H.6 De Macht van de Media

H.6 De macht van de media
Wat gaan we doen? 
bespreken H.5
uitleg H.6


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H.6 De macht van de media
Wat gaan we doen? 
bespreken H.5
uitleg H.6


Slide 1 - Tekstslide

Hoofdvragen:
  • Welke beïnvloedingstheorieën zijn er? 
  • Welke discussies worden   gevoerd over de media
Begrippen:
  • Socialisatie
  • Beeldvorming
  • Vooroordeel & stereotype
  • manipulatie & indoctrinatie
  • injectienaald theorie
  • multiple-step-flow
  • selectieve perceptie
  • agenda theorie

Slide 2 - Tekstslide

Beeldvorming door de media
De media hebben een grote rol in onze socialisatie 
=>  het aanleren van waarden, normen en andere kenmerken binnen een samenleving. 

De media bepaalt bijvoorbeeld wat we weten en hoe we denken over gebeurtenissen, personen of groepen 
=> de media beïnvloedt onze beeldvorming= de gedachtes die ontstaan bij iets of iemand

Slide 3 - Tekstslide

Beeldvorming door de media
Deze beeldvorming komt niet altijd overeen met de werkelijkheid

  • Het beeld 'vrouwen moeten mooi zijn', zorgt er voor dat meisjes/vrouwen vaak onzeker zijn over hun uiterlijk. Zij baseren het 'ideale uiterlijk' op beelden uit de media
  • De werkelijkheid is heel anders: een meisje zonder make-up is niet lelijk, een jongen met bril is geen nerd en een man met een witte jas is niet persé dokter. Niet elke liefdesrelatie verandert in een sprookje aan het eind... 

De media creëren onbedoeld vooroordelen => een mening over iets of iemand zonder dat dit gebaseerd is op feiten. 

Slide 4 - Tekstslide

Stereotypes
Rolpatronen geven een te 'simpel' beeld van hoe iemand zich in een bepaalde rol moet gedragen. Hierdoor ontstaan stereotyperingen / stereotypes
=>  een simpele en niet altijd kloppende verwachting van een persoon of groep. 

Vaak wordt een bepaalde eigenschap extreem versterkt: In series of films is een homoseksueel vaak enorm extrovert, en zijn de blonde meisjes niet altijd de slimste...

Slide 5 - Tekstslide

'Typische' Amerikaan
'Typische' Nederlander

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kunnen deze vooroordelen en stereotypen ontstaan?

Slide 7 - Tekstslide

Rolpatronen
Media maken gebruik van bestaande beeldvorming, ook wel rolpatronen genoemd => het gedrag laten zien dat van je wordt verwacht
  • Jongens zijn stoer, meisjes zijn lief , mannen zorgen voor geld, vrouwen zorgen voor het huishouden
Deze rolpatronen zijn natuurlijk een beetje 'oud', zo werkt het niet meer tegenwoordig.  Toch houdt de media deze rolpatronen in stand. 

Slide 8 - Tekstslide

Beinvloedingstheorieen 
Hoe groot is de invloed van media en hoe denkt de wetenschap over deze invloed? Zes theorieën: 

1. Injectienaaldtheorie
2. Framingtheorie
3. Media als betekenisverlener
4. Theorie van selectieve perceptie
5. Agendatheorie
+ multiple step flow theorie

Slide 9 - Tekstslide

  Injectienaaldtheorie
'Druppel voor druppel' spuit de massamedia ons vol met ideeën
Het publiek neemt hun boodschap over wat is beïnvloedbaar.

  • Manipulatie = het geven van vervormde informatie, zoals het weglaten van feiten zonder dat het publiek dit merkt. 
  • Indoctrinatie = systematisch en voortdurend opdringen van bepaalde  opvattingen en meningen aan het publiek. 

Voorbeeld = gewelddadige films en games kunnen aanzetten tot agressie.  Het voortdurend tonen van een sterke leider (in een dictatuur)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Framingtheorie
De media kunnen een onderwerp, bewust of onbewust, op een bepaalde manier framen

Hierdoor kan de manier waarop de ontvangers gaan nadenken en praten over het onderwerp gestuurd worden.

Denk aan: 'Een tsunami van vluchtelingen'  of de 'Gascrisis' 


Aantekening voor het examen

Slide 12 - Tekstslide

Multiple-step-flowtheorie


Niet de media zelf, maar de mensen die in de media voorkomen hebben invloed. 
Deze mensen noemen we ook wel opinieleiders  => mensen met een sterk gezag, die invloed hebben op anderen. 

