Methodisch begeleidingsplan les 1

Methodisch begeleiden
Je kunt een plan opstellen waarmee een kind of groepje kinderen kan worden begeleid om daarmee een specifiek ontwikkelingsdoel te bereiken. Je kunt het begeleidingsplan uitvoeren en de voorgang van het kind/de kinderen rapporteren.

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Methodisch begeleiden
Je kunt een plan opstellen waarmee een kind of groepje kinderen kan worden begeleid om daarmee een specifiek ontwikkelingsdoel te bereiken. Je kunt het begeleidingsplan uitvoeren en de voorgang van het kind/de kinderen rapporteren.

Slide 1 - Tekstslide

Lastige onderwerpen
uit opdracht vorige week

Slide 2 - Woordweb

Wie ga je begeleiden
en waarom?

Slide 3 - Woordweb

Methodisch begeleidingsplan
Algemene informatie vooraf
Drie begeleidingsmomenten:
* Voorbereiding
* Beschrijven van verloop
* Resultaat / afspraken

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Leergebied
Cognitief
Motorisch (grove / fijne)
Sociaal-emotioneel

Vakgebied 
Onderdeel

Slide 7 - Tekstslide

Een kind kan met een spel moeilijk omgaan met zijn verlies.
Jij begeleidt hem op het gebied:
A
Cognitief
B
Fijne motoriek
C
Sociaal-emotioneel
D
Grove motoriek

Slide 8 - Quizvraag

Een kind heeft moeite met de pengreep. Er is sprake van begeleiding op dit gebied:
A
Cognitief
B
Fijne motoriek
C
Sociaal-emotioneel
D
Grove motoriek

Slide 9 - Quizvraag

Een kind heeft moeite met het automatiseren van rekensommen. Hij heeft begeleiding nodig op dit gebied:
A
Cognitief
B
Fijne motoriek
C
Sociaal-emotioneel
D
Grove motoriek

Slide 10 - Quizvraag

Beginsituatie
Algemene ontwikkeling van de doelgroep op dit gebied
Zone van de actuele ontwikkeling
In hoeverre het kind afwijkt van de norm
Is er een dossier / handelingsplan 
Steun- en risicofactoren
Is het vakgebonden of vakoverstijgend
Overige belangrijke informatie

Slide 11 - Tekstslide

Een kind heeft moeite met het automatiseren van sommen maar onthoudt nieuwe woorden prima, dus:
A
Dit is vakoverstijgend
B
Er is sprake van een sociaal leergebied
C
Begeleiding is nodig als dit afwijkt van de norm
D
Dit is de zone van de naaste ontwikkeling

Slide 12 - Quizvraag

Doelen
Drie tussendoelen
Eén einddoel
SMART geformuleerd

Slide 13 - Tekstslide

Formuleren
Aan het eind van begeleidingsmoment 1 kan kind X (inhoud), door (gedrag), waarbij (didactisch).

Checken op SMART.
Is het specifiek, is het meetbaar, is het acceptabel, is het realistisch en is het tijdsgebonden?

Slide 14 - Tekstslide

SMART
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdsgebonden

Slide 15 - Tekstslide

Specifiek
Concreet
Precies wat je wilt bereiken
Roept geen vragen op / eenduidig
Geen woorden met –er:
Niet: Het doel is dat kind S beter wordt in het maken van plussommen
Wel: Het doel is dat kind S plussommen tot 10 foutloos maakt.

Slide 16 - Tekstslide

Meetbaar
Zo beschrijven dat het gemeten kan worden
Bij gedrag lastig
Niet: Het doel is dat kind M minder door andere heen praat.
Wel: Het doel is dat kind M luistert als een ander kind in de groep praat.

Slide 17 - Tekstslide

Acceptabel
Aansluiten bij de wensen en behoeften van het kind
Passend binnen het programma, beleid en mogelijkheden van de school
Niet: Het doel is dat kind A uit groep 1 kan rijmen
Niet acceptabel want dat hoeven ze pas eind groep 2 te kunnen

Slide 18 - Tekstslide

Realistisch
Haalbare doelen
Rekening houden met het tijdsbestek
Rekening houden met de beginsituatie
Als het doel is dat kind R leert samenwerken, maar het heeft moeite met communiceren met klasgenoten zal daar eerst aan gewerkt moeten worden.

Slide 19 - Tekstslide

Tijdsgebonden
Is het een einddoel of tussendoel
Wanneer behaald
Hoeveel tijd staat er voor
Aan het eind van begeleidingsmoment 1…
Na 30 minuten…
Na 3 begeleidingsmomenten van 30 minuten…
Aan het eind van de drie begeleidingsmomenten…
Na 3 weken…

Slide 20 - Tekstslide

Formuleren & checken op SMART
S: Is het concreet/eenduidig beschreven? Zitten er geen woorden in als beter, meer?
M: Is het zichtbaar en nauwkeurig te meten?
A: Sluit het aan bij de wensen en behoeften van het kind + de richtlijnen van de school/het onderwijsprogramma?
R: Is het realistisch/haalbaar qua beginsituatie en tijd?
T: Is er een tijd genoemd in het lesdoel?

Slide 21 - Tekstslide

Welk deel van SMART is niet goed:
Na 15 minuten kan kind J meer woorden opschrijven met de letter M.
A
Specifiek
B
Tijdsgebonden
C
Realistisch
D
Acceptabel

Slide 22 - Quizvraag


Formuleer een doel voor één begeleidingsmoment (15 min) SMART

Slide 23 - Open vraag

Dus:

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide