Enquete Gefixt

GEFIXT
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

GEFIXT

Slide 1 - Tekstslide

GEFIXT
Fictie en non-fictie lezen
 Informatie uit een film en een fictieverhaal halen
 Hoofd- en bijzaken onderscheiden
 Nieuwe bronnen verbinden met eerder verworven informatie
 Gebeurtenissen en informatie op een rijtje zetten en
bepalen welke informatie ontbreekt
 Bepalen of bronnen relevante informatie bevatten
 Mondeling informatie uitwisselen
 Mondeling feedback geven en ontvangen
 Een vermissingsbericht schrijven
Een filmscrips schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent het woord Gefixt
A
Geregeld
B
Afgemaakt

Slide 3 - Quizvraag

Waar is Farouk mee bezig?
A
Matchfixing
B
Wapenhandel

Slide 4 - Quizvraag

Wat doet Farouk
A
Hij 'fixt' wedstrijden
B
Hij helpt de politie

Slide 5 - Quizvraag

Feiten vind je vooral in:
A
een recensie (beoordeling)
B
een nieuwsbericht

Slide 6 - Quizvraag

Meningen vind je vooral in:
A
een recensie (beoordeling)
B
een nieuwsbericht

Slide 7 - Quizvraag

Stel: je moet een formulier invullen.
Wat betekent 'burgerlijke staat'?
A
de staat waarin je woont
B
de plaats waar je geboren bent
C
gehuwd, ongehuwd of samenwonend
D
het aantal burgers in een stad

Slide 8 - Quizvraag

Je bestelt online nieuwe schoenen. Wat doe je als je het nummer van je ID of paspoort moet invullen?
A
Je zoekt het nummer op en vult het in.
B
Je vraagt je ouders om advies.

Slide 9 - Quizvraag

Welk werkwoord kan in z'n eentje in een zin staan?
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 10 - Quizvraag

Als er twee werkwoorden in een zin staan . . .
A
zijn het allebei hulpwerkwoorden
B
zijn het allebei zelf-standige werkwoorden
C
zijn het 1 zelfstandig en 1 hulpwerkwoord
D
staat het hulpwerk-woord achterin de zin

Slide 11 - Quizvraag

Ik wil altijd graag mijn klasgenoten helpen met hun huiswerk.
WAT IS GOED?
A
wil = zelfst. werkwoord helpen=hulpwerkwoord
B
wil = hulpwerkwoord helpen= zelfst. werkw.
C
allebei hulpwerkwoorden
D
allebei zelfstandige werkwoorden

Slide 12 - Quizvraag

Juist of onjuist? In een vermissingsbericht zet je geen woon- of verblijfplaats van de vermiste persoon.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Welke zin past het best in een nieuwsbericht?
A
Volgens getuigen was de dader gewapend.
B
Men zegt dat de dader gewapend was.

Slide 14 - Quizvraag

Wat klopt? Mijn fietslicht is kapot, TOCH / DAAROM kreeg ik een bekeuring.
A
TOCH
B
DAAROM

Slide 15 - Quizvraag

Welke twee woorden zijn allebei signaalwoorden?
A
waarheen, omdat
B
nogal, alleen
C
dus, doordat
D
dat, meteen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste verschil tussen een gewone en zakelijke mail?
A
de toon
B
de inhoud

Slide 17 - Quizvraag

Wat past het best bij elkaar?
A
Beste mevrouw Vlot, Groetjes,
B
Hallo Aziza, Hoogachtend,
C
Ha Dylan, Met vriendelijke groet,
D
Geachte heer Pieters, Hoogachtend,

Slide 18 - Quizvraag

Enquête over Gefixt


Beantwoord de volgende 
vragen.
We zijn benieuwd naar 
je mening.

 

Slide 19 - Tekstslide

Welk cijfer geef je lessenserie Gefixt? Kies uit 1 (onv.) t/m 10 (goed)

Slide 20 - Open vraag

Wat vind je het leukst aan lessenserie Gefixt?

Slide 21 - Open vraag

Wat vind je minder leuk of niet leuk aan lessenserie Gefixt?

Slide 22 - Open vraag

Heb je iets gemist in de lessen in periode 2? Zo ja, wat?

Slide 23 - Open vraag



Bedankt voor
het beant-
woorden van
de vragen.
Veel plezier
met Plot26
in periode 3.

Slide 24 - Tekstslide