De mening van deze opinieleiders wordt overgenomen door personen die naar hun programma's of nieuwsonderdelen kijken. 

Voorbeeld => bekende mensen of wetenschappers die ergens hun mening over geven.  Denk bijvoorbeeld aan DWDD, ZML of Jinek

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Media als betekenisverlener

De media zijn niet alleen middelen voor communicatie, zij hebben ook betekenis.  Deze betekenis is bijvoorbeeld het nodig hebben van informatie of amusement, mensen kijken lang TV of volgen apps  = The Fear Of Missing Out

Op langere termijn hebben de media invloed omdat ze 
hierdoor waarden en normen overdragen. 



Slide 15 - Tekstslide

Theorie van Selectieve Perceptie
Theorie gaat niet over de macht van de media, maar van de mediagebruikers.  Het referentiekader bepaalt hoe zij een keuze maken uit de aangeboden informatie en werkt dus als een soort filter, dat sommige informatie wel of niet doorlaat.  

Alleen de informatie die interessant gevonden wordt, wordt gekeken. 

Voorbeeld: Rokers zappen weg bij een programma over een rookverbod.  Coronaontkenners kijken niet naar programma's waar uitleg over corona is die niet past... 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Agendatheorie
De media bepaalt niet WAT we denken, maar WAAROVER we denken. 
  • Ook op de politieke agenda hebben de media invloed:  De politici horen, zien en lezen dingen waar ze iets aan willen veranderen. 
We praten bijvoorbeeld over het draagvlak voor de lockdown,  de eindexamens, de terrassen openen en de boetes , maar de media bepaalt niet WAT we hierover denken. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Mediawijsheid

Je moet voorzichtig zijn en kritisch omgaan met media. Het is belangrijk dat: 
  • Je jezelf afvraagt of de informatie wel betrouwbaar is. 
  • Hoe ga je met persoonlijke gegevens om? 
  • Je meerdere nieuwsbronnen bekijkt
  • Je kijkt naar de kleur van het tijdschrift of de krant (rechts/links, uitgegeven door belangenorganisatie etc.) 

Slide 20 - Tekstslide

Injectienaald
-theorie
De Multiple-step-
flowtheorie
Media =
Betekenis
verlener
Selectieve
perceptie
Agenda
-theorie
Publiek neemt boodschap makkelijk over 
Als er veel over gepraat wordt komt het op de politieke agenda
Invloed van media is erg sterk
Mensen bepalen zelf hun keuze
Opinieleider heef invloed op ontvanger

Slide 21 - Sleepvraag

Koppel de juiste beschrijving (links) aan de juiste theorie (rechts).
Je kan de antwoorden slepen.
Injectienaaldtheorie
Theorie van de selectieve perceptie
Multiple-step-flowtheorie
Agendatheorie
Theorie die laat zien dat de media weinig invloed hebben op de manier waarop mensen denken, maar veel invloed op de onderwerpen waarover we denken.
Theorie die  laat zien dat de media veel directe invloed hebben op het doen en laten van mensen.
Theorie die laat zien dat de media alleen directe invloed hebben op mensen via gezaghebbende personen.
Theorie die laat zien dat de media alleen invloed hebben op datgene wat mensen willen horen of zien.

Slide 22 - Sleepvraag

Discussie over de media
De macht van mediabedrijven
Digitale media is in handen van een paar grote bedrijven > Google, Facebook en Twitter Deze bedrijven hebben veel macht:
  • welk nieuws wij wel en niet zien
  • accounts blokkeren
  • verzamelen data om jou passende content te laten zien

Waarom is hier kritiek op?
  • Bedrijven doet te weinig om bubbels te voorkomen




Slide 23 - Tekstslide

Discussies over de media 
Informatie op internet blijft zichtbaar.   
In Europa kan je vragen of een zoekmachine 'hits' over jou/jouw bedrijf verwijderd. Europeanen hebben het recht om vergeten te worden.  

Digitale media heeft een lage drempel, iedereen kan meedoen > gevolg is dat reageren makkelijk is en anoniem kan > pesten en dreigen komt veel voor. 

Iedereen kan  berichten plaatsen. Er worden ook veel leugens/beweringen geplaatst/berichten worden niet gecontroleerd zoals 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link