workshop mavo 4 Samenvatting Ordening en evolutie mavo 3

planning
- Herhaling hoofdstuk
  ordening en evolutie
-Vooruitblik ( gedrag)
-Afsluiten
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

planning
- Herhaling hoofdstuk
  ordening en evolutie
-Vooruitblik ( gedrag)
-Afsluiten

Slide 1 - Tekstslide

Ordening en evolutie

Klas 3 TL



Slide 2 - Tekstslide

Indeling organismen

We letten bij het ordenen op overeenkomstige kenmerken


Eerste deling: Domeinen:


-Archaea (eencelligen: lijken op bacteriën maar hebben bijzondere 

 eigenschappen)
-Eukaryoten (meercelligen: planten, dieren, schimmels en protisten)
-Bacteriën (eencelligen)


Slide 3 - Tekstslide

Verder verdelen

Domeinen

Rijken

Stam

Klasse

Orde

Familie
geslacht

Soort

Ras

Slide 4 - Tekstslide

Soorten en rassen

Dezelfde soort: kunnen onderling voortplanten en vruchtbare 

                                 nakomelingen krijgen

Ras: een groep binnen een soort met bepaalde 

          overeenkomstige kenmerken

Voorbeeld:
Soort: Hond
Ras: labrador, herder, chow chow enz. 

Slide 5 - Tekstslide

De evolutietheorie
De evolutietheorie is vanaf de 18e eeuw ontwikkeld door Charles Darwin. 
De theorie is niet te bewijzen. Er zijn wel veel feiten die de theorie ondersteunen. 
De feiten zijn de argumenten voor de evolutietheorie. 


De evolutietheorie gaat uit van:

- variatie in genotypen 
- natuurlijke selectie
- het ontstaan van nieuwe soorten

Slide 6 - Tekstslide

Variatie in genotype
  • Geslachtelijke voortplanting > nieuwe genotypen


  • Nieuwe genotypen > Nieuwe fenotypen

Slide 7 - Tekstslide

survival of the fittest
Natuurlijk selectie 

* de best aangepaste
* beste schutkleur
*de snelste/grootste/ langste


Slide 8 - Tekstslide

Het ontstaan van nieuwe soorten
Wanneer soorten van elkaar gescheiden raken en de leefomgeving verandert

Slide 9 - Tekstslide

Argumenten voor evolutietheorie

  • Fossielen
  • Rudimentaire organen
  • Overeenkomsten in:

-DNA, eiwitten en fenotypen

-Embryonale ontwikkeling
-Bouw



Slide 10 - Tekstslide

Fossielen
zachte delen verdwijnen

harde delen
verstenen

Slide 11 - Tekstslide

Rudimentaire organen

Slide 12 - Tekstslide

Overeenkomsten
Alle dieren, dezelfde cellen

Processen in organismen werken hetzelfde (verbranding bijvoorbeeld)

De opbouw van sommige stoffen is in veel organismen hetzelfde (DNA en eiwitten)

Slide 13 - Tekstslide

De ontwikkeling van leven op aarde
Wat moet je weten:
  • de geologische tijdschaal kunnen aflezen
  • weten welke levensvormen als eerste kwamen en welke hierna kwamen
  • Evolutionaire stambomen kunnen aflezen

Slide 14 - Tekstslide

Geologische tijdschaal
Wetenschappers hebben onderzoek gedaan naar de geschiedenis van het leven op aarde. 
De geschiedenis van het leven
op aarde is verdeeld in tijdperken en periodes
 
Deze hoef je niet te kennen, maar je moet een afbeelding als deze wel af kunnen lezen!

Slide 15 - Tekstslide

stambomen en verwantschap

Slide 16 - Tekstslide

Kenmerken

*Bacterie is eencellig, voortplanting vindt plaats door deling


*Schimmel is een- of meercellig
(schimmeldraden en paddestoel)

voortplanting vindt plaats door

deling (eencellig) 

of sporen (meercellig)

Slide 17 - Tekstslide

Nuttig of schadelijk?

