Hoofdstuk 6 les 1

H6: kostenverbijzondering
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H6: kostenverbijzondering

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Break even afzet
C
BEA = ----------             
( p - v) 

BEA = 250.000 / ( 34 - 22 ) = 20.834

Slide 3 - Tekstslide

BEO = Break Even Omzet
BEO = BEA x p

Slide 4 - Tekstslide

Bezettingsresultaat
(WN)XNC

Slide 5 - Tekstslide

Gewenste afzet
Hoeveel producten moet een ondernemer afzetten om zijn gewenste nettowinst te behalen.

Slide 6 - Tekstslide

Veiligheidsmarge
  • Verschil tussen de daadwerkelijke afzet en de BEA
  • Wordt vaak in een % uitgedrukt

  • Formule
  •                  Werkelijke afzet (omzet) - BEA (BEO) 
  •                               Werkelijke afzet (omzet)                      x100%

Slide 7 - Tekstslide

Verkoopresultaat
verkoopresultaat = q x (p - kp)

Slide 8 - Tekstslide

Bedrijfsresultaat
Verkoopresultaat -/+ bezettingsresultaat

Slide 9 - Tekstslide

Bedrijfsresultaat 
verkoopresultaat = q x (p - kp)
Bezettingsresultaat = (W-N) x C/N

Slide 10 - Tekstslide

Maken opdracht 5.34 + 5.35

Slide 11 - Tekstslide

Kosten: directe en indirecte

Slide 12 - Tekstslide

Directe kosten
Kosten die direct te maken hebben met een bepaald product of een bepaalde afdeling. 

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeelden
- Materiaal
- Grondstoffen
- Uren
- Magazijn

Slide 14 - Tekstslide

Indirecte kosten
Kosten die niet direct in verband staan met he product of de afdeling.

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden
- Administratie
- Energiekosten
- Magazijn
- ICT
- Schoonmaak
- Reclame

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Primitieve opslagmethode

Slide 18 - Tekstslide

Maken opdracht 6.01 + 6.02

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Verfijnde opslagmethode
Hierbij nemen ondernemers de indirecte kosten zo goed mogelijk mee in de kostprijs berekening. 
Ze maken hierbij gebruik van niet één, maar meer opslagpercentages.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Totale directe kosten
€240.000

Direct materiaalverbruik €150.000

Direct loon
€90.000
Totale indirecte kosten
€37.500

Indirecte materiaalkosten
€15.000

Indirecte loonkosten
€22.500

Slide 23 - Tekstslide

Maken opdracht 6.03

Slide 24 - Tekstslide

Problemen opslagmethodes
  • Opslagpercentage van  de indirecte kosten is voor alle producten hetzelfde.
  • Kostprijs te hoog of te laag (door die opslagpercentages).
  • Moeilijk achteraf te achterhalen waar te veel geld is uitgegeven.

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk opdracht 6.04 + 6.05 + 6.08

Slide 26 - Tekstslide

Kostenverdeelstaat
  • Hoofdkostenplaatsen -> Deze leveren prestaties aan de producten.
  • Hulpkostenplaatsen -> Deze leveren prestaties aan de hoofdkostenplaatsen. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Kostenverdeelstaat

Slide 29 - Tekstslide

Doorberekening
Indirecte huisvestingskosten worden toegerekend aan de afdeling Directie, Fabricage en Inkoop 
1 : 3 : 6

Indirecte directiekosten worden toegerekend aan de afdeling Fabricage en Verkoop
1 : 2

Slide 30 - Tekstslide

Prestatie-eenheid
Hoeveel indirecte kosten worden er doorberekend per 1 machine-uur of per €100 omzet

Fabricageafdeling: 1 machine uur
Verkoopafdeling: €100 omzet

Slide 31 - Tekstslide

Maken opdracht 6.12

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk opdracht 6.13

Slide 33 - Tekstslide

Maken opdracht 6.10 + 6.12

Slide 34 - Tekstslide