1E May 16th

English 1E
Please join the class circle with your Textbooks and without your phones!




1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

English 1E
Please join the class circle with your Textbooks and without your phones!




Slide 1 - Tekstslide

Today's lesson:
- Grammar recap (10 minutes)
- Reading Polly (15 minutes)
- Working on the Test Yourself (15 minutes)
- End of the lesson (10 minutes) 

Slide 2 - Tekstslide

Lesson goals
- Je kan de opdrachten uit de Test Yourself maken
- Je kan je eigen werk kritisch beoordelen 
- Je hebt Polly gelezen

Slide 3 - Tekstslide

Grammar Chapter 3
Onderwerpen:
- Vragende voornaamwoorden
- Persoonlijke voornaamwoorden
- Lidwoorden
- Can/Could
- Meervoud

Slide 4 - Tekstslide

Vragende voornaamwoorden

Who?
What?
Where?
When?
Why?
How?
Which?

Deze woorden gebruik je om vragen mee te maken. Ze staan altijd aan het begin van de zin. Bijvoorbeeld:
How old are you? Where do you live?

Persoonlijke voornaamwoorden

I                   me 
You             you
he               him
she             her
it                  it 
we               us 
you              you
they            them

Deze woorden gebruik je voor personen. Bijvoorbeeld, Mum = she/her, George = he/him

Slide 5 - Tekstslide

Lidwoorden

A, an en the zijn de Engelse lidwoorden voor een en het/de.

- Als het volgende woord begint met een klinkerklank in de uitspraak dan gebruik je an.
- Begint een woord met een medeklinker in de uitspraak dan gebruik je a.

- Woorden zoals hour en uniform zijn een uitzondering. Hun spelling wijkt af van de uitspraak.

Can/Could (THV)

Can en could gebruik je om te zeggen dat je iets kunt. 

- Could
is een beleefdere vorm van can. Bijvoorbeeld:
Could you open that window, please?
Could you give me a glass of water, please?

- Can en could veranderen nooit van vorm

Slide 6 - Tekstslide

Meervoud (THV, maar voor KGT later!)

De meeste woorden in het Engels krijgen een
-s in het meervoud. Voorbeeld:
One gift, two gifts       /     one photo, two photos

- Als een woord eindigt op -y, krijgt het in meervoud -ies op het einde. Voorbeeld:
One lady, two ladies     /  one pary, two parties

-> maar niet als er een klinker voor staat (a, e, o, u). Dan krijgen ze 'gewoon' -s. Voorbeeld:
One boy, two boys    /     one key, two key

- Als een woord eindigt op een sisklank krijgt het -es in het meervoud. Voorbeeld:
One box, two boxes    /   one glass, two glasses

- Als een woord eindigt op een -f of -fe krijgt het -ves in het meervoud. Voorbeeld:
One leaf, two leaves   /    one wolf, two wolves

- Meer uitzonderingen kan je in je boek lezen

Slide 7 - Tekstslide

Meervoud
'gewoon' woord: -s
woord eindigt op -y: -ies
woord eindigt op sisklank: -es
woord eindigt op -f/-fe: -ves


Slide 8 - Tekstslide

Reading Polly together
Page 63

Slide 9 - Tekstslide

1. Finish reading Polly until page ...

2. Do the exercises:

KGT: Test Yourself on p. 79-81

THV: Test Yourself on p. 93-95

3. Checking and correcting:
Check and correct the exercises from Grammar and Test Yourself. Show me your Activity Book first!
Time:
5 minutes for Polly
15 minutes for the Test Yourself
(see timer)

Klaar?
 
- Een samenvatting maken van de Grammar van Chapter 3
timer
20:00

Slide 10 - Tekstslide

Lesson goals
- Je kan de opdrachten uit de Test Yourself maken
- Je kan je eigen werk kritisch beoordelen 
- Je hebt Polly gelezen

Slide 11 - Tekstslide

Homework for Tuesday:

KGT:
Test Yourself Ch. 3 af

THV:
Test Yourself Ch. 3 af
If there's time: play a Kahoot



Go to: Kahoot.it

Slide 12 - Tekstslide