Theologische benaderingen

• Godsdienst
• WO
• Studiejaar 1

Theologische benaderingen

Andrew Wright & Terence Copley

(Religious Education - C. Erricker)

A. Wright

King's College London

Kritisch realisme:

• identiteit komt voort uit reflectie op gedachten, gevoelens en herinneringen;
• taal is een secundaire weergave van onze primaire ervaring.

Religieus onderwijs

Religieus onderwijs bestaat uit:

1. een weergave van religieuze diversiteit en seculiere perspectieven op religie en de meervoudige, controversiële en botsende aard van religieuze beweringen;
   
2. de aansporing tot het uiten van de religieuze overtuiging en levenshouding van de leerling, zodat deze onderdeel wordt van het leerproces;
   
3. een divers aanbod van religieuze overtuigingen en de vaardigheden, kennis en wijsheid die nodig zijn om als leerling de overtuigingen van jouzelf en die van anderen te ontdekken;
   
4. een verdieping van de religieuze overtuiging van de leerlingen;
   
5. aandacht voor de religieuze geletterdheid van de leerling om deel te kunnen nemen aan het religieuze gesprek.
   

Didactische structuur

Didactische structuur van religieus onderwijs in fases:

1. introductie op het onderwerp, een open kennismaking en een uiting van primaire overtuigingen;
   
2. kennismaking met de botsing tussen religieuze overtuigingen en de positionering van het kind in dit conflict;
   
3. ontwikkeling van kritisch denken, gesprek tussen de religieuze overtuigingen en daaraan voorbij en een hertaling van de primaire overtuigingen.
   

Kortom

De docent moet, als expert van dit alles, zijn leerling naar een meer complexe en kritische manier van denken leiden, zodat het onderscheidingsvermogen van de leerling toeneemt ten opzichte van zijn eigen en andere religieuze overtuigingen. 

T. Copley

1946-2011

University of Oxford

Premodern (antimodern):

• nadruk op Gods handelen in de wereld als verloren aspect in religieus onderwijs

Wat ging er mis?

1. Door de een moderne (of: seculiere) kijk op religie zijn de 'waarheidsclaims' verdwenen uit het religieus onderwijs;
2. religieus onderwijs is in dienst komen staan van de multiculturele samenleving;
3. religieuze verhalen werden gereduceerd tot morele voorbeelden (de barmhartige Samaritaan);
4. door dit alles is religieus onderwijs seculier geworden en is de bevrijdende God uit zicht verdwenen.

Hoe moet het wel?

Bijbelse verhalen moeten in de culturele context van de leerling worden besproken, zodat deze in staat is om zijn eigen theologische interpretaties te ontwikkelen. De betekenis van deze verhalen ligt in de tekst en niet in de lezer.

Waardering

Uitroepteken:

• Beiden benadrukken het eigen karakter van religie.
• Religie is meer dan alleen een bron van handvaten voor een goed leven (met de ander).

Vraagteken:

• Is God het onderwerp van religieus onderwijs óf zijn het wereldbeelden die besproken worden?