Grammar: Possessive 's

Hello
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hello

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning


Theme 5 
- Grammar
   Possessive 's, ', of          (Bezitsvorm)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Possessive / Bezitsvorm

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Possessive (Bezitsvorm): 's / ' / of

De bezitsvorm (possessive) ken je wel uit het Nederlands. Denk maar aan combinaties als: 
- Olivia's huis
- James' olifant 
- de trui van Maarten.
Je gebruikt de bezitsvorm (possesive) om aan te geven dat twee dingen bij elkaar horen.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Possessive (Bezitsvorm): 's / ' / of



In het Engels kennen we ook de bezitsvorm. In het Engels zijn er drie manieren waarop je bezit kunt aangeven. 



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Possessive (Bezitsvorm): 's / ' / of


1. Bij mensen en dieren in het enkelvoud gebruik je   's. (ook als ze zelf eindigen op 's.)
- The boy's cat is sleeping.
- James's rabbit is sweet.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anna's cat

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The cat's tail

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

James's book

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Possessive (Bezitsvorm): 's / ' / of


2. Als een woord al eindigt op een -s (= vaak het geval bij meervoudsvormen), dan zet je alleen een apostrof erachter:

• Our friends' apartment is at the top floor of the building.
• The students' books are on that desk over there.





Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Possessive (Bezitsvorm): 's / ' / of



• my brother's car 


• my brothers' car 




Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Possessive (Bezitsvorm): 's / ' / of


• my brother's car = de auto van mijn broer


• my brothers' car = de auto van mijn broers




Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Possessive (Bezitsvorm): 's / ' / of


3. Wanneer je aan wilt geven dat iets ergens bij hoort, gebruik je  '' …of…''  voor dingen, plaatsen en landen:
- He lives on the corner of the street.
- The name of the ship was Titanic.






Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The wheels of the car

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The door of the school

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The days of the week

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je een 's ?
A
bij dingen
B
bij mensen en dieren

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je alleen ' (apostrof)?
A
als het woord eindigt op een -S
B
als het woord in het meervoud eindigt op -S

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je 'of' ?
A
bij dingen
B
bij mensen en dieren

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Julia - backpack.
A
Julia' backpack
B
the backpack of Julia
C
Julia's backpack

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ties - phone.
A
Ties' phone
B
Ties's phone
C
the phone of Ties

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The students - teacher.
A
The students' teacher
B
The students's teacher
C
The teacher of the students

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The rules - the school.
A
The schools' rules
B
The schools's rules
C
The rules of the school

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The windows - the house.
A
The house' windows
B
The houses's windows
C
The windows of the house

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Lees
Grammatica uitleg 
Maak
Handout - Opdracht 1 & 2  + Learnbeat 1.1.A
Hoe
Alleen en in stilte 
Tijd
10 min.                  
Klaar
Klaar?  Check of je de grammatica uitleg goed begrepen hebt. Oefenen de theme woorden van Theme 5.  Je blijft stil tot de timer is afgelopen.
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Slide 28 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Link

Deze slide heeft geen instructies

I can use possessive 's correctly.
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

HOMEWORK

Check Magister!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies