Beroepsgericht DVL- HOR- GASTVRIJ TWIXX 2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Beroepsgericht LWP 18236

TWIXX 2; 

DVL-HOR-GASTVRIJ

Functioneringsgesprek voeren

Lesdoel:

• De student weet wat een functioneringsgesprek is.

• De student kan op een passende manier deelnemen aan een functioneringsgesprek.

• De student oefent met het geven van een mening over zijn/haar werk en leerdoelen.

• Heeft iemand weleens een functioneringsgesprek meegemaakt op stage?

 

• Wat gebeurt er in zo’n gesprek?

• Waarom zijn functioneringsgesprekken belangrijk?

Functioneringsgesprek 

Een functioneringsgesprek is een gesprek tussen een medewerker en een leidinggevende. Het gaat over hoe het werk gaat, wat goed gaat, wat beter kan, en welke leerdoelen er zijn. Het is géén beoordelingsgesprek, maar een open gesprek.

Onderdelen:

1. Voorstellen en inleiding

2. Terugkijken op het werk (wat gaat goed?)

3. Bespreken van verbeterpunten

4. Bespreken van leerdoelen

5. Vragen stellen / open gesprek

6. Afsluiten met afspraken

• “Ik vind dat het goed gaat met…”

• “Ik merk dat ik nog moeite heb met…”

• “Ik wil graag leren om beter te communiceren met collega’s.”

Leerdoel

Een leerdoel is iets wat je wilt verbeteren of leren tijdens je stage of werk. Een goed leerdoel is duidelijk, haalbaar en past bij jouw werk. Hieronder staan voorbeelden van leerdoelen. Kies er een paar uit of bedenk zelf een persoonlijk leerdoel.

Samenwerken met collega’s

• Ik wil vaker overleggen met collega’s voordat ik iets doe.

• Ik wil leren om feedback te geven op een rustige manier.

• Ik wil mijn mening durven geven in het teamoverleg.

Werkhouding en planning

• Ik wil leren om op tijd te beginnen met mijn werk.

• Ik wil mijn taken beter plannen, zodat ik niets vergeet.

• Ik wil leren om netjes en hygiënisch te werken.

Wat zijn jouw leerdoelen?

Mijn eigen leerdoelen

1. ____________________________________________________________

    ____________________________________________________________

2. ____________________________________________________________

    ____________________________________________________________

3. ____________________________________________________________

    ____________________________________________________________

3. Voorbeeldgesprek

Werkvorm: docent speelt een kort functioneringsgesprek na met een student of collega.

Situatie: Student is stagiair in een restaurant/school/woongroep. 

De stagebegeleider vraagt hoe het gaat.

Bespreek daarna kort:

• Wat viel op?

• Wat ging goed?

• Hoe reageerde de student op feedback?

4. Rollenspel oefenen

Werkvorm: in tweetallen

Opdracht:

> Kies wie de stagiair is en wie de stagebegeleider. 

>Gebruik het werkblad en de voorbeelden van de rollenspellen.

>Speel een functioneringsgesprek van 5 minuten. 

>Gebruik de onderdelen van het gesprek. Wissel daarna van rol.

Gebruik voorbeeldvragen:

• “Wat vind je zelf goed gaan?”

• “Waar wil je nog in groeien?”

• “Hoe is je contact met collega’s?”

• “Wat heb je nodig om beter te functioneren?”

Onderdelen van een functioneringsgesprek

1. Voorstellen en inleiding

2. Terugkijken op het werk (wat gaat goed?)

3. Bespreken van verbeterpunten

4. Bespreken van leerdoelen

5. Vragen stellen / open gesprek

6. Afsluiten met afspraken

Voorbeeldzinnen die je kunt gebruiken:

• Ik vind dat het goed gaat met...
• Ik merk dat ik nog moeite heb met...
• Ik wil graag leren om...
• Ik voel me zeker over...
• Ik zou graag extra hulp krijgen bij...
• Wat vindt u van mijn werkhouding?

5. Nabespreking

• Wat vond je makkelijk/moeilijk aan het gesprek?

• Hoe voelde het om feedback te geven of te krijgen?

• Wat neem je mee naar je stage/werk?

6. Reflectie

Geef antwoord op de volgende vragen:

1. Iets wat ze goed kunnen in hun werk

2. Iets wat ze willen verbeteren

3. Een vraag die ze in een echt functioneringsgesprek zouden stellen