Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Signaalwoorden/verbanden Op Niveau, Blok 2
Signaalwoorden
signaalwoorden en verbanden
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Signaalwoorden
signaalwoorden en verbanden
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Geef minimaal drie signaalwoorden voor een tegenstellend alineaverband.
Slide 3 - Open vraag
Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.
Slide 4 - Tekstslide
Opsomming
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens
Slide 5 - Tekstslide
Vergelijking
Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)
Slide 6 - Tekstslide
Oorzaak – gevolg
Door, doordat, waardoor, daardoor, hierdoor, zodat
Slide 7 - Tekstslide
Redengevend verband.
Welk woord geeft het beste het verschil weer met een oorzakelijk verband?
A
reden
B
menselijke wil
C
waarom
D
conclusie
Slide 8 - Quizvraag
Welk signaalwoord past niet bij een redengevend verband?
A
daardoor
B
daarom
C
want
D
omdat
Slide 9 - Quizvraag
Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van
Slide 10 - Tekstslide
Met zijn bijzondere optreden verkocht hij veel extra boeken.
Hier is sprake van een middel-doelverband?
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Toelichtend verband
Ter illustratie, bijvoorbeeld, zo, namelijk
Slide 12 - Tekstslide
Voorwaarde
Als, mits, tenzij, indien
Slide 13 - Tekstslide
Welk signaalwoord hoort er niet bij?
A
kortom
B
al met al
C
alles bij elkaar
D
indien
Slide 14 - Quizvraag
Kijk in je boek op blz. 73
Beantwoord de volgende vragen a.d.v. tekst 2
Slavernij in de oudheid.
Slide 15 - Tekstslide
Welk signaalwoord vind je in rg. 2?
Slide 16 - Open vraag
Wat is het verband tussen de eerste zin van de eerste alinea en de rest van de alinea?
A
uitleggend
B
opsommend
C
tegenstellend
D
redengevend
Slide 17 - Quizvraag
Welk tekstverband geven de signaalwoorden in rg. 4 en 5 aan?
Slide 18 - Open vraag
Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'zo' in regel 12 aan?
Slide 19 - Open vraag
De derde, vierde en vijfde zin van alinea 4 hebben een toelichtend verband met de voorgaande zin?
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quizvraag
De laatste zin van alinea 4 heeft een oorzakelijk verband met de voorafgaande zinnen.
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Deze tekst is overwegend
A
betogend
B
activerend
C
beschouwend
D
uiteenzettend
Slide 22 - Quizvraag
Welk middel gebruikt de schrijver om in de inleiding de aandacht van de lezer te trekken?
A
anekdote vertellen
B
onderwerp noemen
C
uitkomst onderzoek
D
een mening geven
Slide 23 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Tekstverbanden en signaalwoorden
Februari 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Tekstverbanden havo 5
Augustus 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
verbanden
April 2020
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Tekstverbanden en signaalwoorden
Maart 2024
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Tekstverbanden en signaalwoorden
Januari 2024
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Tekstverbanden en signaalwoorden
12 dagen geleden
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Tekstverbanden en signaalwoorden
4 dagen geleden
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H2 lezen, tekstverbanden en signaalwoorden
September 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2