3.5 Stoffen scheiden

3.5 Stoffen scheiden
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.5 Stoffen scheiden

Slide 1 - Tekstslide

HUISWERK CONTROLE
1A
WIE O WIE?
WELKE OPDRACHT?
BONUSWIEL
PARAGRAAF

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
3.5.1 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij bezinken.
3.5.2 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij filtreren.
3.5.3 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij indampen.
3.5.4 Je kunt het proces van koffiezetten beschrijven.

Veel mensen drinken graag koffie. Koffie is een warme drank, gemaakt uit koffiebonen. Koffie zetten is een vorm van scheikunde.

Slide 3 - Tekstslide

Water en zand
In een mengsel zitten twee stoffen. Die stoffen kun je uit elkaar halen. Dat noem je scheiden. Door scheiden krijg je weer zuivere stoffen. Scheiden kan op verschillende manieren.
In een glas zit een mengsel van water en zand. Laat je het glas een tijdje staan, dan zakt het zand naar de bodem. Dit noem je bezinken. Bij bezinken zakken de deeltjes vaste stof naar de bodem. Nu kun je voorzichtig het water uit het glas gieten. Het zand blijft op de bodem liggen.

Slide 4 - Tekstslide

Scheiden door te filtreren
Er blijft altijd een beetje water in de beker achter. En je kunt per ongeluk zand uit de beker gieten. Bezinken is dus niet zo’n nauwkeurige manier van scheiden.

Zand en water kun je beter scheiden door te filtreren. Bij filtreren giet je het mengsel in een trechter. In de trechter zit filtreerpapier. Het water loopt door de trechter en het zand blijft op het papier liggen. Nu heb je weer water en zand apart.

Slide 5 - Tekstslide

Water en zout
Stel je voor: je hebt een mengsel van water en zout. Al het zout is opgelost in het water. Je wilt het mengsel scheiden. Maar dat gaat niet met bezinken of filtreren, want in het water zitten geen korrels zout.
Een oplossing van water en zout kun je scheiden door indampen. Dan kook je het water weg uit het mengsel. Door het mengsel te verwarmen verdampt het water. Als al het water weg is, zit er alleen nog zout in het schaaltje

Slide 6 - Tekstslide

Koffiezetten
Veel mensen drinken graag een kopje koffie. Koffie kun je heel eenvoudig maken, bijvoorbeeld met een apparaat. Maar het kan ook met de hand.

Koffie maak je van gemalen koffiebonen. Je wilt de geur, de kleur en de smaak uit de koffiebonen in het water krijgen. Maar de gemalen koffie wil je niet in je kopje. Daarom doe je de koffie in een filter.

Slide 7 - Tekstslide

Koffiezetten in drie stappen
Koffiezetten met een filter gaat in drie stappen:

  1. Kokend water gieten op de koffie in het filter. Het water trekt de geur, kleur en smaak uit de koffie. Het water is het oplosmiddel.
  2. De deeltjes die niet oplossen, blijven achter in het filter. Die natte ‘koffieprut’ noem je het residu.
  3. De hete koffie loopt door het filter in de kan. Deze koffie noem je het filtraat.

Oplosmiddel
Residu
Filtraat

Slide 8 - Tekstslide

In sommige landen zetten ze koffie op een andere manier, zoals in Turkije. Bij Turkse koffie doe je gemalen koffie en water samen in een pan. Je kookt het mengsel en giet alles in een kopje. Nu laat je de koffie even staan, tot alle deeltjeskoffie naar de bodem zijn gezakt. Dan kun je de koffie drinken. De Turkse manier van koffiezetten gaat dus niet met filtreren, maar met bezinken.

Slide 9 - Tekstslide

Onthoud
Scheiden is de stoffen in een mengsel uit elkaar halen.

Bij bezinken zakken de deeltjes vaste stof naar beneden.
Bij filtreren blijven de deeltjes vaste stof achter in een filter.
Bij indampen kook je het water weg uit het mengsel. De deeltjes vaste stof blijven over.

Heet water trekt geurstoffen, kleurstoffen en smaakstoffen uit koffiepoeder.
De vaste stof die in het filter achterblijft, noem je het residu.
De vloeistof die door het filter loopt, noem je het filtraat.

Slide 10 - Tekstslide

Aan het werk! NOVA
Wat? 3.5 Stoffen scheiden - opdrachten 1 t/m 8
Waar? 1A: in het boek
1B:  In Magister.me in de studiewijzer mens en natuur. 
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Test Jezelf!

timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide