Infectieziekten

Infectieziekten
Start vraag:

Wanneer word je ziek?
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Infectieziekten
Start vraag:

Wanneer word je ziek?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen Infectieziekten 
  • Leren we wat er gebeurd tijdens een inenting
  • Kennen we verschillen tussen bacteriën en virussen
  • Minimaal 3 factoren om ziekte voorkomen
  • Preventie
  • DKTP-prik en BMR-prik
  • Hoe ziekteverwekkers  komen in je lichaam
  • Hoe je ziektes over kunt dragen

Slide 2 - Tekstslide

Ziektes

Slide 3 - Woordweb

Besmettelijke ziekten



  • Een ander woord voor een besmettelijke ziekte is infectie ziekten.
  • Bijvoorbeeld: diarree en griep.

Slide 4 - Tekstslide

Bacterie en virus
  • Besmet worden betekend dat ziekteverwekkers in je lichaam komen.
  • Ziekteverwekkers zijn bacteriën en virussen. 
  • Ze worden meer doordat ze delen.

Slide 5 - Tekstslide

Schimmels
  • Ook ziekteverwekkend 
  • Bijvoorbeeld: zwemmerseczeem (voetschimmel)
  • Vochtig en warme plekken (zwembad)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

  • Virussen zijn kleiner dan bacteriën.
  • Een virus kun je alleen zien met een speciale microscoop.
  •  Virussen delen in een cel.

  • Bacteriën kunnen goed of slecht zijn.
  • Bestaan uit één cel, maar kunnen meer worden doordat ze delen.
  • Kun je met het oog zien.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe komen ziekteverwekkers in je lichaam?

Slide 9 - Tekstslide

Hoe komen ze in je lichaam?
   Eten & drinken             Inademen lucht              Vrijen                      Besmette naald

Slide 10 - Tekstslide

Preventie ziekten
  • Preventie ?
  • Voorkom besmetting door hygiëne:

  1. Je lichaam schoon houden
  2. Je huis en je kleren schoon houden
  3. Schoon werken als je voedsel klaar maakt

Slide 11 - Tekstslide

Casus 
Als je verkouden bent zitten virussen in je lichaam. Die kunnen door gegeven worden door je adem, hoest of doordat je niest. Het virus kruipt in de cel en wordt daar de baas. Tot dat de cel open barst. Dan verspreiden de vermeerderde virussen naar andere cellen en worden daar ook weer de baas. Wat voor stof maakt je lichaam om deze virussen tegen te gaan? En door welke soort cellen?

Slide 12 - Tekstslide

Parasieten
  • Virus/ organisme die in leven blijft met behulp van iemand anders.
  • Bijvoorbeeld:  luizen, vlooien, teken.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Inenting
  • Bijna alle kinderen in Nederland worden ingeënt
  • Als baby al  de DKTP- prik
  • Tijdens het inenten krijg je verzwakte ziekteverwekkers in je lichaam gespoten
  • Je word een beetje ziek en maakt afweerstoffen

Slide 15 - Tekstslide

DKTP-prik
Difterie: bacterië die je ziek maakt. Begint in de keel (benauwd). Maar kan uitbreiden in je lichaam waardoor je ook zweren krijgt op je huid.

Kinkhoest: infectie in luchtwegen door bacteriën. Die geeft gif af waardoor je hoestbuien krijgt.


Slide 16 - Tekstslide

DKTP-prik
Tetanus:  via een wond komt het je lichaam binnen door vuil. De bacterie maakt gif waardoor je spierkrampen krijgt.

Polio: infectie door polio virus. Hierdoor ontstaan verlammingen doordat zenuwen worden aangevallen. Bijv. niet meer lopen.

Slide 17 - Tekstslide

BMR-prik en DTP-prik
Na jaren wordt DKTP-prik een DTP-prik. Kinkhoest wordt eruit gehaald. Ook kwam de BMR- prik erbij:

1. Bof: ontsteking speeksel klier bij oor
2. Mazelen: rode vlekken, koorts, ontstekingen
3. Rodehond: huiduitslag

Slide 18 - Tekstslide

BMR-prik
            BOF                  RODEHOND         MAZELEN

Slide 19 - Tekstslide

Griep is een voorbeeld van een...
A
Infectieziekte
B
Erfelijke ziekte
C
Aangeboren ziekte
D
Leefstijlziekte

Slide 20 - Quizvraag

Infectieziekten, wat zijn dat?
A
antistoffen die ontstaan als je ziek bent
B
stoffen die je ingespoten krijgt bij een vaccinatie
C
ziekten die erfelijk zijn
D
ziekten die veroorzaakt worden door bacteriën, schimmels en virussen.

Slide 21 - Quizvraag

Infectieziekten worden veroorzaakt door een ziekteverwekker, zoals een bacterie, schimmel of virus
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Blaasontsteking is een infectieziekte
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor een besmettelijke ziekte?
A
Bacteriën
B
Infectieziekte
C
Micro organismen
D
Virusziekte

Slide 24 - Quizvraag

Vragen?

Slide 25 - Tekstslide