H5 Schakelingen §1 Lading en spanning Klas 3

§5.1   Lading en spanning   3 VWO
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§5.1   Lading en spanning   3 VWO

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
•    Begrijpen en uitleggen
       hoe een lading wordt
       overgedragen
•    Begrijpen en uitleggen
       hoe je weet dat er een
       lading op een voorwerp is

Slide 2 - Tekstslide

Heb je al eens gemerkt:
•    dat bij het kammen van je haar, het rechtop gaat staan?
•    dat bij een trui uittrekken, deze knettert?
•    dat het aanraken van een metalen knop, een schok kreeg?
•    dat er vonkjes overspringen als je iets of iemand vast pakt?

Je hebt dan een elektrische lading gekregen.
het voorwerp is elektrisch geladen oftewel statisch

Slide 3 - Tekstslide

Heb je wel eens gemerkt dat het afhankelijk is van het weer?
Des te meer waterdamp er in de lucht is,
des te minder "last" je er van zult hebben.

Slide 4 - Tekstslide


Alles om ons heen bestaat uit stof, materie
• Materie bestaat uit moleculen ( kleinst herkenbaar 
 deeltje dat nog de stofeigenschap bezit).
• Molecuul bestaat uit atomen.
• Een atoom bestaat uit een kern en schillen.
• In de kern zijn neutronen ( neutraal ) en protonen ( positief geladen)
• De schil bestaat uit elektronen ( negatief geladen); deze bewegen met
 hoge snelheid om de kern.

Slide 5 - Tekstslide

Neutraal voorwerp bezit evenveel positieve als negatieve lading.
Gelijke lading stoot elkaar af:
ze bezitten beide of positieve óf negatieve lading 
Verschillende lading trekt elkaar aan: het ene voorwerp bezit positieve en het andere negatieve lading 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Elektrisch geladen:
PVC buis is door het wrijven elektrisch geladen of statisch.

Hoe merk je dat iets geladen is:
  • Het trekt andere voorwerpen aan
  • Vonkjes springen over het 
       voorwerp (die kun je horen, 
       zien en voelen)

Slide 8 - Tekstslide

Ontlading:
Een voorwerp raakt zijn lading snel weer kwijt.
Hoe meer waterdamp in de lucht is, des te sneller dat een voorwerp ontlaad.

Beste omstandigheden: Buiten vriest en CV staat hoog

Slide 9 - Tekstslide

Elektronen worden over gedragen:

positief geladen deeltjes - protonen
negatief geladen deeltjes - elektronen

Meer protonen dan elektronen - positief geladen
Meer elektronen dan protonen - negatief geladen

Slide 10 - Tekstslide

Perspex met zijden

elektronen worden van perspex over gedragen naar het zijden

Positief geladen
PVC met wol

elektronen worden van wol overgedragen naar de PVC staaf

Negatief geladen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Elektrisch geladen of statisch

Slide 13 - Tekstslide

Lading
Elektronenstroom 
van A naar B
A en B ongelijke ladingen
A en B neutraal
zie het voorbeeld van de elektroscopen hieronder. probeer uit te leggen waarom een batterij na verloop van tijd geen spanning en stroom meer levert.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Stroom
= Het bewegen van elektronen                                (door een geleider)

Slide 18 - Tekstslide

Spanning
  • Bol A is - geladen, bol B is +geladen --> spanning tussen A en B
  • De negatieve elektronen verplaatsen zich van de - naar de +
  • Nadat de stroom heeft gelopen is er geen spanningsverschil meer
Spanning

Slide 19 - Tekstslide

Lading en stroomsterkte
De eenheid van de hoeveelheid lading (Q) is de coulomb [C].
lading van een elektron = - 1,6*10-19 C
lading van een proton = + 1,6*10-19 C




 

Slide 20 - Tekstslide

Lading en stroomsterkte




Q = lading [C]
I = stroomsterkte [A]
t = tijd [s]








stroomsterkte (I) = hoeveelheid lading die in een bepaalde tijd door de schakeling stroomt. 







De ampère [A] = coulomb per seconde [C/s].
Q=It
I=tQ

Slide 21 - Tekstslide

Leg uit wat gebeurt tijdens het laden van een voorwerp...

Slide 22 - Open vraag


A
-
B
+

Slide 23 - Quizvraag


A
protonen
B
elektronen

Slide 24 - Quizvraag


A
doek naar buis
B
buis naar doek

Slide 25 - Quizvraag


A
-
B
+

Slide 26 - Quizvraag

Maak opgaven 3 (blz 71)
timer
2:00

Slide 27 - Tekstslide

Antwoorden opgave 3 (blz 71)

Slide 28 - Tekstslide

Maak opgaven 5 (blz 72)
timer
3:00

Slide 29 - Tekstslide

Antwoorden opgave 5 (blz 72)

Slide 30 - Tekstslide

Maak opgaven 6 (blz 72)
timer
2:00

Slide 31 - Tekstslide

Antwoorden opgave 6 (blz 72)

Slide 32 - Tekstslide

Maak opgaven 7 (blz 72)
timer
2:00

Slide 33 - Tekstslide

Antwoorden opgave 7 (blz 72)
a) De uitslag verdwijnt: de blaadjes zilverpapier hangen recht naar beneden, tegen elkaar aan.
b) De elektronen die de ‘negatieve’ elektroscoop te veel heeft, vloeien naar de ‘positieve’ elektroscoop. Daar heffen ze het tekort aan elektronen op. Beide elektroscopen zijn na afloop neutraal.

Slide 34 - Tekstslide

Samenvatting:
  • Een voorwerp wordt elektrisch 
       geladen als er een overdrag van elektronen is.
  • Dan trekt een voorwerp andere aan of je kan vonkjes zien/ horen springen
  • PVC negatief geladen en perspex wordt positief geladen
  • + en - trekken elkaar aan; - en - of + en + stoten elkaar af

Slide 35 - Tekstslide

Wat te doen
 § 5.1 Lading en spanning
  • Practicum 'Aantrekken en 
     afstoten' uitvoeren
  • leren § 5.1
  • Maken opdrachten  1 t/m 9 online

Slide 36 - Tekstslide