Uitleg leerdoel 2











Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.

Stel je vragen aan de docent die gaat streamen. 
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen op tafel. 

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les











Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.

Stel je vragen aan de docent die gaat streamen. 
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen op tafel. 

Slide 1 - Tekstslide

Opwarmer

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn priemgetallen?

Slide 4 - Tekstslide

Ontbind in factoren.    
P=-7q+21 

Slide 5 - Tekstslide


Ontbind het 800p² in als een product van zoveel mogelijk factoren.

Slide 6 - Tekstslide

Ik kan een tweeterm ontbinden.
Succescriteria
Ik weet wat ontbinden in factoren betekent,
Ik kan een tweeterm herkennen.










Slide 7 - Tekstslide

Je hebt eerder geleerd wat termen zijn.


Termen 
Dit zijn de stukje die je bij elkaar optelt of van elkaar afhaalt.
y = 3 + 4x   -->  3 en 4x zijn de termen van deze som.

Aan de rechterkant van het =-teken zie je een tweeterm.

Slide 8 - Tekstslide

Je hebt eerder geleerd wat termen zijn.


Termen 
Dit zijn de stukje die je bij elkaar optelt of van elkaar afhaalt.
y = 3 + 4x   -->  3 en 4x zijn de termen van deze som.

Aan de rechterkant van het =-teken zie je een tweeterm.

Slide 9 - Tekstslide

Ontbinden in factoren
Haakjes werkwerken --> schrijven al een som
3(a+2) = 3a+6

Ontbinden in factoren --> schrijven als een product
4a+6 = 2(2a+3)

We leren tweetermen te schrijven als een product van factoren.
Je bent op zoek naar wat ze gemeenschappelijk hebben.

Slide 10 - Tekstslide

Ontbinden in factoren
Haakjes werkwerken --> schrijven al een som
3(a+2) = 3a+6

Ontbinden in factoren --> schrijven als een product
4a+6 = 2(2a+3)

We leren tweetermen te schrijven als een product van factoren.
Je bent op zoek naar wat ze gemeenschappelijk hebben.

Slide 11 - Tekstslide

Ontbinden in factoren
Haakjes werkwerken --> schrijven al een som
3(a+2) = 3a+6

Ontbinden in factoren --> schrijven als een product
4a+6 = 2(2a+3)

We leren tweetermen te schrijven als een product van factoren.
Je bent op zoek naar wat ze gemeenschappelijk hebben, de gemeenschappelijke factor.

Slide 12 - Tekstslide

Ontbinden in factoren
We leren tweetermen schrijven als een product van factoren.
Je bent op zoek naar wat ze gemeenschappelijk hebben, de gemeenschappelijke factor.

4a+6 =           
De getallen 4 en 6 zijn allebei deelbaar door 2, zet dit getal voor de haakjes.
Bedenk wat er overblijft 2•2=4 en 2•3=6.
4a+6 = 2 (2a+3)

Probeer altijd een zo groot mogelijke factor voor de haakjes te halen!

Slide 13 - Tekstslide

Ontbinden in factoren
We leren tweetermen schrijven als een product van factoren.
Je bent op zoek naar wat ze gemeenschappelijk hebben, de gemeenschappelijke factor.

4a+6 =           
De getallen 4 en 6 zijn allebei deelbaar door 2, zet dit getal voor de haakjes.
Bedenk wat er overblijft 2•2=4 en 2•3=6.
4a+6 = 2 (2a+3)

Probeer altijd een zo groot mogelijke factor voor de haakjes te halen!

Slide 14 - Tekstslide

Ontbinden in factoren
We leren tweetermen schrijven als een product van factoren.
Je bent op zoek naar wat ze gemeenschappelijk hebben, de gemeenschappelijke factor.

4a+6 =           
De getallen 4 en 6 zijn allebei deelbaar door 2, zet dit getal voor de haakjes.
Bedenk wat er overblijft 2•2=4 en 2•3=6.
4a+6 = 2 (2a+3)

Probeer altijd een zo groot mogelijke factor voor de haakjes te halen!

