Theme Words + Grammar Posessive

Theme Words + Grammar Posessive
Itinerary:
Theme words 
Grammar - posessive 's (bezitsvormen)
What you will need: 
Stepping Stones
Pen or pencil
Laptop later in the lesson  
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Theme Words + Grammar Posessive
Itinerary:
Theme words 
Grammar - posessive 's (bezitsvormen)
What you will need: 
Stepping Stones
Pen or pencil
Laptop later in the lesson  

Slide 1 - Tekstslide

Stepping Stones page 72

Slide 2 - Tekstslide

Animal behaviour 
Researchers believe that playfulness in animals is linked to intelligence. 

Examples of playful animals......

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Go to page 74

Slide 7 - Tekstslide

Possesives (Bezitsvorm): 's/'/of
Je gebruikt de bezitsvorm (possesive) om aan te geven dat twee dingen bij elkaar horen.

In het Engels zijn er 3 regels 

Slide 8 - Tekstslide

Bezitsvorm (Possesive)
's ENKELVOUD
Is de eigenaar van ergens een van de volgende?
  • Dier
  • Persoon
  • Land
  • Organisatie
Yes?
Gebruik 's 

Slide 9 - Tekstslide

Bezitsform (Possesive)
's ENKELVOUD
Voorbeelden: 

the cat's tail is curled
(dier)
the boy's car is red 
(persoon)
De Nassau's Media Lab has a library
(organisatie)
Australia's national animal is the kangaroo 
(land) 

Slide 10 - Tekstslide

Bezitsform (Possesive)
's ENKELVOUD
Let op!
Ook als het woord eindigt op S, voeg je nog een 's toe 
Thomas's car is red 
(persoon)
Chris's car is blue 
Iris's car is white
Alexis's car is green 
The Bahamas's beaches are famous.
The Maldives's coral reefs are colourful  

Slide 11 - Tekstslide

Bezitsform (Possesive)
MEERVOUD
Is de eigenaar van ergens een van de volgende?
  • Dier
  • Persoon
  • Land
  • Organisatie
Yes?
Maar ook meervoud? Gebruik '

Slide 12 - Tekstslide

Bezitsform (Possesive)
's MEERVOUD
Voorbeelden: 

the cats' tail is curled
(dier)
the boys' car is silver 
(persoon)
The organizations' buildings are close to each other 
(organisatie)
The countries' borders are marked in white  
(land) (nederland en Belgie)

Slide 13 - Tekstslide

Je gebruikt 's ook voor de volgende: 

  • night
  • day
  • month
  • year 
Voorbeelden 

  • Today's news was surprising 
  • Monday's meeting has been rescheduled 
  • Last night's storm caused damage
  • Tonight's show starts at 8pm
  • This month's budget is available online.
  • December's weather is usually cpld
  • This year's students are so kind.
  • Next year's students have already registered. 

Slide 14 - Tekstslide

Bezitsform (Possesive)

Is de eigenaar van ergens een van de volgende?
  • Dier
  • Persoon
  • Land
  • Organisatie
No? 
gebruik "of"

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden 
(geen dier, persoon, organisatie of land) 
The roof of the house was damaged in the storm
The house's roof
The title of the book caught my attention
The book's title
The colour of her dress is beautiful
Her dress's colour

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeelden 
(geen dier, persoon, organisatie of land) 
The colour of her dress is beautiful
Her dress's colour

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer gebruik je 's?
A
bij dingen
B
bij mensen,dieren, landen, organisatie

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer gebruik je alleen '?
A
als het woord eindigt op een S
B
als het woord in het meervoud eindigt op S

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer gebruik je 'of'?
A
bij dingen
B
bij mensen en dieren
C
bij landen of organisaties

Slide 20 - Quizvraag

Mandy - backpack
A
Mandys' backpack
B
the backpack of Mandy
C
Mandy's backpack

Slide 21 - Quizvraag

The dogs - owners
A
The owners of the dogs
B
The dogs' owners
C
The dogs's owners

Slide 22 - Quizvraag

rules - De Nassau
A
De Nassau's rules
B
rules of The Nassau

Slide 23 - Quizvraag

rules - school
A
school's rules
B
rules of the school

Slide 24 - Quizvraag

timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide