20240212 Mask BASVMBO leerjaar 1 Thema's pol-jur 10

BASVMBO











David Lindenaar
Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie
david.lindenaar@vonknh.nl


Maatschappijkunde
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

BASVMBO











David Lindenaar
Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie
david.lindenaar@vonknh.nl


Maatschappijkunde

Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Slide 3 - Tekstslide

Maatschappijkunde: 
Thema's kgt examenkatern politiek
LESSEN VOOR SO 3:
18-12: 1. De maatschappij en de politiek
20-12: 2. Rechtsstaat, democratie en dictatuur
08-01: 3. Politieke partijen
10-01: 4. Politieke stromingen
15-01: 5. Kabinet en regering
17-01: 6. Het parlement
22-01: 7. Politieke besluitvorming
05-02: 8. Gemeente en provincie
07-02: 9. Nederland en Europa
12-02: 10. De toekomst van de Nederlandse politiek


  
Thema's kgt examenkatern criminaliteit

LESSEN VOOR SO 3:
14-02: 1. Wat is criminaliteit?
26-02: 2. Ons beeld van criminaliteit
28-02: 3. Oorzaken van criminaliteit
04-03: 4. Nederland is een rechtsstaat
06-03: 5. Het strafrecht
11-03: 6. Van politie naar officier
13-03: 7. Voor de rechter
18-03: 8. Straf
20-03: 9. Criminaliteitsbeleid
25-03, 27-03, 01-04, 03-04: ntb
Toetsweek 3: ma 08-04 t/m vrij 12-04

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik op 07-02: 

Les 9. Nederland en Europa

Slide 5 - Tekstslide

9.1 De geschiedenis van de EU

Het belangrijkste internationale
samenwerkingsverband voor Nederland is de Europese Unie (EU).

In 1951 opgericht als de Europese Gemeenschap voor Kolen
en Staal (EGKS).

Het succes van de EGKS leidde in 1957 tot de oprichting van
de Europese Economische Gemeenschap (EEG).

Vervolgens in 1992 de Europese Unie.




Slide 6 - Tekstslide

Geschiedenis Europese Unie

Slide 7 - Tekstslide

Leden van de EU:

Slide 8 - Tekstslide

9.1 De geschiedenis van de EU

De Europese Unie heeft vier doelstellingen:
  1. Vrede en veiligheid
  2. Economische samenwerking:
    Er is vrij verkeer van goederen, diensten, geld en mensen.
    De EU garandeert eerlijke concurrentie.
    Er is een gemeenschappelijk landbouwbeleid.
  3. Welzijn
  4. Europese waarden




Slide 9 - Tekstslide

9.1 De geschiedenis van de EU

Voorwaarden toetreding
Een land dat lid wil worden moet:
  • in Europa liggen;
  • een democratie zijn;
  • een rechtsstaat zijn;
  • de mensenrechten garanderen;
  • een goed draaiende markteconomie hebben.


Slide 10 - Tekstslide

Europese samenwerking
Terreinen waarop de Europese Unie samenwerkt:


  • Economie: vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal: de interne markt.
  • 19 landen maken deel uit van de Eurozone (kan je met euro betalen).
  • Aanpak criminaliteit (bijv terrorisme, drugshandel).
  • Aanpak migratie en opvang vluchtelingen.
  • Afspraken over milieubeleid
  • Gelijke regels (bijv voor consumentenbescherming).
  • Gezamenlijk buitenlandbeleid.

Slide 11 - Tekstslide

9.2 De invloed van de EU

Buitenlands beleid
Milieuwetgeving
Justitie
Economische samenwerking




Slide 12 - Tekstslide

9.2 De invloed van de EU


Er zijn nog meer voorbeelden van economische samenwerking:
  1. De rechten van de consument worden door EU-regels beschermd.
  2. Producten binnen de EU moeten voldoen aan strenge eisen.
  3. De invoering van het Europees burgerschap.




Slide 13 - Tekstslide

9.2 De invloed van de EU
Pluspunten
  1. Samenwerking is noodzakelijk om problemen rondom bijvoorbeeld immigratie, milieu en economie op te kunnen lossen.
  2. Een samenwerkend Europa staat sterker tegenover grote autoritaire landen als China en Rusland.
  3. Samenwerking verkleint de kans op conflicten tussen landen (lidstaten onderling en met andere landen).

Slide 14 - Tekstslide

9.2 De invloed van de EU
Kritiekpunten

  1. Er is weinig democratische controle door de burgers.


  2. Veel mensen vinden de politieke besluitvorming ingewikkeld.


  3. Door de groei van de Europese Unie is de invloed van Nederland verminderd.
  4. De EU beperkt de zelfstandigheid van de lidstaten

    Brexit: Het laatste kritiekpunt was in 2016 voor Groot-Brittannië de belangrijkste
reden om uit de Europese Unie te stappen.





