herhaling

• Art
• Secondary Education

herhaling

51. In de negentiende eeuw stijgt de culturele deelname van gewone burgers. Welke stelling is onjuist?

1. O.a. wereldtentoonstellingen, markten en circussen bieden cultureel vermaak voor een breed publiek.kem.
2. De opkomst van de trein en de tram verhogen de mobiliteit, waardoor mensen gemakkelijkere culturele uitstapjes kunnen maken.�
   
3. De komst van bibliotheken en goedkopere druktechnieken maakt lezen voor grotere groepen toegankelijkem.
4. Er worden langere werkdagen en een mindere betaling ingevoerd, dit zorgt voor meer welvaart en vrije tijd waardoor het bezoek aan theaters, tentoonstellingen en concerten groeit.

52. Leg uit waarom de dans van Loie Fuller breed gewaardeerd werd?

53. Welke stelling is onjuist?

1. Het schilderij is door de vereenvoudigde vormen, het afwijkende kleurgebruik en o.a. de contourlijnen rond de berg niet helemaal realistisch.
2. Cézanne wil alleen schilderen wat hij ziet, maar niet wat hij weet en voelt.
3. Het schilderij is helemaal opgebouwd uit kleine, bijna rechthoekige kleurvlakken.
4. Cézanne vereenvoudigt en ordent hetgeen dat hij ziet op nieuwe manier in zijn schilderijen.

54. Welke stelling met betrekking tot het vioolsolo is onjuist?

1. Vele passages moet in een heel hoog tempo worden gespeeld.
2. Er moet veel rekening gehouden worden met de andere instrumenten.
3. Er is een grote afwisseling tussen hoge en lage noten.
4. Er zijn passages waarin er niet alleen snel maar ook heel zacht (pianissimo) gespeeld moeten worden. Dat verhoogt de moeilijkheidsgraad.

55. Waarom is bij een melodrama niet de regisseur, maar de decorontwerper het belangrijkst?

56. Vaudeville heeft nogal een 'volks' karakter, waardoor men het 'kunstzinniger' probeert te maken. Welke stelling is ONJUIST?

1. Er wordt uitsluitend Frans gesproken, om het geheel meer cachet te geven.
2. De chique naam Vaudeville wordt aan voorstellingen gegeven
3. Verschillende acts treden in een gezamenlijk programma op, en doen een nummer samen
4. Er komt een verbond op schunnigheid en ongepast taalgebruik door de artiesten.

57. Het Royal Pavilion wordt beschreven als rariteit. Welke stelling is ONJUIST?

1. Het gebouw is niet beschilderd, in Engeland gebeurt dit normaal gesproken wel, het blijft niet wit.
2. Het is een gebouw in Engeland, maar de architectuur verwijst naar verre oorden
3. Het gebouw is een mengelmoes van stijlen: Indiaas, gotisch en chinees.e oorden
4. Het gebouw straalt geen eenheid uit, de stijlen vormen geen nieuw geheel.orden

58. Hoe kan het schilderij zowel realistisch als gefantaseerd zijn?

59. Waarom heeft oriëntalisme een negatieve betekenis?

60. Wat versterkt het Spaanse karakter van de muziek?

1. De grote nadruk op het ritme: het hele orkest volgt de ritmesectie met korte noten.
2. De bezetting van het orkest.
3. De taal waarin gezongen wordt.
4. De steeds weer met halve toonafstanden dalende melodielijn. Dit wordt in de muziektheorie een chromatische melodielijn genoemd.

61. Hoe wordt de tekst verbeeld in het spel en uiterlijk van Carmen?

62. Noem realistische en exotische kenmerken van de opera Carmen.

63. Wat is geen kenmerk van de schilderstijl van van Gogh?

1. Kleine schildertoetsen die de vorm van grotere objecten volgen.
2. Veel oog voor detail
3. expressionistische kleuren.
4. Felle kleuren.

64. wat is GEEN kenmerk van exotisme?

1. Interesse voor alles wat nationalistisch is
2. Interesse voor alles wat ‘exotisch’ is
3. weergave is sterk gekleurd is door een westers perspectief
4. weergave is sterk gekleurd door een romantisch perspectief

65. Wat is GEEN kenmerk van postimpressionisme?

1. Het werk draagt nog sporen van impressionisme
2. Je ziet een vlotte, snelle toets.
3. Het draait om het direct waarneembare
4. Het gaat om symboliek, fantasie en gevoelens.

Deze vragen heb ik nog

Bedenk 2 toetsvragen in een tweetal

Hoe was deze les voor jou?

😒🙁😐🙂😃