Les 2: Methodisch werken

Les 2
 METHODISCH WERKEN ; Activiteitenplan opstellen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 2
 METHODISCH WERKEN ; Activiteitenplan opstellen

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
  • Je kent de 5 stappen van de methodische cyclus
  • Je weet wat methodisch werken inhoud
  • Je kan je activiteiten plan schrijven dmv de methodische cyclus

Slide 2 - Tekstslide

Noem de 5 stappen van de methodische cyclus

Slide 3 - Open vraag

Het SMART doel, die kennen we toch...?

Slide 4 - Tekstslide

Bij specifiek hoort?
A
"Ik haal mijn mbo diploma" is specifiek
B
Door de einddatum is het doel specifiek
C
Specifiek gaat over waar het is
D
Wat, waar, iedereen snapt meteen waar het over gaat

Slide 5 - Quizvraag

Acceptabel houdt in dat...
A
Iedereen is het er mee eens
B
Heeft iemand er last van?
C
Iedereen vindt het leuk
D
Is het haalbaar?

Slide 6 - Quizvraag

Bij Tijdsgebonden hoort?
A
Ik kan wekelijks afkruisen wat ik heb gedaan.
B
Er is geen einddatum
C
Er is een bepaalde periode waarin ik het behaald moet hebben
D
Ik weet wanneer het behaald moet zijn

Slide 7 - Quizvraag

Het doel is realistisch als?
A
Iemand anders kan dit doel behalen
B
Niemand heeft er last van
C
Het is voor jou als persoon haalbaar
D
Je denkt dat je dit wel kan halen

Slide 8 - Quizvraag

Wat hoort er bij meetbaar?
A
Ik ben elke week met mijn doel bezig
B
Ik kan mezelf checken of ik mijn doel behaal
C
Elke maand sport ik
D
Ik werk 2 uur aan mijn opdracht

Slide 9 - Quizvraag

Welk doel is SMART?
A
Aanstaande vrijdag heb ik mijn serie afkeken
B
Door 2x in de week te sporten wil ik binnen 6 weken 2kg afvallen.
C
Ik ga sparen om naar Australie te gaan, door elke maand 300 euro op mijn spaarrekening te zetten.
D
Ik ga de halve marathon rennen, vanaf vandaag tot de marathon van Rotterdam ga ik 3x in de week 15km hard te lopen.

Slide 10 - Quizvraag

Welk doel is SMART?
A
Ik wil een iPhone kopen, hiervoor ga ik een baan vinden en sparen. Aan het eind van 2024 heb ik de nieuwste iPhone.
B
Ik ga mijn stage afronden met een voldoende, door altijd aanwezig te zijn en aan het eind van dit schooljaar een voldoende te scoren.
C
Ik wil meer geld verdienen bij mijn huidige baan, daarom ga ik dinsdag 23 februari het gesprek met mijn baas aan. Aan het eind van dit gesprek heb ik 10% meer salaris.
D
Aan het eind van het jaar heb ik een hond, door elke dag minimaal 1x hier thuis over te beginnen.

Slide 11 - Quizvraag

Waar denk je aan
bij Methodisch werken?

Slide 12 - Woordweb

Kenmerken van methodisch werken
Methodisch werken = bewust handelen volgens vooraf geplande stappen.
Deze stappen volg je om een bepaald pedagogisch doel te bereiken.

Vier kenmerken van methodisch werken/ Activiteitenplan opstellen:
Doelgericht (je bepaald het doel)
Planmatig (je maakt een stappenplan/ontwikkelplan)
Procesmatig (je werkt naar het doel toe)
Bewust (je denkt na over het doel, het proces, het kind)


Slide 13 - Tekstslide

Om de omgeving van de groep zo optimaal aan te kunnen laten sluiten op de doelgroep moet je:
A
Eerst zoveel mogelijk materiaal verzamelen
B
Less is more: minimalistische omgeving brengt het beste in kinderen naar boven
C
De behoeftes van de groep inventariseren en daarop anticiperen
D
De behoeftes van leidsters inventariseren en dan keuzes maken.

