1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw

Welkom bij GS!
Vandaag 1.3

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij GS!
Vandaag 1.3

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling Paragraaf 1.2
  2. Leerdoelen
  3. Start p. 1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw.
  4.  Stapelmarkt
  5. Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling: Hoe zorgden de losse compagnieën ervoor dat iedereen minder verdiende?

Slide 3 - Open vraag

Herhaling: Waar staan de letters WIC voor?
A
West-Indische Compagnie
B
Westers Ingestelde Compagnie
C
West-Iconische Compagnie
D
Welvaart-Indische Compagnie

Slide 4 - Quizvraag

Herhaling: Leg in 3 zinnen het begrip Driehoekshandel uit.

Slide 5 - Open vraag

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  1. Wat het begrip stapelmarkt betekent. 
  2. Ook weet je waarom Amsterdam een goede handelsplek was.
  3. En kun je uitleggen hoe Nederland rijk werd in de zeventiende eeuw. 

Slide 6 - Tekstslide

1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw

Slide 7 - Tekstslide

Amsterdam als stapelmarkt
  • Handel Oostzee > Verkoop Republiek > Overige verkoop Zuid-Europa.
  • Producten Oostzee, VOC & WIC moesten opgeslagen worden.
  • Amsterdam & Antwerpen liggen halverwege Noord/Zuid-Europa.

  • Stapelmarkt - Plaats waar handelsproducten tijdelijk worden opgeslagen om van daaruit verder te worden verhandeld. 

Slide 8 - Tekstslide

Stapelmarkt
Producten:
-Stof
-Hout
-Kaas
-Graan
-Haring
-Wijn
-Specerijen

Slide 9 - Tekstslide

LD: Waarom was Amsterdam een goede handelsplek?

Slide 10 - Open vraag

Immigratie
  • Amsterdam werd een wereldstad.
  • Veel mensen trokken naar de Republiek.
  • Redenen:
  • Rijkdom van de Republiek.
  • In de Republiek minder oorlog.
  • Godsdienstvrijheid.
  • Rond 1625 was 40% van de Amsterdammers migrant.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is GEEN reden voor de vele migranten naar de Republiek?
A
Rijkdom in de Republiek
B
Migranten kregen gratis land in de Republiek
C
In de Republiek was minder oorlog
D
Godsdienstvrijheid in de Republiek

Slide 12 - Quizvraag

Grachtenpanden en buitenhuizen
  • Het werd erg druk in Amsterdam. 
  • Keizersgracht, Prinsengracht & Herengracht.
  • Rijke kooplieden kochten dure huizen in de grachten.
  • Druk, rumoerig, stank & ziektes.
  • In de zomer verhuizen naar een buitenhuis.
  • Familie, personeel, kleding, meubels, servies, boeken etc.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  1. Wat het begrip stapelmarkt betekent. 
  2. Ook weet je waarom Amsterdam een goede handelsplek was.
  3. En kun je uitleggen hoe Nederland rijk werd in de zeventiende eeuw. 

Slide 15 - Tekstslide

LD: Wat is een stapelmarkt?

Slide 16 - Open vraag

Ik kan antwoord geven op de leerdoelen
1. Wat het begrip stapelmarkt betekent.
2. Ook weet je waarom Amsterdam een goede handelsplek was.
3. En kun je uitleggen hoe Nederland rijk werd in de zeventiende eeuw. 
Ja!
Nee
Een beetje...

Slide 17 - Poll

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  1. Wat de oorzaak van de droogmakerij in het gewest Holland was.
  2. En ook weet je de gevolgen van het afsluiten van rivier de Schelde waren voor de Republiek.

Slide 18 - Tekstslide

Inpolderen
  • De bevolking in het westen groeide snel, maar er was te weinig landbouwgrond voor voedsel > te weinig voedsel.
  • De helft van gewest Holland bestond uit meren en moeras.
  • Jan Adriaanszoon Leeghwater bedacht hoe hij meren kon droogleggen.
  • Droogmakerij - Polder: Land dat vroeger een meer was, waaruit het water is weggepompt.
Jan Adriaanszoon Leeghwater
Hij was de zoon van een timmerman. Hij bedacht een ander soort molen, die veel beter was. Ook bedacht hij hoe je meren kon droogleggen, waardoor er meer grond kwam voor landbouw en woningen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Wat was het voordeel van een droogmakerij?
A
Er kwam minder grond beschikbaar.
B
Er kwam meer landbouwgrond.
C
Er kwamen meer meren.
D
Er kwam een nieuwe handelsstad.

