2.1 t/m 2.4: Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog (belangrijkste dia's)

HO | H2 | De Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
2.1 t/m 2.4 Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog
De belangrijkste dia's!
2.1 t/m 2.4: Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog (belangrijkste dia's)
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

HO | H2 | De Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
2.1 t/m 2.4 Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog
De belangrijkste dia's!
2.1 t/m 2.4: Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog (belangrijkste dia's)

Slide 1 - Tekstslide

deze les
herhalen h2
formatieve toets H1
Formatieve toets H2 staat open
Quiz staatsinrichting

Slide 2 - Tekstslide

Belangrijkste dia's 2.1
2.1 Spanning in Europa

Slide 3 - Tekstslide

In het 'verkeerde' land!
  • Veel volken (nationaliteiten) in landen die liever bij een ander land wilde horen!

  • Bosnië is in 1914 deel van Oostenrijk-Hongarije, maar niet iedereen is daar blij mee. 
  • Een groep nationalisten, de Bende van de Zwarte Hand, wil bij Servië horen.

Bosnië-H. hoorde bij Oostenrijk-Hongarije. Er woonden veel Serviërs. Serviërs die liever bij Servië wilde horen.
Tekst kopje 2.1: Nationalisme

Slide 4 - Tekstslide

Een schot in Sarajevo



Gavrilo Princip vermoordt Franz-Ferdinand.

De kroonprins van Oostenrijk-Hongarije bracht op 28 juni 1914 een bezoek aan de Bosnische stad Sarajevo. Daar wordt hij vermoord door de Bende van de Zwarte Hand.

Dit was de aanleiding (directe oorzaak).
Hierdoor brak de oorlog uit!
Tekst kopje 2.1: Wie waren Franz-Ferdinand en Gavrilo Princip?

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaak
Nationalisme


  • In Europa voor 1900 was er veel nationalisme.
  • Het betekent: extreme trots op het eigen volk en land: 'Ons land is het beste!'

Dit gaf veel problemen!
  • Landen vinden dat ze meer mogen dan andere landen, omdat hun volk het beste is!
  • Soms zaten volken in het 'verkeerde land' en wilde deze volken liever bij een land horen waar hun volk in de meerderheid was! Andere volken hadden nog geen (groot) land, maar wilde dat wel hebben!
Tekst kopje 2.1: Nationalisme

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaak
Militarisme
-> Wapenwedloop



  • Vooral tussen Engeland en Duitsland ontstaat 
  • een felle strijd om wie de sterkste en meeste wapens heeft
  • Groot leger was belangrijk​
  • Afschrikken van de vijand​

  • De industrie zorgde voor veel wapens​
  • Je mocht niet minder hebben dan je vijand​

  • Er moesten steeds nieuwe bijgemaakt worden






Tekst kopje 2.1: Militarisme en bondgenootschappen

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaak
Bondgenootschappen
Tekst kopje 2.1: Militarisme en bondgenootschappen

Slide 8 - Tekstslide

Bondgenootschappen
(tot 1917)

  • Geallieerden/Triple Alliantie:
    Frankrijk, Engeland, Rusland, Italië, Servië

  • Centralen/Triple Entente:
    Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Turkse Rijk, Bulgarije

  • Neutrale landen:
    Nederland, Spanje, Zwitserland, Noorwegen, Zweden


  • Landen gaan met elkaar samenwerken
  • Bondgenootschappen gaven een veilig gevoel​
Tekst kopje 2.1: Militarisme en bondgenootschappen

Slide 9 - Tekstslide

Belangrijkste dia's 2.2
2.2 Een gruwelijke oorlog

Slide 10 - Tekstslide

Von Schlieffen-plan
  • Duitsland was ingesloten tussen twee vijanden: Frankrijk en Rusland
  • Om een tweefrontenoorlog te voorkomen wilden de Duitsers met dit plan eerst snel Frankrijk uitschakelen (6 weken), om daarna Rusland te kunnen verslaan.
  • Dit moest via België, want de grens tussen Frankrijk en Duitsland werd zwaar bewaakt door Frankrijk.
  • Duitsland valt het neutrale België aan en Frankrijk en Engeland verklaren Duitsland de oorlog om België te helpen!
Tekst kopje 2.2: Het Von Schlieffen-plan

Slide 11 - Tekstslide

Loopgraven (1)
  • De wapens zijn zo krachtig geworden, dat vechten op een open veld zelfmoord zou zijn

  • Loopgraven zorgen voor meer beschutting

  • In totaal wordt er aan het Westfront 40.000 km aan loopgraven aangelegd
Tekst kopje 2.2: Loopgraven

Slide 12 - Tekstslide

Duidelijk?
- Hoe verliep de Eerste Wereldoorlog?
- Wat waren de kenmerken van deze oorlog?

  • Veel enthousiaste vrijwilligers
  • Door nieuwe wapens ontstonden loopgraven in het westen van Europa, Front ligt 'stil'!
  • Het leven in loopgraven was zwaar
  • Veel slachtoffers (vooral soldaten)
  • Nieuwe wapens:
    o.a. mitrailleur, vlammenwerper, tank, vliegtuig, duikboot, gifgas, prikkeldraad, enz.


Tekst kopje 2.2: Nieuwe wapens

Slide 13 - Tekstslide

Belangrijkste dia's 2.3
2.3 Een nieuw Europa

Slide 14 - Tekstslide

Een totale oorlog
  • De Eerste Wereldoorlog was een totale oorlog.
  • Een oorlog waarbij de hele samenleving is betrokken
    (dus niet alleen soldaten/het leger).