Nuttig:

+  bacteriën en schimmels zijn reducenten dus ruimen op

+ bacteriën zorgen voor een goede balans in je darmen
+ bacterien en schimmels worden gebruikt in de biotechnologie, ze maken 
   yoghurt, alcohol (gist) en rijzen je brood
+ sommige schimmels zijn eetbaar


Schadelijk:

-  laten voedsel bederven
-  kunnen een schimmelinfectie of bacteriële infectie veroorzaken


Slide 18 - Tekstslide

Indeling in het plantenrijk
* Mossen
* Paardenstaarten
* Varens
* Zaadplanten (naaktzadigen en bedektzadigen)

Slide 19 - Tekstslide

Mossen
- Sporen ontstaan in sporendoosjes

Slide 20 - Tekstslide

Paardenstaarten
- sporen ontstaan in sporenvormende orgaantjes aan het uiteinde van de stengels

Slide 21 - Tekstslide

Varens hebben sporenhoopjes

Slide 22 - Tekstslide

Zaadplanten
  • Wortels, stengels, bladeren
  • Wel bloemen
  • Voortplanting door zaden


Slide 23 - Tekstslide

Zaadplanten
  • Naaktzadigen

        - Zaden tussen de schubben (kegels)

        - Bladeren meestal naaldvormig

  • Bedektzadigen

        - Zaden in vruchten

        - Bladeren niet naaldvormig

Slide 24 - Tekstslide

sporenplanten

Slide 25 - Tekstslide

Symmetrie
Dieren zijn
- niet symmetrisch
- tweezijdig symmetrisch
- veelzijdig symmetrisch

Slide 26 - Tekstslide

Uitwendig skelet
Inwendig skelet

Slide 27 - Tekstslide

Sponzen

Kenmerken:


- niet symmetrisch

skelet van stevige hoornstof

   tussen de cellen

zitten meestal vast op de 

   bodem van de zee

Slide 28 - Tekstslide

holtedieren

Kenmerken:

- veelzijdig symmetrisch

- meestal geen skelet

- leven in water

vangen hun prooi met 

   tentakels

Slide 29 - Tekstslide

Wormen
  • tweezijdig symmetrisch
  • geen skelet
  • lichaam is lang en dun

Slide 30 - Tekstslide

Stekelhuidigen

Kenmerken:

- veelzijdig symmetrisch

inwendig skelet (kalk)

- de huid is bedekt met stekels 

   of knobbels

- leeft op debodem van de zee

Zee-egel
Zeester
Zeekomkommer

Slide 31 - Tekstslide

Weekdieren

Kenmerken:


- Tweezijdig symetrisch

- Meestal een schelp of huisje

   als skelet

Inktvis
Naaktslak
Mossel

Slide 32 - Tekstslide

Geleedpotigen

Kenmerken:

- tweezijdig symetrisch

- uitwendig skelet in de vorm van 

   een pantser

- vervellen 

1   insecten (6 poten)

2  spinachtigen (8 poten)

3  kreeftachtigen (10-14 poten)

4  Duizendpoten (heel veel)

Insect
6 poten
1
Spinachtigen
8 poten
2
Kreeftachtigen
10  poten
3
Veel potigen
veel poten (meer dan 10)
4

Slide 33 - Tekstslide

segmenten

Slide 34 - Tekstslide

Gelede poten
Poten zijn opgebouwd uit stukjes:
de leden

Slide 35 - Tekstslide

Gewervelden

Kenmerken:

- tweezijdig symetrisch

- inwendig skelet



1:   vissen 

2:  reptielen

3:  amfibiën

4:  vogels

5:  zoogdieren

Slide 36 - Tekstslide

kenmerken voor de indeling van gewervelden
- huid
- lichaamstemperatuur
- ademhalingsorganen
- voortplanting
- milieu

Slide 37 - Tekstslide

Determineren


Organismen die je niet kent, kun je in een domein, rijk, stam of klasse plaatsen door op de kenmerken te letten. 


Determineren is achter de naam van een organisme komen met behulp van een determineertabel of een zoekkaart.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

vragen ?
of iets dan je nog extra
uitgelegd wil hebben

Slide 40 - Woordweb