Slide 21 - Quizvraag

Van Spanje
De Republiek
Afsluiting van de Schelde

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiting van de Schelde
  • Zuiden was in Spaanse handen
  • Antwerpen was in die tijd een belangrijke havenstad. 
  • De rivier de Schelde liep vanuit de Republiek naar deze stad. Door deze rivier (de Schelde) af te sluiten moesten schepen nu wel naar Amsterdam varen.  

Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting van de Schelde
Gevolgen:
  1. Amsterdam werd de grootste stapelmarkt van Europa.
  2. Veel handelaren uit Antwerpen verhuisden naar Amsterdam.
  3. Deze handelaren waren protestantse mensen.
  4. Deze handelaren brachten veel geld en kennis met zich mee.
  5. Amsterdam werd hierdoor een echte wereldstad.

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  1. Wat de oorzaak van de droogmakerij in het gewest Holland was.
  2. En ook weet je de gevolgen van het afsluiten van rivier de Schelde waren voor de Republiek.

Slide 25 - Tekstslide

LD: Waarom was een droogmakerij een 'grote verandering'?

Slide 26 - Open vraag

LD: Wat zijn 2 gevolgen van de afsluiting van de Schelde?
A
Veel handelaren verhuisden naar Amsterdam.
B
Veel handelaren verhuisden naar Antwerpen.
C
Antwerpen werd de grootste stapelmarkt van Europa.
D
Amsterdam werd de grootste stapelmarkt van Europa.

Slide 27 - Quizvraag

Ik kan antwoord geven op de leerdoelen
Ja!
Nee
Een beetje...

Slide 28 - Poll

Aan de slag!
Boek 2 vmbo-t/havo
Paragraaf 1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw
Opdrachten: 7, 8, 9 & 10
Extra: 11

Slide 29 - Tekstslide

Tijd over:
Vragen paragraaf 1.3
&
Video over Amsterdam

Slide 30 - Tekstslide

6

Slide 31 - Video

00:42
Waarop is Amsterdam gebouwd?
A
Op hele droge grond.
B
Op hele natte grond.
C
Op palen.
D
Op ramen.

Slide 32 - Quizvraag

00:42
Wat is een ander woord voor 'drassig'?
A
Droog
B
Nat

Slide 33 - Quizvraag

01:18
Wie woonden er in de huizen aan de grachten?
A
De rijke kooplieden en handelaren
B
De ambachtslieden
C
De arme mensen
D
De bedelaars

Slide 34 - Quizvraag

01:18
Wat voor soort huizen stonden er aan de grachten?
A
Pakhuizen
B
Winkels
C
Polders
D
Woonhuizen (woningen)

Slide 35 - Quizvraag

01:56
In welke gracht vind je de 'gouden bocht'?
A
De keizersgracht
B
De herengracht
C
De prinsengracht

Slide 36 - Quizvraag

01:56
Wie woonden er in deze 'gouden bocht'?
A
De allerrijkste mensen
B
De rijken
C
De handelaren
D
De armen

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Video

Wat is een droogmakerij?
A
Dat is een meer.
B
Dat is land dat vroeger een meer was, maar is drooggelegd.
C
Dat is de naam voor de zeventiende eeuw.
D
Dat zijn grachten die rond het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 39 - Quizvraag

Wat is de Gouden Eeuw?
A
Dat is een meer.
B
Dat is land dat vroeger een meer was, maar is drooggelegd.
C
Dat is de naam voor de zeventiende eeuw.
D
Dat zijn grachten die rond het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 40 - Quizvraag

Wat is de stapelmarkt?
A
Dat is een plaats waar handelswaar tijdelijk wordt opgeslagen.
B
Dat is land dat vroeger een meer was, maar is drooggelegd.
C
Dat is de naam voor de zeventiende eeuw.
D
Dat zijn grachten die rond het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 41 - Quizvraag

Wat is de grachtengordel?
A
Dat is een plaats waar handelswaar tijdelijk wordt opgeslagen.
B
Dat is land dat vroeger een meer was, maar is drooggelegd.
C
Dat is de naam voor de zeventiende eeuw.
D
Dat zijn grachten die rond het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 42 - Quizvraag

Leg uit hoe Nederland in de zeventiende eeuw rijk werd.
Gebruik in je antwoord de begrippen: stapelmarkt en Gouden Eeuw

Slide 43 - Open vraag