Slide 14 - Quizvraag

OPDRACHT:
Je gaat in een groepje van 3 werken aan: Stel je de situatie voor dat je vanavond vrienden te eten krijgt.
Je wilt een lekkere maaltijd voor hen maken. Om ervoor te zorgen dat die maaltijd vanavond inderdaad op tafel staat, moet je verschillende stappen doorlopen. Je moet bijvoorbeeld bedenken welke boodschappen je nodig hebt en wanneer je die in huis haalt. Verder moet je de maaltijd bereiden, ervoor zorgen dat het eten op tijd klaar is enzovoorts. 


Slide 15 - Tekstslide

Schrijf op hoe je te werk gaat om ervoor te zorgen dat jij en je vrienden vanavond ontspannen van de ovenschotel kunnen genieten. 
Schrijf in de ik-vorm en verwerk in je beschrijving de vier begrippen van de dia hiervoor. 
We bespreken het klassikaal!

 

Slide 16 - Tekstslide

Activiteitenplan...
A.d.v. methodische cyclus>>>

Slide 17 - Tekstslide


Fase 1: Voorbereiding:
Stap 1: De beginsituatie van het kind/
       de kinderen beschrijven
Stap 2: Ondersteuningsvraag
Stap 3: Doelen formuleren

Fase 2: Uitvoering
Stap 4: Plan van aanpak + uitvoeren

Fase 3: Evaluatie
Stap 5: Evalueren en reflecteren



Slide 18 - Tekstslide

Welke informatie van het kind/ de kinderen beschrijf je in de beginsituatie?

Slide 19 - Open vraag

Beginsituatie
Stap 1: Beginsituatie
Je beschrijft de beginsituatie van het methodisch stappenplan ALTIJD aan de hand van alle ontwikkelingsaspecten!
  • wensen en behoeften (hulpvraag);
  • beginsituatie doelgroep in geheel;
  • beginsituatie doelgroep individu.
Denk aan: ruimte, aantal lln, j/m, ontwikkelingsfase, eventuele bijzonderheden

Slide 20 - Tekstslide

Ondersteuningsvraag
Stap 2: Ondersteuningsvraag/ probleem vaststellen
Wat is het probleem, wat wil je aanpakken
Wie heb je nodig
Informatie verzamelen

Slide 21 - Tekstslide

Doelen formuleren
Stap 3: Doelen formuleren
Je denkt na over het doel van het kind, wat moet het kind/de kinderen bereiken?

Doelen worden altijd SMART geformuleerd!

Slide 22 - Tekstslide

Plan maken
Stap 4: Een plan maken
Je stippelt een route uit (denk aan een kook recept).
Je stemt de werkzaamheden af met collega’s.
Continuïteit (het plan voorloopt bij iedereen hetzelfde) en eenduidigheid zijn dan gewaarborgd.

Slide 23 - Tekstslide

Uitvoeren
Stap 4: Uitvoeren
Tijdens de uitvoering van de activiteit begeleid je het kind/de kinderen professioneel op een door jou (vooraf) gekozen wijze (houdt rekening met de visie van het bedrijf).
Je houding is tactvol en empathisch. Blijf je plan(proces) in de gaten houden.

Slide 24 - Tekstslide

Evalueren en reflecteren
Stap 5: Evalueren en reflecteren
Evalueren = het terugblikken op de
activiteit.
Procesevaluatie = hoe is de weg
ernaar toe verlopen?
Productevaluatie = is het doel
bereikt?
Zelfreflectie = kritisch en met
afstand kijken naar je eigen aandeel.


Slide 25 - Tekstslide

Procesevaluatie betekent dat je evalueert over hoe de weg naar het doel is verlopen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag