Leefstijl en Infectieziekten

Lesdoel en terugblik
-We zoeken naar de betekenis van het woord leefstijl, leren hoe we gezond kunnen leven en verbeteren onze keuzes!

- Wat is het verschil tussen
geestelijk, lichamelijk en sociaal ziek
zijn?

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Lesdoel en terugblik
-We zoeken naar de betekenis van het woord leefstijl, leren hoe we gezond kunnen leven en verbeteren onze keuzes!

- Wat is het verschil tussen
geestelijk, lichamelijk en sociaal ziek
zijn?

Slide 1 - Tekstslide

Basisstof 3.1
- Wat betekent het begrip leefstijl?
- Wat betekent het begrip leefstijl ziekte?
-Is slechtziendheid een leefstijlziekte? 
En verstandelijke handicap?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Leefstijl
  • Je leefstijl is de manier van leven en alles wat je doet en kiest. Als je gezond leeft heb je minder kans op ziekten.
  • Bijv: longkanker, slechte tanden of hart en vaat ziekten.
  • Gevolgen ontstaan na een lange tijd.

Slide 5 - Tekstslide

Longen van roker en niet roker

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Vragen
1. Wat eet jij in je lunchpauze, neem je eten mee? 

2. Ga je wel eens naar de Plus in je tussenuur en wat koop je dan?


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Infectieziekten
Wat zijn infectieziekten?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Leerdoelen paragraaf 2
  • Leren we verschillen tussen bacteriën en virussen.
  • Informatie over Corona.
  • Preventie. 

Slide 12 - Tekstslide

Corona virus
- Hoe is het corona virus ontstaan?
- Hoe raken anderen besmet door corona?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Besmettelijke ziekten. P3



  • Een ander woord voor een besmettelijke ziekte is een ........ ziekte.

    Bijvoorbeeld: diarree en griep.

Slide 15 - Tekstslide

Bacterie en virus
  • Besmet worden betekend dat ziekteverwekkers in je lichaam komen.
  • Ziekteverwekkers zijn bacteriën en virussen. 
  • Ze worden meer door te delen.

Slide 16 - Tekstslide

Schimmels
  • Ook ziekteverwekkend 
  • Bijvoorbeeld: zwemmerseczeem (voetschimmel)
  • Vochtig en warme plekken (zwembad)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Link

  • Virussen zijn kleiner dan bacteriën.
  • Een virus kun je alleen zien met een speciale microscoop.
  •  Virussen delen in een cel.

  • Bacteriën kunnen goed of slecht zijn.
  • Bestaan uit één cel, maar kunnen meer worden doordat ze delen.
  • Kun je met het oog zien?.

Slide 20 - Tekstslide

Hoe komen ziekteverwekkers in je lichaam?

Slide 21 - Tekstslide

Hoe komen ze in je lichaam?
   Eten & drinken             Inademen lucht              Vrijen                      Besmette naald

Slide 22 - Tekstslide

Preventie ziekten
  • Preventie ?
  • Voorkom besmetting door hygiëne:

  1. Je lichaam schoon houden
  2. Je huis en je kleren schoon houden
  3. Schoon werken als je voedsel klaar maakt

Slide 23 - Tekstslide

Casus 
Als je verkouden bent zitten virussen in je lichaam. Die kunnen door gegeven worden door je adem, hoest of doordat je niest. Het virus kruipt in de cel en wordt daar de baas. Tot dat de cel open barst. Dan verspreiden de vermeerderde virussen naar andere cellen en worden daar ook weer de baas. Wat voor stof maakt je lichaam om deze virussen tegen te gaan? En door welke soort cellen?

Slide 24 - Tekstslide

Parasieten
  • Virus/ organisme die in leven blijft met behulp van iemand anders.
  • Bijvoorbeeld:  luizen, vlooien, teken.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Inenten
1. Wie wordt er binnenkort ingeënt tegen meningokokken? (Bacterie) 

2. Wat spuiten ze in je lichaam als je word ingeënt voor de Meningokken?

Slide 27 - Tekstslide

Inenting
  • Bijna alle kinderen in Nederland worden ingeënt
  • Als baby al  de DKTP- prik
  • Tijdens het inenten krijg je verzwakte ziekteverwekkers in je lichaam gespoten
  • Je word een beetje ziek en maakt afweerstoffen

Slide 28 - Tekstslide

DKTP-prik
Difterie: bacterië die je ziek maakt. Begint in de keel (benauwd). Maar kan uitbreiden in je lichaam waardoor je ook zweren krijgt op je huid.

Kinkhoest: infectie in luchtwegen door bacteriën. Die geeft gif af waardoor je hoestbuien krijgt.


Slide 29 - Tekstslide

DKTP-prik
Tetanus:  via een wond komt het je lichaam binnen door vuil. De bacterie maakt gif waardoor je spierkrampen krijgt.

Polio: infectie door polio virus. Hierdoor ontstaan verlammingen doordat zenuwen worden aangevallen. Bijv. niet meer lopen.

Slide 30 - Tekstslide

BMR-prik en DTP-prik
Na jaren wordt DKTP-prik een DTP-prik. Kinkhoest wordt eruit gehaald. Ook kwam de BMR- prik erbij:

1. Bof: ontsteking speeksel klier bij oor
2. Mazelen: rode vlekken, koorts, ontstekingen
3. Rodehond: huiduitslag

Slide 31 - Tekstslide

BMR-prik
            BOF                  RODEHOND         MAZELEN

Slide 32 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
  • Leren we wat er gebeurd tijdens een inenting
  • Kennen we verschillen tussen bacteriën en virussen
  • Minimaal 3 factoren om ziekte voorkomen
  • Preventie
  • DKTP-prik en BMR-prik
  • Hoe ziekteverwekkers komen in je lichaam
  • Hoe je ziektes over kunt dragen

Slide 33 - Tekstslide

Stripverhaal ziek worden
We maken met behulp van de aantekeningen en het boek Thema 3 drie plaatjes. Dit doen we in groepjes.
Jullie leggen in 3 tekeningen (evt. 4) uit wat er gebeurd als je ziek wordt.
Daarna kijken we klassikaal naar de tekeningen.
HET IS VOOR BONUS PUNTEN OP HET SO ! ! !

Slide 34 - Tekstslide