Les 38: Vercingetorix

Voor de gelukkigen:
het bijvoeglijk naamwoord zelfstandig gebruikt
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Voor de gelukkigen:
het bijvoeglijk naamwoord zelfstandig gebruikt

Slide 1 - Tekstslide

  • de rijken der aarde
  • het geluk is met de dommen
  • de witten tegen de roden

Slide 2 - Tekstslide

En nu in het Latijn:

  • Et cetera
  • Cum suis
  • Primus inter pares

Slide 3 - Tekstslide

Participium praesens actief (ppa)

(of het tegenwoordig deelwoord)

Slide 4 - Tekstslide

Puella ridens intrat
ppa: gedraagt zich als een bijvoeglijk naamwoord; bijvoeglijke bepaling én dubbelverbonden bepaling

Slide 5 - Tekstslide

Puella ridens intrat.



Mater puellam ridentem salutat
Het meisje komt lachend binnen. 
of: Het lachende meisje komt binnen.


Moeder begroet het lachende meisje

Slide 6 - Tekstslide

Vorming van het ppa
praesensstam + (e)ns


a-stam
e-stam
mk-stam
i-stam
voca-ns
terre-ns
vinc-ens
audi-ens
roepend
bang makend
overwinnend
horend

Slide 7 - Tekstslide

Puella ridens intrat.



Mater puellam ridentem salutat
Het meisje komt lachend binnen. 
of: Het lachende meisje komt binnen.


Moeder begroet het lachende meisje
vocans
vocantis
vocans
vocans
vocantis
vocanti
vocantem
vocante
vocantes
vocantes
vocantium
vocantibus
vocantibus
m/v
vocanti
vocante
vocantia
vocantia
vocantium
vocantibus
vocantibus
o

Slide 8 - Tekstslide

Puella ridens intrat.



Mater puellam ridentem salutat
Het meisje komt lachend binnen. 
of: Het lachende meisje komt binnen.


Moeder begroet het lachende meisje
vocans
vocantis
vocans
vocans
vocantis
vocanti
vocantem
vocante
vocantes
vocantes
vocantium
vocantibus
vocantibus
m/v
vocanti
vocante
vocantia
vocantia
vocantium
vocantibus
vocantibus
o

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Tekst 38: Vercingetorix
Tekst 38: Vercingetorix
  • Vercingetorix erkent zijn nederlaag en geeft zich over 
  • naar Rome
  • einde...

Slide 11 - Tekstslide

PPA's vertalen:

lopend, lachend, staand.


Slide 12 - Tekstslide

PPA's vertalen:

Puella dulciter ridens intrat

Puella patrem vocans intrat

Puella patrem fratribus parvis fabulam longam narrantem invenit


Slide 13 - Tekstslide

PPA's vertalen:

Puella dulciter ridens intrat: lief lachend

Puella patrem vocans intrat: terwijl ze haar vader roept

Puella patrem fratribus parvis fabulam longam narrantem invenit: het meisje vindt haar vader, die aan haar kleine broertjes een lang verhaal vertelt


Slide 14 - Tekstslide

PPA's vertalen:

Vaak met een bijzin. Kies wat het beste past:
die/dat, terwijl/toen, omdat, hoewel

Zorg dat je het praesens behoudt. Ofwel: gelijktijdig aan de persoonsvorm.



Slide 15 - Tekstslide

Participium praesens actief (ppa)

Slide 16 - Tekstslide

Vragen over ppa?

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 28 en 29

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Vercingetorix
Opdrachten voor alinea 2:
  • Schrijf alle zelfstandige naamwoorden op. Hebben ze een bijvoegelijke (of dubbelverbonden) bepaling? Schrijf die ook op. N.B.: een ppa is vaak een dubbelverbonden bepaling! 
    N.B.2: let goed op congruentie! 
  • Er zit een ppa bij dat congrueert met iets anders dan een zelfstandig naamwoord. Welk woord en wat voor woord is het?
  • socii, amici, fratres (r. 15): welke naamval?
  • Proposituros (r. 22): wat is dat ook alweer voor woord?

Klaar? Ga aan de slag met opdracht 32 (hb. p. 13)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Vercingetorix
Opdrachten voor alinea 3:
  • Schrijf alle persoonsvormen op. Bepaal de persoon, (1e/2e/3e enkelvoud/meervoud), tijd en genus (actief/passief).
  • Schrijf alle ppa's op: met welk woord congrueren ze?
  • omnium copiarum (r. 30): welke naamval?
  • Op het einde staat een A.c.I. Welke Latijnse woorden zijn de A (subjectsaccusativus) en de I ?

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Grammatica thema 6 tot nu toe:
  • Zelfstandig naamwoord: verbuigingsgroepen 4 en 5 (hb p 92 en 161)
  • Zinsstructuur: bijvoegelijke, bijwoordelijke en dubbelverbonden bepalingen (hb p 96 en 169)
  • Zelfstandig gebruikte bijvoeglijk naamwoorden (hb p 98 en 169)
  • Participium praesens actief (ppa) (hb 99-100 en 187-188)
  • Zinsstructuur: participiumwoordgroep  (hb p 101-102 en 188)

Slide 26 - Tekstslide