3h-5-6-2025-Whg-RedemittelSchritt40-Wortschatz-MV

• Duits
• MBO
• Studiejaar 1,2

Ist dein Handy schon im Hotel? Dankeschön

Noch 7 Stunden Deutsch:

Nur noch ein Test! Lernen für die TW:

1) Vokabeln staan op blz. 60:

- Schritt 35 => D-NL

- Schritt 37+38 => D-NL/NL-D

2) Redemittel staan op blz. 61 = D-NL/NL-D, alleen de vragen (=2 rijen aan de linkerkant)

- Redemittel Schritt 36: Alle Fragen lernen

- Redemittel Schritt 38: Fragen 1-4 lernen (vraag 5 dus niet)

- Redemittel Schritt 40: Fragen 1-4 lernen (vraag 5 dus niet)

3) Grammatik staat op blz. 182-185 = werkwoorden in de tegenwoordige tijd

- alle werkwoorden alléén in de tegenwoordige tijd!

Hausaufgabe war:

Maken:

- Aufgabe 5 A + B, Seite 51 und Aufgabe 7, Seite 52 => je had al tijd in de les. Niet gemaakt? Je blijft na jouw laatste les om het alsnog te maken.

Leren (Buch 5):

- Modale hulpwerkwoorden (alleen tegenwoordige tijd), 1J +1K, blz. 185

- Redemittel Schritt 40, Frage 1-4 (D-NL/NL-D), blz. 61

Zu zweit: Wie sagt man das auf Deutsch?

1.  Waar spreken we af?
2. Wie nemen we verder nog mee?
3.  Tot hoe laat mag je in de stad blijven?

Feste feiern: 3 Wörter auf Deutsch

Musik: 3 Wörter auf Deutsch

Heute:

- wir lernen und trainieren die Modalverben (Quizizz und blooket)

lusten/

Was ist die richtige Form?

1. (leuk vinden ) Ich ___ heute gerne ins Kino gehen.

2. (kunnen) Du ___ sehr gut Deutsch sprechen.

3. (mogen) Er ___ nicht so viel Lärm machen.

4. (moeten = bevel, wil van een ander) Lisa ___ morgen früher aufstehen.

5. (moeten = noodzaak) = Ihr _____ zum Zahnarzt.

1. Ich mag
2. Du kannst
3. Er darf
4. Lisa soll
5. Ihr müsst 

lusten/

quizizz.com

lusten/

quizizz.com

dashboard.blooket.com

Hausaufgabe:

Leren (Buch 5):

- Modale hulpwerkwoorden (alleen tegenwoordige tijd), 1J +1K, blz. 185

- Redemittel Schritt 40, Frage 1-4 (D-NL/NL-D), blz. 61

=> volgende les een quizizz hierover

=> 80% of meer: Nora trakteert