2.4 gezonde voeding + 2.5 voedselbederf

Planning
1. uitleg 2.4
2. opdracht
3. uitleg 2.5
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Planning
1. uitleg 2.4
2. opdracht
3. uitleg 2.5

Slide 1 - Tekstslide

Energiebehoefte
Grondstofwisseling= stofwisseling van een lichaam in rust.

Bij iedereen anders!
Afhankelijk van..
1. Geslacht
2. Leeftijd
3. Lengte
4. Lichaamsgewicht
5. Temperatuur van de omgeving

De hoeveelheid energie wordt weergegeven in kcal


Dit is een aantekening

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Opdracht
Lees basisstof 4 goed door.

Beantwoord de volgende vragen:
1. Waarom kun je als je honger krijgt beter groente, fruit of volkorenbrood eten dan bijvoorbeeld chips of een chocoladereep?
2. Van welke producten moet je niet te veel eten?
3. Wat betekent de schijf van 5?

Schrijf daarna een advies voor een gezonde leefstijl aan iemand (0.5 a4)
Lever het in als je klaar bent



timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Opdracht
1. Wat is BMI?
2. Wat is obesitas?
3. Wat is ondergewicht?
4. Wat is een eetstoornis?
5. Geef voorbeelden van eetstoornissen.
6. Wat kunnen oorzaken van eetstoornissen zijn?

timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden
1. 

Slide 10 - Tekstslide

2.
Bij overgewicht of obesitas (ernstig overgewicht) is er teveel vet in het lichaam opgeslagen.

Mensen met overgewicht hebben meer kans op hart- en vaatziekten en diabetes (suikerziekte).
Overgewicht is ook slecht voor de gewrichten.

Slide 11 - Tekstslide

3.
Een te laag lichaamsgewicht noem je ondergewicht.
Hierbij kan er een tekort aan voedingsstoffen ontstaan.

Iemand met ondergewicht kan sneller ziek worden en is sneller moe en lusteloos.
Er is een grotere kans op botbreuken.

Slide 12 - Tekstslide

4. 
Mensen met een eetstoornis zijn in hun hoofd de hele dag bezig met eten en drinken. Ze maken zich zorgen over de invloed van eten en drinken op hun lichaam.

5.
Er zijn verschillende eetstoornissen, onder andere:
- anorexia nervosa
- boulimia nervosa
- eetbuistoornis

Slide 13 - Tekstslide

6. 
Oorzaken van eetstoornissen kunnen zijn:
- beïnvloed worden door de media
- ontevreden zijn over jezelf of je uiterlijk (negatief zelfbeeld)
- nare gebeurtenissen in je leven
- angst om de controle te verliezen
- faalangst of perfectionisme

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

2.5

Slide 16 - Tekstslide

Voedselvergiftiging
Afweerreactie die ontstaat door het eten van voedsel dat is besmet met giftige stoffen

Vooral in kippen, varkens en rauwe producten
Beschadigen dunne darm


Dit is een aantekening

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Opdracht
1. Wat is conserveren?
2. Wat hebben micro-organismen nodig om te blijven leven?
3. Schrijf op wat invriezen, drogen, pasteuriseren, steriliseren, vacuum verpakken en gasverpakken is.
4. Geef voorbeelden van conserveermiddelen.
5. Wat is doorstralen?
6. Schrijf op wat additieven zijn.
timer
1:00
Tip; lees 2.5

Slide 19 - Tekstslide

1. Conserveren
 Voedingsmiddelen behandelen waardoor ze langer houdbaar zijn

2. Micro-organismen:
vocht, voedsel, warmte en zuurstof

Slide 20 - Tekstslide

2. Invriezen: -20 graden
Drogen: water onttrekken

Slide 21 - Tekstslide

Pasteuriseren: tot 72 graden verhitten, niet alles dood
Steriliseren: tot 130-140 graden, wel alles dood

Slide 22 - Tekstslide

Vacuüm verpakken: lucht eruit
Gasverpakken: geen lucht maar een mengsel van gassen

Slide 23 - Tekstslide

4. Conserveermiddelen toevoegen: suiker, zout, zuur, stikstof of sulfiet
5. Doorstralen: radioactieve stralen

Slide 24 - Tekstslide

6. Additieven
Stoffen die aan voedingsstoffen worden toegevoegd om ze langer houdbaar of aantrekkelijke te maken.

smaak, geur, kleur

Slide 25 - Tekstslide

Daltontaak

Slide 26 - Tekstslide