Slide 15 - Tekstslide

Ontbinden in factoren
We leren tweetermen schrijven als een product van factoren.
Je bent op zoek naar wat ze gemeenschappelijk hebben, de gemeenschappelijke factor.

4a+6 =           
De getallen 4 en 6 zijn allebei deelbaar door 2, zet dit getal voor de haakjes.
Bedenk wat er overblijft 2•2=4 en 2•3=6.
4a+6 = 2 (2a+3)

Probeer altijd een zo groot mogelijke factor voor de haakjes te halen!

Slide 16 - Tekstslide

Ontbinden in factoren
We leren tweetermen schrijven als een product van factoren.
Je bent op zoek naar wat ze gemeenschappelijk hebben, de gemeenschappelijke factor.

4a+6 =           
De getallen 4 en 6 zijn allebei deelbaar door 2, zet dit getal voor de haakjes.
Bedenk wat er overblijft 2•2=4 en 2•3=6.
4a+6 = 2 (2a+3)

Probeer altijd een zo groot mogelijke factor voor de haakjes te halen!

Slide 17 - Tekstslide

Ontbinden in factoren (voorbeeld 2)
K = -28a² - 8a

Als we de termen even gaan ontbinden in zoveel mogelijk
factoren krijgen we:
-28a² = -22•7•a•a
-8a = -22•2•a 

Ze hebben beiden gemeenschappelijk:  -2•2•a = -4a

K = -28a² - 8a = -4a (7a+2)
28
--- 2
14 
--- 2
7
--- 7
1
8
--- 2
--- 2
2
--- 2
1

Slide 18 - Tekstslide

Ontbinden in factoren (voorbeeld 2)
K = -28a² - 8a

Als we de termen even gaan ontbinden in zoveel mogelijk
factoren krijgen we:
-28a² = -22•7•a•a
-8a = -22•2•a 

Ze hebben beiden gemeenschappelijk:  -2•2•a = -4a

K = -28a² - 8a = -4a (7a+2)
28
--- 2
14 
--- 2
7
--- 7
1
8
--- 2
--- 2
2
--- 2
1

Slide 19 - Tekstslide

Ontbinden in factoren (voorbeeld 2)
K = -28a² - 8a

Als we de termen even gaan ontbinden in zoveel mogelijk
factoren krijgen we:
-28a² = -22•7•a•a
-8a = -22•2•a 

Ze hebben beiden gemeenschappelijk:  -2•2•a = -4a

K = -28a² - 8a = -4a (7a+2)
28
--- 2
14 
--- 2
7
--- 7
1
8
--- 2
--- 2
2
--- 2
1

Slide 20 - Tekstslide

Ontbinden in factoren (voorbeeld 2)
K = -28a² - 8a

Als we de termen even gaan ontbinden in zoveel mogelijk
factoren krijgen we:
-28a² = -22•7•a•a
-8a = -22•2•a 

Ze hebben beiden gemeenschappelijk:  -2•2•a = -4a

K = -28a² - 8a = -4a (7a+2)
28
--- 2
14 
--- 2
7
--- 7
1
8
--- 2
--- 2
2
--- 2
1

Slide 21 - Tekstslide


Wat is de gemeenschappelijke factor in de formule  y= 81x² -18x?

timer
1:00

Slide 22 - Open vraag

Ontbind in factoren.    
P=-7q+21 

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
Heb je aantekeningen genoteerd in je schrift?

Maak opgaven: 



Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen via de volgende slides.
Ondersteunende route: O2, 3, O5, 6, 7, 8
Doorlopende route: 2, 3, 5, 6, 7, 8
Uitdagende route: 2, 3, 7, 8, U1, U2
Ondersteunende route: 10, 12, 13, 14, 15, 16
Doorlopende route: 10, 12, 13, 14, 15, 16
Uitdagende route: 12, 13, 15, 16, U3, U4

Slide 24 - Tekstslide

Bedankt voor vandaag!
Ga thuis verder met 
de lessen in LessonUp!

Slide 25 - Tekstslide