H4.1 Elektrische lading en spanning

Lading en spanning
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Lading en spanning

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Hoofdstuk 5 Schakelingen - Introductie
  • Open online method en maak opdracht 1 t/m 4. (opdracht 3 wordt op papier gemaakt)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Heb je al eens gemerkt:
•    dat bij het kammen van je haar  het rechtop gaat staan?
•    dat bij een trui uittrekken deze knettert?
•    dat je bij het aanraken van een metalen knop een schok kreeg?
•    dat er vonkjes overspringen als je iets of iemand vastpakt?

Je hebt dan een elektrische lading gekregen.
Je zegt dat de pvc-buis door het wrijven elektrisch geladen of statisch is geworden.


Slide 4 - Tekstslide

                                                    balletjes van piepschuim

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Link

Slide 8 - Tekstslide

Waterdamp

De ideale omstandigheden voor proefen met geladen deeltjes:
  • Als het buiten vriest.
  • Als het binnen erg warm is.
  • Als de lucht erg droog is.

In de vochtige lucht is de statische elektriciteit snel weg.

Slide 9 - Tekstslide

Lading 
2 soorten lading:
  • Positieve (+) 
  • Negatieve (-)

  • Als een voorwerp statisch geladen is, heeft het  te veel positieve of te veel  negatieve lading.
  • Gelijk-geladen deeltjes stoten elkaar af.
  • Ongelijk-geladen  deeltjes trekken elkaar aan.

Slide 10 - Tekstslide

Geladen deeltjes kunnen elkaar..
aantrekken              of                    afstoten

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
Jullie gaan leren,
1-Hoe de van de graaf generator werkt?
2- Wat spanning is?
3-Hoe een atom model eruit ziet?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Spanning 
- In de figuur zie je twee even grote metalen bollen op een plastic voet. Bol A is negatief geladen, bol B is positief. In zo’n geval zeg je dat er tussen A en B een spanning bestaat.

-Als  je tussen A en B een geleidende verbinding maakt, gaan de elektronen bewegen van A naar B. Er loopt dan een elektrische stroom.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Geheim van een atoom
  • Een atoom bestaat uit een atoomkern en vrije bewegende elektronen.
  • De atoomkern is positief geladen (+) en de elektronen zijn negatief geladen (+). 
  • Als er evenveel protonen als elektronen zijn in één atoom dan is het atoom elektrisch neutraal.  

Slide 18 - Tekstslide

Elektronen worden over gedragen:

positief geladen deeltjes - protonen
negatief geladen deeltjes - elektronen

Meer protonen dan elektronen - positief geladen
Meer elektronen dan protonen - negatief geladen

Slide 19 - Tekstslide

Quiz

Slide 20 - Tekstslide

Elektronen hebben een .... lading
A
negatieve
B
positieve
C
neutrale

Slide 21 - Quizvraag

Voorwerpen stoten elkaar af als...
A
de lading gelijk is
B
de lading ongelijk is

Slide 22 - Quizvraag

Om een positieve lading te maken...
A
Voeg ik protonen toe
B
Haal ik protonen weg
C
Voeg ik elektronen toe
D
Haal ik elektronen weg

Slide 23 - Quizvraag


A
-
B
+

Slide 24 - Quizvraag


A
protonen
B
elektronen

Slide 25 - Quizvraag

Gelijksoortige lading trek elkaar aan.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Waarom gaan de haren
van dit meisje omhoog
staan?
A
De haren hebben tegenovergestelde lading en stoten elkaar af.
B
De haren hebben dezelfde lading en stoten elkaar af.
C
De haren zijn magnetisch geworden.

Slide 27 - Quizvraag

Protonen zijn bouwsteentjes van een atoom. Waar zitten ze? En wat is de lading van een proton?
A
In de kern, negatieve lading
B
in de kern, positieve lading
C
in de wolk, negatieve lading
D
in de kern, geen lading

Slide 28 - Quizvraag

Lading A trekt lading B aan en stoot lading C af.
Je weet nu:

I. Lading A is positief geladen
II. Lading B en C hebben niet dezelfde lading
A
Beide stellingen zijn waar
B
Stelling I is waar, stelling II is niet waar
C
Stelling I is niet waar, stelling II is waar
D
Beide stellingen zijn niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Samenvatting
  • Er zijn positieve ladingen en negatieve ladingen. Iets wat geen lading heeft noemen we neutraal.
  • Gelijk geladen deeltjes stoten elkaar af.
  • Verschillend geladen deeltjes trekken elkaar aan.
  • Elektronen die door een iets heen bewegen noemen we elektrische stroom. 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide