BSR 19/3 2ha Formuleren §5 bij elkaar zetten wat bij elkaar hoort

Open alvast je boek op blz. 242-243.
Log alvast in op LessonUp
 (de code staat linksonder in beeld).

§5 Bij elkaar zetten wat
bij elkaar hoort

Voordat we beginnen:
Welkom 2HA
Cursus 6
FORMULEREN
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Open alvast je boek op blz. 242-243.
Log alvast in op LessonUp
 (de code staat linksonder in beeld).

§5 Bij elkaar zetten wat
bij elkaar hoort

Voordat we beginnen:
Welkom 2HA
Cursus 6
FORMULEREN

Slide 1 - Tekstslide

  • Je weet waar we de komende periode aan gaan werken.
  • Je kunt zinnen zo formuleren dat woorden die bij elkaar horen, bij elkaar staan.
Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

In deze les gaan we:
  • De planning doornemen.
  • Verder met Cursus 6: Formuleren.
  • Uitleg in LessonUp.
  • Oefenopdrachten in LessonUp.
  • Startopdracht.
  • Zelfstandig oefenen.
  •  Gezamenlijk afronden.

Slide 3 - Tekstslide

De manier waarop je iets onder woorden brengt (of de manier waarop je iets uitdrukt in woorden). 

Daar horen in het Nederlands een aantal regeltjes en trucjes bij. Deze behandelen we bij het onderdeel Formuleren.
Formuleren 

=

Slide 4 - Tekstslide

§5 Woorden die bij elkaar horen, bij elkaar plaatsen
Een tekst leest gemakkelijker als woorden of zinsdelen die bij elkaar horen, ook dicht bij elkaar staan.

Om dit in jouw eigen teksten ook te doen, kun je vier tips toepassen.

Slide 5 - Tekstslide

In Nederland moet je om een tatoeage te laten zetten 16 jaar of ouder zijn.
In Nederland moet je 16 jaar of ouder zijn om een tatoeage te laten zetten.

Een uitzonderlijk goed betaalde en bij het grote publiek bekende voetballer noem je ook wel een profvoetballer.
Een voetballer die uitzonderlijk goed betaald wordt en bij het grote publiek bekend is, noemen we ook wel een profvoetballer.


Woorden die bij elkaar horen, bij elkaar plaatsen
Formuleren §5 (blz. 128-129)

Slide 6 - Tekstslide

Zet geen lange bijvoeglijke bepaling tussen het lidwoord, aanwijzend voornaamwoord of bezittelijk voornaamwoord en het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

Niet: Een veel op sociale media aanwezige en groot publiek hebbende persoon, noemen we ook wel een influencer.
Wel: Een persoon die veel op sociale media aanwezig is en een groot publiek heeft, noemen we ook wel een influencer.


Lange bijvoeglijke bepalingen
Formuleren §5 (blz. 242-243)

Slide 7 - Tekstslide

Zet het onderwerp en het gezegde zo dicht mogelijk bij elkaar. Gebruik in lange zinnen dus liever want en maar dan omdat en hoewel, want na want en maar staan onderwerp en persoonsvorm naast elkaar.

Niet: Veel jongeren zouden graag influencer willen zijn, hoewel ze waarschijnlijk niet aan de nadelen van het gebrek aan privacy denken.
Wel: Veel jongeren zouden graag influencer willen zijn, maar ze denken waarschijnlijk niet aan de nadelen van het gebrek aan privacy.

Onderwerp en gezegde
Formuleren §5 (blz. 242-243)

Slide 8 - Tekstslide

Zet de persoonsvorm zo dicht mogelijk bij de andere werkwoorden van het gezegde.

Niet: Influencers kunnen door de commentaren bij hun berichten onzeker worden.
Wel: Influencers kunnen onzeker worden door de commentaren bij hun berichten.

Persoonsvorm
en gezegde
Formuleren §5 (blz. 242-243)

Slide 9 - Tekstslide

Splits scheidbare werkwoorden niet als dat niet nodig is.

Niet: Een influencer zal zijn bekendheid niet zomaar op kunnen geven.
Wel: Een influencer zal zijn bekendheid niet zomaar kunnen opgeven.

Scheidbare werkwoorden
Formuleren §5 (blz. 242-243)

Slide 10 - Tekstslide

Verbeter de zin door de woorden 'De' en 'tuin' dichter bij elkaar
te zetten.

De door de zware storm van gisteren compleet verwoeste tuin moet flink worden opgeknapt.

timer
1:30

Slide 11 - Open vraag

Verbeter de zin door de woorden 'door' en 'lopen' dichter bij elkaar
te zetten.

Zegt de trainer dat we harder door zouden moeten lopen?
timer
1:30

Slide 12 - Open vraag

Noteer de woorden die dichter bij elkaar gezet moeten worden.

Een zeer goed betaalde en bij het grote publiek geliefde voetballer
is Kylian Mbappé.

timer
0:30

Slide 13 - Open vraag

Verbeter de zinnen door woorden die dichter bij elkaar kunnen staan, dichter bij elkaar te zetten.
1. Een veel op social media aanwezige en groot publiek hebbende persoon, noemen we ook wel een influencer.
2. De in de meeste gevallen wel erg ambitieuze, rigoureuze of moeilijke voornemens stranden in veel gevallen al als het februari is. 
3. Als je aan een actieve vakantie toe bent, moet je naar Madeira gaan.
Startopdracht
timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

Uitlegfilmpje!

Slide 15 - Tekstslide

Wat?
Cursus 6 Formuleren: §5 Bij elkaar zetten wat bij elkaar hoort.
Opdracht 1, 2, 3 en 4 (blz 242-243).
Hoe?
Zelfstandig of in tweetallen. Overleg fluisterend.
Hulp
De theorie in je boek (groene blokken), de uitlegvideo's en de LessonUps.
Tijd
Vijftien minuten.
Waarom?
Om te oefenen met formuleren. 
Klaar?
Lees verder in je boek.
Huiswerkopdrachten
timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

  • Je weet waar we de komende periode aan gaan werken.
  • Je kunt zinnen zo formuleren dat woorden die bij elkaar horen, bij elkaar staan.
Lesdoelen

Slide 17 - Tekstslide

Noteer de woorden die dichter bij elkaar gezet moeten worden.

In Nederland moet je om een tatoeage te laten zetten 16 jaar
of ouder zijn.

timer
0:30

Slide 18 - Open vraag

Noteer de woorden die dichter bij elkaar gezet moeten worden.

Een sollicitant kan op basis van zijn werkervaring
afgewezen worden.
timer
0:30

Slide 19 - Open vraag

Verbeter de zin door de woorden 'kan, afgewezen en worden'
dichter bij elkaar te zetten.

Een sollicitant kan op basis van zijn werkervaring
afgewezen worden.
timer
1:30

Slide 20 - Open vraag

Leesboek
Bij het onderdeel Schrijven en Formuleren werk je aan een schrijfopdracht over een gelezen boek. 
Neem de komende lessen je leesboek mee naar de lessen.

Slide 21 - Tekstslide

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencode
u2ha: ihcqy

Slide 22 - Tekstslide