much/ many

Much or Many
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Much or Many

Slide 1 - Tekstslide

Much or Many?
  • Much en Many betekenen allebei: veel
  • Many gebruik je voor dingen die je kunt tellen.
  • Much gebruik je voor dingen die je niet kunt tellen.  

Slide 2 - Tekstslide

Wat kun je niet tellen?

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn dingen die je niet kunt tellen?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

many
much

Slide 6 - Tekstslide

Much or many?
food
A
much
B
many

Slide 7 - Quizvraag

Much or many?
potatoes
A
much
B
many

Slide 8 - Quizvraag

Much or many?
pictures
A
much
B
many

Slide 9 - Quizvraag

Much or many?
children
A
much
B
many

Slide 10 - Quizvraag

Possesives samengevat:
Bij mensen, dieren, landen of organisaties
's
Sydney is not Australia's capital. 
Bij een meervoud dat eindigt in een S
'
The girls' computers aren't working.
Bij meervoud dat niet eindigt in een S
's
The mice's cheese. 
Bij dingen (dus geen persoon,dier, land of organisatie)
of
I love the smell of roses. 

Slide 11 - Tekstslide

Maak in je werkboek
  • Hoofdstuk 5
  • Paragraaf E, writing and grammar, blz 74
  • Opdracht 29, 30, 31, 32 en 33. 

Slide 12 - Tekstslide

Much or many?
sugar
A
much
B
many

Slide 13 - Quizvraag

Maak nu
  • Via Stepping Stones online
  • Hoofdstuk 5
  • paragraaf E, writing and grammar. 

Slide 14 - Tekstslide

Much or many?
people
A
much
B
many

Slide 15 - Quizvraag

Much or many?
milk
A
much
B
many

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

_____ flowers
A
much
B
many

Slide 18 - Quizvraag

traffic
A
much
B
many

Slide 19 - Quizvraag

Much or many?
orange juice
A
much
B
many

Slide 20 - Quizvraag

postcards
A
much
B
many

Slide 21 - Quizvraag

Ik weet het verschil tussen
much en many en ik weet ook wanneer ik dat moet toepassen.
A
Ik weet dat!
B
Ik weet dat meestal wel.
C
Ik weet dat soms.
D
Ik wil het graag nog een keer uitgelegd krijgen.

Slide 22 - Quizvraag


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide