijvings naar 30 m beneden. 
Bereken met welke snelheid hij de grond raakt. 
Zwaarte energie wordt omgezet in kinetische energie.


Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld
Een steentje (100 g) valt wrijvingsloos naar 30 m beneden. 
Bereken met welke snelheid hij de grond raakt. 
Zwaarte energie wordt omgezet in kinetische energie.
Ezw=Ekin


mgh=21mv2
v=2gh=29,8130=24ms1

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Een balletje (40 g) rolt horizontaal met een beginsnelheid van 
12 m/s. De wrijvingskracht is 0,48 N.
Bereken na hoeveel m het balletje stil ligt.

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Een balletje (40 g) rolt horizontaal met een beginsnelheid van 
12 m/s. De wrijvingskracht is 0,48 N.
Bereken na hoeveel m het balletje stil ligt.

21mv2=Fws
s=F(21mv2)=0,48(0,50,04122)=6,0m

Slide 21 - Tekstslide

Wat is nog niet (helemaal) duidelijk van de afgelopen les en wil je het graag nog een keer over hebben?

Slide 22 - Open vraag