Spec doelgroepen: kind en ouderen

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Spec doelgroepen: 

kind en ouderen

MB.3fa periode 4

	AZK	TM
Week 1	Intro, terminologie, wet en regelgeving	13
Week 2	Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
Week 3	Stemmingsstoornissen	13
Week 4	Angststoornissen	13
Week 5	Persoonlijkheids- stoornissen	13

	Pinksteren
Week 6	Eetstoornissen	13
	Kerstvakantie
Week 7	Verslaving	13
Week 8	Toets	13
Week 9	Spec. doelgroepen- GHZ en ouderen	13

Leerdoelen

Na deze les weet je:

• Wat het hebben van ADHD, autisme, depressie of een gedragsstoornis voor gevolgen heeft op het dagelijks leven voor een kind.
• Wat de aandachtspunten zijn bij ouderen die een psychiatrische aandoening krijgen of ontwikkelen.

Kind

De ontwikkeling van kinderen verloopt snel, waardoor een psychische stoornis soms moeilijk te stellen is.

Wat is ADHD?

De afkorting ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. 

In het Nederlands betekent dat aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. 

Kenmerken ADHD 

De drie belangrijkste kenmerken van ADHD zijn:

1. Concentratieprobleem;
   
2. Erg druk zijn (hyperactief);
   
3. Impulsiviteit (niet denken, maar doen).
   

Feiten

• Komt 6x vaker voor bij jongens dan meisjes
• 1e symptomen al voor de 4e levensjaar
• Onderzoek heeft aangetoond dat er een erfelijke invloed bestaat.

Door wie moet de diagnose gesteld worden ?

1. Ouder
2. Arts
3. Kind zelf
4. Psycholoog of psychiater

Verschillende behandelingen 

• Psychosociale behandelingen van ADHD
• Medicatie (bv Ritalin)
• Alternatieve behandelmethodes

Autisme spectrum stoornis (ASS)

Autisme

Er kan sprake zijn van een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) als je je, simpel gezegd, niet in de gevoelswereld van anderen kunt verplaatsen.

Feiten

• Begint vaak al vóór het derde levensjaar
• De stoornis heeft een sterk erfelijke component.
• De stoornis komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes.

ASS

De DSM-criteria voor autisme: 

• Problemen op het gebied van sociale communicatie en sociale interactie; 
• Herhalende gedragspatronen, beperkte interesses of activiteiten
• Over- of ondergevoeligheid voor zintuiglijke prikkels.

Ernst

• Niveau 1: “ondersteuning vereist”.
  

Zonder ondersteuning: tekort in sociale communicatie, gebrek aan flexibiliteit 

in levenssituaties en belemmering door gebrekkige organisatie en planning.

• Niveau 2: “wezenlijke ondersteuning vereist”.
  

De problemen zijn voor iedereen overduidelijk en zonder ondersteuning komt betrokkene in nood.

• Niveau 3: “zeer wezenlijke ondersteuning vereist”.

Ernstige tekorten in verbale en non-verbale sociale communicatie veroorzaken ernstige stoornissen in het functioneren: zeer beperkt aangaan van sociale interacties en minimale respons op door anderen. 

Vormen van ASS

• Autistische stoornis
  
• Syndroom van Asperger
  
• PDD-NOS (Pervasive Development Disorder Not Otherwise Specified)
  
• Multiple complex Development Disorder (McDD)
  
• Syndroom van RETT
  
• Syndroom van Heller

Behandeling

Geen medicatie

Gedragstherapie om communicatieve vaardigheden te vergroten en dwangmatig gedrag te beperken.

Hoeveel procent van de mensen met autisme hebben een verstandelijke beperking?

1. 10%
2. 20%
3. 30%
4. 40%

Hoe kan je iemand herkennen met autisme

1. Oog voor detail of juist niet
2. Structuur, alles op een bepaalde manier iets doen
3. Beide antwoorden zijn juist

Hoe ga jij om met iemand die autisme heeft ?

Structuur bieden en communiceren

Schijf van vijf

Wat gaat er gebeuren 

Waar gaat het gebeuren

Wanneer gaat het gebeuren

Wie doen er mee

Hoe gaan we het doen

Ouderen met psychische aandoeningen

Ouder worden

• Lichaamsfuncties gaan achteruit
• Toename ouderdomsziekten
• Geestelijke flexibiliteit achteruit
• Meer crisissituaties
• Meer ziekte en overlijden familie en vrienden
• Sociale netwerk wordt kleiner

Psychiatrische ziekten ouderen

20% >65 jaar komen psychiatrische ziekten voor

Te verdelen in 4 groepen:

1. psychische ziekten die al op jonge leeftijd aanwezig zijn (bv schizofrenie)
2. psychische ziekten die op latere leeftijd ontstaan, maar die niet met de leeftijd samenhangen (depressie, verslaving)
3. psychische ziekten die het gevolg zijn van lichamelijke aandoeningen. (parkinson, delirant)
4. psychische ziekten die het gevolg zijn van verouderingsverschijnselen (alzheimer)

1. zoals schizofrenie, persoonlijkheidsstoornissen en chronische stemmingsstoornissen. Deze aandoeningen veranderen niet wezenlijk bij het ouder worden;

2. zoals een depressie, een angststoornis, verslaving of een psychose;

3. bijv een depressie bij de ziekte van Parkinson, psychotisch gedrag door medicijnvergiftiging en delirant gedrag bij infectieziekten of ziekten die ontstaan door een slechte nierfunctie. bijv na een operatie met algehele narcose(delier);

4. zoals de ziekte van Alzheimer of beschadigingen van de hersenen door vaatlijden.