Bijvoorbeeld:
  • Verdriet en gemis (miljoenen dode soldaten)
  • Schade (huizen, fabrieken en infrastructuur)
  • Handel (lag stil)
  • Gebrek (geen producten meer)
  • Fabrieken (produceerden alleen voor de oorlog)
  • Vrouwen (moesten buitenshuis werken)




Tekst kopje 2.3: Totale oorlog

Slide 15 - Tekstslide

Censuur en propaganda
  • Een kenmerk van de Eerste Wereldoorlog is censuur en propaganda.

Censuur:
  • Thuis moesten mensen denken dat het goed ging! 
  • De waarheid werd niet verteld, ook niet in afbeeldingen, tekst e.d.

Propaganda:
  • Het eigen leger was het beste en de vijand was slecht!

  • De mensen thuis mochten de waarheid niet weten!
  • Zo werd onrust voorkomen!





Tekst kopje 2.3: Totale oorlog

Slide 16 - Tekstslide

  • Duitsland moest een deel van zijn grondgebied afstaan.
  • Duitsland moest zijn koloniën afstaan
    (geen wereldmacht meer).
  • Duitsland mocht een klein leger hebben
    (100.000 maximaal).
  • Duitsland moest een schadevergoeding betalen
    (132 miljard goudmark - bijna 70 miljoen euro).
  • Demilitarisatie van het Rijnland


Verdrag van Versailles
In 1919 werd de Vrede (of Verdrag) van Versailles getekend
Tekst kopje 2.3: Wapenstilstand en vrede

Slide 17 - Tekstslide

Amerikaanse president Wilson

  • Oprichting Volkenbond (voorloper Verenigde Naties: 'eerst praten, dan vechten').
  • Tientallen landen doen mee.

  • Jammer genoeg was het geen succes!
Tekst kopje 2.3: Nooit meer oorlog!

Slide 18 - Tekstslide

Belangrijkste dia's 2.4
2.4 Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog

Slide 19 - Tekstslide

Slechte Economie


De handel kwam stil te liggen door:
- De zeeblokkades
  (O.a. Engeland en Frankrijk)
  => Neutrale schepen moeten bewijzen dat
       de lading niet voor Duitsland is. 
       Dit lukt niet altijd (lading kwijt)!
- De Onbeperkte duikboot-oorlog 
  (Duitsland).
  => Handelsschepen zonken (lading kwijt).



Oorlog is slecht voor de internationale handel.
Wereldhandel:
De handel tussen landen in de wereld.
Tekst kopje 2.4: Tekorten

Slide 20 - Tekstslide




  • Er was minder handel.
  • Bedrijven moesten sluiten.
  • De werkloosheid nam toe.
  • Er waren tekorten.

  • De prijzen werden
     hoger
    .




  • Alles moest eerlijk verdeeld worden.
  • Anders krijgen rijken alles en de armen niks.
  • Er kwam een distributiesysteem.
  • Je moest een bon inleveren als je iets wilde kopen.
  • Zoals brood, vlees, zeep en brandstof.


Tekorten 
Gebrek:
Er is te weinig aan alles, bijv. eten, drinken, kleding, geld.
Wanneer er meer vraag is dan aanbod worden prijzen hoger.
Bijv. wanneer er minder eten is (aanbod) dan mensen die honger hebben (vraag), dan willen mensen meer betalen om toch het eten te krijgen. De prijs van eten wordt dan hoger.
Distributie 
Tekst kopje 2.4: Tekorten

Slide 21 - Tekstslide

Mobilisatie
1914




  • Nederland was neutraal en wilde dit blijven.
  • Ook België wilde neutraal zijn, maar was toch aangevallen door Duitsland!

  • Nederland was ook bang om aangevallen te worden.
  • Er werden 200.000 mannen gemobiliseerd.
  • Ze bewaakte de hele oorlog lang de Nederlandse grenzen.
Het leger gereed maken voor oorlog.
Tekst kopje 2.4: Mobilisatie

Slide 22 - Tekstslide

Vluchtelingen

  • Nederland nam rond de 1 miljoen vluchtelingen uit België op.

  • Ook veel soldaten (uit België en andere landen) vluchten voor de oorlog. 
  • Ze werden ontwapend en gevangen gezet in kampen.
Tekst kopje 2.4: Op de vlucht

Slide 23 - Tekstslide

Dodendraad
  • De Dodendraad was door de Duitsers aangelegd tussen België en Nederland.
  • Zo wilden ze voorkomen dat geallieerde soldaten, Duitse deserteurs, spionnen of oorlogsvrijwilligers naar, van of door België konden reizen.
  • Op de draad stond 2000 volt.
  • Zo rond de 1000 mensen zijn om het leven gekomen.
Tekst kopje 2.4: Op de vlucht

Slide 24 - Tekstslide

Angst voor revolutie
Tijdens de oorlog was er honger, kou en ziekte... ook in Nederland!
  • De oorlog zorgt voor opkomst van communisten.
  • Een groep fanatieke arbeiders.
  • Zij willen met geweld de macht grijpen.

  • Dit lukt in Rusland.
  • Bijna in Duitsland.

  • In 1918 probeert Troelstra het in Nederland.
  • Maar dat mislukt.
  • Dit wordt 'De vergissing van Troelstra' genoemd.



Grote verandering, waar vaak geweld bij wordt gebruikt.
Tekst kopje 2.4: De vergissing van Troelstra

Slide 25 - Tekstslide