Slide 15 - Tekstslide

3.8 Internationale politiek

Slide 16 - Tekstslide

9.3 Het bestuur van de EU

Uitvoerend: De Europese Commissie: De Commissie is vergelijkbaar met het kabinet in de Nederlandse politiek: een dagelijks bestuur.
De Raad van Ministers: In deze raad zijn de regeringen van alle EU landen vertegenwoordigd.
Europese Raad

Wetgevend: Het Europees Parlement: Elke vijf jaar worden de leden gekozen door de inwoners van alle lidstaten.

Rechtsprekend: Europees Hof van Justitie



Slide 17 - Tekstslide

Les 9. Nederland en Europa

Slide 18 - Tekstslide

Bestuur van de EU 
(uitvoerende macht)
Europese Commissie: Dagelijks bestuur (vergelijkbaar met een regering).

Elke EU-lidstaat levert één commissaris (soort minister).

Wopke Hoekstra (CDA) vice-voorzitter en verantwoordelijk voor de ‘Green deal’ 
Europese Commissie

Slide 19 - Tekstslide

Europees Parlement
  • In ieder land worden parlementsleden (volksvertegenwoordigers) voor het Europees Parlement gekozen.
  • Belangrijkste taken: vaststellen Europese wetten en het budget van de EU.
  • Aantal zetels: 705 (vanuit Nederland 26).
  • Parlementariërs zitten vaak samen in een fractie met parlementariërs uit andere landen.

Slide 20 - Tekstslide

Hof van Justitie van de Europese Unie
  • Rechtsprekende macht van Europese Unie.
  • Doet uitspraken op basis van EU-wetten.
  • Elke lidstaat levert een rechter (27 rechters).
  • Uitspraken van het hof gaan boven die van een Nederlandse rechter.

Slide 21 - Tekstslide

ECB: Europese Centrale Bank
  • Houdt toezicht op financieel gebied binnen de EU
    (ook buiten de Eurozone).
  • Kan de inflatie beïnvloeden door de rente
    op de euro te bepalen.
  • Kan optreden wanneer landen in financiële
    problemen komen.

Slide 22 - Tekstslide

Les 9. Nederland en Europa

Besluiten en richtlijnen


De Europese Raad

Het Europees Hof van Justitie


Slide 23 - Tekstslide

12-02:

Les 10. De toekomst van de Nederlandse politiek

Slide 24 - Tekstslide

Lesdoel 12-02: Les 10. 
De toekomst van de Nederlandse politiek

  • 10.1 Knelpunten in de politiek
  • 10.2 Verbeteringen




DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
Les 10. De toekomst van de Nederlandse politiek 
(pag. 114-123)
opdrachten 01 - x + Begrippen en samenvatting

Slide 25 - Tekstslide

Zelfwerktijd 12-02: 
Les 10. 
De toekomst van de Nederlandse politiek
Pagina 122-123: 
Begrippen en samenvatting
timer
15:00
Les 10:
pag. 114-123
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10





11
12
13
14
15
16
17


Begr
Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 26 - Tekstslide

10.1 Knelpunten in de politiek
Knelpunten:
  
  1. Kloof tussen kiezers en politici
  2. Compromissen sluiten. Compromissen: afspraken waarbij alle partijen een beetje toegeven.
  3. De waan van de dag
  4. Geen vaste achterban. zwevende kiezers: mensen die tot kort voor ze gaan stemmen niet weten welke partij hun stem krijgt.

Slide 27 - Tekstslide

10.1 Knelpunten in de politiek

Nog meer knelpunten:

5. Steeds meer kleine partijen
6. versplintering: er zijn veel partijen met elk maar weinig zetels.
7. Hardnekkige problemen
8. Bureaucratie





Slide 28 - Tekstslide

Zelfwerktijd 12-02: 
Les 10. 
De toekomst van de Nederlandse politiek
Pagina 114-117: 
Vragen 01 - 08
timer
15:00
Les 10:
pag. 114-123
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10





11
12
13
14
15
16
17


Begr
Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 29 - Tekstslide

10.2 Verbeteringen
Oplossingen:


  1. Verkleinen kloof: het referendum. Voordelen, maar ook nadelen.
  2. Verkleinen kloof: gekozen politici.
  3. Meerderheidsstelsel (districtenstelsel): geen compromissen. Dus ook regionale kandidaatstelling.
  4. Stemplicht: alle kiezers tijdens verkiezingen verplicht zijn hun stem uit te brengen.
  5. Kiesdrempel: een percentage van het aantal stemmen dat een partij moet krijgen om in het parlement te komen.
  6. Deregulering: het verminderen van officiële regelingen, wetten en bemoeienissen van de overheid.



Slide 30 - Tekstslide

Zelfwerktijd 12-02: 
Les 10. 
De toekomst van de Nederlandse politiek
Pagina 118 - 121 
Vragen 09 - 17
timer
15:00
Les 10:
pag. 114-123
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10





11
12
13
14
15
16
17


Begr
Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 31 - Tekstslide

Terugblik 12-02: Les 10. 
De toekomst van de Nederlandse politiek

  • 10.1 Knelpunten in de politiek
  • 10.2 Verbeteringen




DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
Les 10. De toekomst van de Nederlandse politiek 
(pag. 114-123)
opdrachten 01 - x + Begrippen en samenvatting

Slide 32 - Tekstslide