Tiempos pasados (repaso perfecto/indefinido NUEVO IMPERFECTO)

Los tiempos pasados
Repaso: Presente Perfecto & Indefinido

Nuevo: Imperfecto
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Los tiempos pasados
Repaso: Presente Perfecto & Indefinido

Nuevo: Imperfecto

Slide 1 - Tekstslide

Hoe vorm je de Presente Perfecto?

Slide 2 - Open vraag

Met welke tijdsaanduiding gebruik je de Presente Perfecto?
A
esta mañana
B
anteayer
C
ayer
D
la semana pasada

Slide 3 - Quizvraag

Welke tijdsaanduidingen weet je nog meer voor de Presente Perfecto?

Slide 4 - Open vraag

Met welke tijdsaanduiding gebruik je de Indefinido?
A
hoy
B
mañana
C
ayer
D
esta noche

Slide 5 - Quizvraag

Welke tijdsaanduidingen weet je nog meer voor de Indefinido?

Slide 6 - Open vraag

Presente Perfecto
- Het resultaat van de handeling of situatie is nog merkbaar. 

- Wanneer er een tijdstip wordt aangegeven waarvan het heden nog deel uitmaakt of tot het recente verleden behoort (hoy, esta mañana, este verano, este fin de semana, hace un rato, etc.).

- Als het tijdstip buiten beschouwing wordt gelaten (ya, todavía no, alguna vez, nunca, etc). 


Slide 7 - Tekstslide

Presente Perfecto
haber + voltooid deelwoord
he
has
ha                               +           -ado / -ido
hemos
habéis
han
onregelmatige volt.dw:
abrir: abierto
decir: dicho
escribir: escrito
hacer: hecho
poner: puesto
ver: visto
volver: vuelto

Slide 8 - Tekstslide

Este verano (nosotros - estar) de vacaciones en España.

Slide 9 - Open vraag

Hoy no (yo - ver) a mi hermana.

Slide 10 - Open vraag

Indefinido
- Afgesloten handeling in het verleden. Geen relatie tot het heden. 

- Opeenvolgende gebeurtenissen uit het verleden opsommen, bijvoorbeeld levensbeschrijvingen. 

- Tijdsaanduidingen als ayer, la semana pasada, el año pasado, en abril. el lunes pasado, en 1945, hace tres meses, etc. 

Slide 11 - Tekstslide

Indefinido
hablar
comer
vivir
(yo)
hablé
comí
viví
(tú)
hablaste
comiste
viviste
(él, ella, usted)
habló
com
viv
(nosotros/-as)
hablamos
comimos
vivimos
(vosotros/-as)
hablasteis
comisteis
vivisteis
(ellos/-as/ustedes)
hablaron
comieron
vivieron

Slide 12 - Tekstslide

La semana pasada (yo - hablar) con José Manuel.

Slide 13 - Open vraag

En 2010 mis tíos (comprar) una casa bonita en Hilversum.

Slide 14 - Open vraag

Nuevo: Imperfecto
Gewoontes en situaties in het verleden beschrijven

Antes vivía en un pueblo pequeño
 Vroeger woonde ik in een klein dorpje.

Cuando éramos pequeños, todos los domingos íbamos a la playa
Toen we klein waren gingen we elke zondag naar het strand. 

Hacía un frío horrible, la noche estaba muy oscura.
Het was ontzettend koud en het was een heel donkere nacht. 

Slide 15 - Tekstslide

Imperfecto
hablar
comer/vivir
ser
ir
ver
(yo)
hablaba
comía
era
iba
veía
(tú)
hablabas
comías
eras
ibas
veías
(él, ella/usted)
hablaba
comía
era
iba
veía
(nosotros/-as)
hablábamos
comíamos
éramos
íbamos
veíamos
(vosotros/-as)
hablabais
comíais
erais
ibais
veíais
(ellos/-as/ustedes)
hablaban
comían
eran
iban
veían

Slide 16 - Tekstslide

Indefinido vs Imperfecto
  • Afgesloten tijdvak
  • In een verhaal staan acties in de indefinido



Indefinido                                         Imperfecto 
  • Beschrijvingen
  • Gewoontes en/of herhalingen n het verleden


Slide 17 - Tekstslide

Indefinido vs. Imperfecto
De rode draad, actie van een verhaal          indefinido.

De context, achtergrondinfo van een verhaal          imperfecto

Slide 18 - Tekstslide

indefinido vs imperfecto
signaalwoorden/gebruik
indefinido
signaalwoorden/gebruik
imperfecto
Ayer, anoche, hace tres días, la semana pasada, el año pasado, aquel día, desde 1995 hasta 1998, de repente, cuando, en 2000, , alle data in het verleden Afgesloten geheel, afgesloten gebeurtenissen, éénmalige gebeurtenissen.
Antes, los domingos, cada día, todos los días, en aquella época, generalmente. 

Beschrijvingen, gewoontes, herhaling, dingen die vroeger waren.

Slide 19 - Tekstslide

Practicar el Imperfecto

om te oefenen, vink je links een paar werkwoorden 
aan die je kent en rechts vink je de
tijdsvorm IMPERFECTO aan
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Los deberes
libro de trabajo pág.114
  • ejercicio 13 b t/m d
  • ejercicio 14 a t/m e

Slide 21 - Tekstslide

Siempre (compartir, nosotros) nuestro almuerzo con los demás.

Slide 22 - Open vraag

Antes (soler, yo) comer en la cafetaría.

Slide 23 - Open vraag

El año pasado (dormir, tú) aún con tu hermano.

Slide 24 - Open vraag

Los actores (firmar) autógrafos después de cada función.

Slide 25 - Open vraag

Hace dos años, el transporte público (ser) mucho más barato.

Slide 26 - Open vraag

En verano (ir, nosotros) todas las tardes a la playa.

Slide 27 - Open vraag

Nuria y Ramón (ser) los más jóvenes del grupo.

Slide 28 - Open vraag

Imperfecto
- Wanneer gebruik je de Imperfecto?

- Hoe vorm je de Imperfecto?

Slide 29 - Tekstslide