Lees mee NT2, tekst 1 afmaken

Lessen tot en met april
18 januari: Link, lezen, gammatica
25 januari: Link, lezen, luisteren
week van 1 februari: Toets lezen / examen luisteren en lezen
8 en 15 februari: Link, presentatie en schrijven
week van 22 februari: vakantie (1 week)
na de vakantie: doorgaan met Link, presenteren, gesprekken  en schrijven
week van 12 april: Toets spreken (= presenteren)/examen spreken en gesprekken/ schrijven
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lessen tot en met april
18 januari: Link, lezen, gammatica
25 januari: Link, lezen, luisteren
week van 1 februari: Toets lezen / examen luisteren en lezen
8 en 15 februari: Link, presentatie en schrijven
week van 22 februari: vakantie (1 week)
na de vakantie: doorgaan met Link, presenteren, gesprekken  en schrijven
week van 12 april: Toets spreken (= presenteren)/examen spreken en gesprekken/ schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

11.15-12.15 Lezen
13-14 Spreken en werkwoorden
14-15 Nog invullen

Slide 2 - Tekstslide

Doel van vandaag
Aan het einde van de les kan je vertellen hoe je (vaak) achter de betekenis van een woord komt in een tekst.

Aan het einde van de les kan je de vragen bij tekst 1A,B en C beantwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Lezen: wat weet je nog?

Slide 4 - Tekstslide

Boven de tekst staat de ..........
A
Inleiding
B
Alinea
C
Tussenkopje
D
Titel

Slide 5 - Quizvraag

Het eerste stuk tekst is VETgedrukt. Dat is vaak de ....
A
Inleiding
B
Alinea
C
Bron

Slide 6 - Quizvraag

Een alinea bestaat uit een aantal regels.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Je moet een tekst eerst helemaal en heel precies lezen en dan pas de vragen lezen
A
niet waar
B
waar

Slide 8 - Quizvraag

Komen en gaan zijn synoniemen
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Kort en lang zijn tegenstellingen
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Wat moet je bij een leesexamen doen als je een woord niet kent?
A
Kijken of je zonder dat woord verder kan
B
De vraag overslaan
C
De zin ervoor en de zin erna lezen
D
In paniek raken

Slide 11 - Quizvraag

Opdracht 6 Synoniemen
Kijk naar nummer 5: maakte ....vast
Wat is r. 17?
Van welk woord komt maakte ....vast 
Wat voor soort woord is maakte ... vast?
Wat moet je doen? 
Welke woorden zijn ook werkwoorden? alleenrecht - bevestigde - gewild - maken - moeilijkheid - plan - startten met - stuk - was niet meer geldig
Probeer ze allemaal te maken met NADENKEN

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten afmaken
Werk met zijn tweeën! Overleg, denk samen na. 
Maak nu deze opdrachten af:
6,7,8 en 9. 
Als je klaar bent vraag je aan Maud de antwoorden
Check daarna je antwoorden
Als je vragen hebt...stel ze
Tijd over? Maak 10!

timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Luisteren en woorden herhalen
Maud leest een stukje tekst voor
5 woorden kloppen niet
Heb jij gehoord welke woorden dat waren?

Slide 14 - Tekstslide

Luisteren en woorden herhalen
Maud leest een stukje tekst voor
5 woorden kloppen niet op die plek
Heb jij gehoord welke woorden dat waren?

denim - goudzoeker - patent - populair- vastmaken - westkust - kleermakers - probleem - spijkers - kapot - spijkerbroek

Slide 15 - Tekstslide

Wat moet je bij een leesexamen doen als je een woord niet kent?
A
Kijken of je zonder dat woord verder kan
B
De vraag overslaan
C
De zin ervoor en de zin erna lezen
D
In paniek raken

Slide 16 - Quizvraag