6.6 - Geslachtelijke voortplanting (ha1)

Welkom!
Jas aan de kapstok/in je kluis
Telefoon in de telefoontas
Boek+schrift op tafel
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Jas aan de kapstok/in je kluis
Telefoon in de telefoontas
Boek+schrift op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Thema 6 - Voortplanting bij planten en dieren

Slide 2 - Tekstslide

Thema 6 - Voortplanting bij planten en dieren
6.1 - Bloemen
6.2 - Bestuiving
6.3 - Bevruchting
6.4 - Vruchten en zaden
6.5 - Ongeslachtelijke voortplanting
6.6 - Geslachtelijke voortplanting

Slide 3 - Tekstslide

6.4 Bevruchting + 
6.5 - Ongeslachtelijke voortplanting

Herhaling

Slide 4 - Tekstslide

Wat is ongeslachtelijke voortplanting
A
Wanneer er en een nieuwe plant groeit uit een zaadje
B
Wanneer er een nieuwe plant groeit uit een deel van een plant

Slide 5 - Quizvraag

Een vrucht is..
A
een bevruchte eicel
B
een rijp vruchtbeginsel
C
het zaad
D
een stuifmeelbuis

Slide 6 - Quizvraag

Ongeslachtelijke voortplanting komt voor bij...
A
Dieren
B
Bacteriën
C
Planten
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 7 - Quizvraag

Uitlopers en wortelstokken zijn voorbeelden van...
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 8 - Quizvraag

Waaruit ontstaat het vruchtvlees van een vrucht ?
A
Bevruchte eicel
B
Zaadbeginsel
C
Vruchtbeginsel
D
Bloembodem

Slide 9 - Quizvraag

Een knol is een :
A
verdikte stengel
B
verdikte wortel
C
verdikte knop
D
zaadje

Slide 10 - Quizvraag

Hoe wordt deze vrucht met zaden verspreid?
A
Door dieren
B
Door de wind
C
Door de plant zelf

Slide 11 - Quizvraag

Een bol is een :
A
korte stengel met rokken
B
verdikte wortel met rokken
C
verdikte knop
D
een zaadje

Slide 12 - Quizvraag

6.6 - Geslachtelijke voortplanting

Slide 13 - Tekstslide

Doelen van de paragraaf
Je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert
Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting

Slide 14 - Tekstslide

Geslachtscellen
  • Bij geslachtelijke voortplanting vindt er bevruchting plaats
  • Altijd door twee geslachtscellen
  • Één vrouwelijk, en één mannelijk

Slide 15 - Tekstslide

Reductiedeling
  • Meiose
  • Wat betekent reductie?
  • Meiose vindt plaats bij geslachtscellen
  • Geslachtscellen hebben de helft van de chromosomen van een lichaamscel -> bij de mens dus 23

Slide 16 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting (reductiedeling = meiose) plus bevruchting en gewone celdeling voor groei)

Slide 17 - Tekstslide

Mitose
Meiose
  • Gewone celdeling
  • Aantal chromosomen blijft gelijk
  • Kopie van de eerste cel (meer cellen betekent dus groei)
  • Reductiedeling
  • Aantal chromosomen halveert
  • Er ontstaan geslachtscellen
  • Stuifmeelkorrel
  • Eicel
  • Zaadcel

Slide 18 - Tekstslide

Bevruchting zaadplant

Slide 19 - Tekstslide

UITWENDIGE bevruchting
Bevruchting BUITEN het lichaam.
> vissen, kikkers
INWENDIGE bevruchting
Bevruchting IN het lichaam.
> mensen, katten, honden  

Slide 20 - Tekstslide

Vragen

Slide 21 - Tekstslide

Uitlopers en wortelstokken zijn voorbeelden van...
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 22 - Quizvraag

Welke afbeelding is normale celdeling (mitose) en welke is voor geslachtscellen (meiose)?
A
A: meiose B: mitose
B
A: mitose B: meiose

Slide 23 - Quizvraag

Wanneer vindt in een plant meïose plaats?
A
Tijdens de bevruchting
B
Tijdens de bestuiving
C
Bij de vorming van een vrucht
D
Bij de vorming van stuifmeel

Slide 24 - Quizvraag

Bevruchting in het lichaam van het vrouwtje heet
A
Inwendige bevruchting
B
Uitwendige bevruchting

Slide 25 - Quizvraag

Bij veel insecten vindt inwendige bevruchting plaats.
Wat voor een soort voortplanting is dit?
A
ongeslachtelijke voortplanting
B
geslachtelijke voortplanting

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een dier dat aan inwendige bevruchting doet?
A
Mens
B
Kikker
C
Vissen
D
Appelboom

Slide 27 - Quizvraag

Aan het werk
Maken: 
H: 1 t/m 8
V: 1 t/m 9

Eerder klaar? 
Blooket

Begrippen
geslachtscellen
meiose
uitwendige bevruchting
inwendige bevruchting

Leerdoelen:
Je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert
Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht 5
Kiezen uit:
- bevruchte eicel
- bevruchting
- celdeling
- geslachtscel
- lichaamscel
- meiose

sommige woorden meerdere keren
gebruiken

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht 5
Kiezen uit:
- bevruchte eicel
- bevruchting
- celdeling
- geslachtscel (2x)
- lichaamscel
- meiose (2x)

sommige woorden meerdere keren
gebruiken

Slide 30 - Tekstslide