In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Tekenoppervlakte Berekenen
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de tekenoppervlakte berekenen.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten.
Wat weet je al over het berekenen van tekenoppervlakte?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is tekenoppervlakte?
Tekenoppervlakte is de ruimte binnen de grenzen van een tekening.
Slide 4 - Tekstslide
Leg kort uit wat tekenoppervlakte betekent.
Formule voor tekenoppervlakte
Om de tekenoppervlakte te berekenen, vermenigvuldig je de lengte met de breedte.
Slide 5 - Tekstslide
Geef de formule voor het berekenen van tekenoppervlakte en leg uit hoe je deze gebruikt.
Vierkante centimeter
Vierkante centimeter is de eenheid waarmee we tekenoppervlakte meten.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit wat vierkante centimeter betekent en hoe het wordt gebruikt om tekenoppervlakte te meten.
Gegeven informatie
In dit geval willen we 4 tekeningen van 16 vierkante centimeter.
Slide 7 - Tekstslide
Geef de specifieke informatie waar de les over gaat.
Berekening
Om de lengte of breedte van elke tekening te vinden, delen we de totale oppervlakte (16 cm²) door het aantal tekeningen (4).
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit hoe je de lengte of breedte van elke tekening kunt berekenen met behulp van de gegeven informatie.
Berekening (vervolg)
Laten we de berekening doen: 16 cm² / 4 = 4 cm.
Slide 9 - Tekstslide
Voer de berekening uit en laat de studenten zien hoe ze het antwoord kunnen vinden.
Antwoord
Elke tekening moet een lengte en breedte hebben van 4 centimeter.
Slide 10 - Tekstslide
Geef het definitieve antwoord en controleer of de studenten het begrijpen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.