Burgerschap: Wie vertegenwoordigen het volk?

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Politieke partijen Les 3

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

De politiek is dus onze volksvertegenwoordiging. Hoe wordt de politiek gekozen?
A
Door de burgemeester.
B
Door de Koning.
C
Door de burgers.
D
Door de minister-president.

Slide 4 - Quizvraag

Waarom zijn er politieke partijen binnen een democratie?
A
Om geld van burgers af te pakken.
B
Om de macht te grijpen.
C
Om de stem van alle burgers te laten horen.
D
Om burgers te zeggen wat ze moeten doen.

Slide 5 - Quizvraag

Politieke partijen hebben verschillende ideeën over de samenleving. Op basis van die ideeën kun je politieke partijen indelen in 3 politieke stromingen

Slide 6 - Tekstslide

= GELIJKHEID
  • De overheid moet ervoor zorgen dat er goede voorzieningen zijn voor iedereen.
  • De welvaart moet eerlijk verdeeld worden
  • De overheid moet actief ingrijpen om dat te bewerkstelligen
  • Voorzieningen als zorg moeten door de overheid geregeld worden
Sociaaldemocratische partijen

Slide 7 - Tekstslide

      = VRIJHEID
  • Individuen en bedrijven moeten zich "in alle vrijheid" kunnen ontwikkelen.
  • De overheid moet zich zo weinig mogelijk bemoeien met de samenleving.
  • De zorg kan bijvoorbeeld best door "de markt" geregeld worden.
  • De consument kiest dan vanzelf voor de meest efficiënte aanbieders.
Liberale partijen

Slide 8 - Tekstslide

= CHRISTELIJKE WAARDEN
  • De overheid moet terughoudend zijn en moet allerlei zaken aan de samenleving overlaten.
  • Zorg is niet alleen de taak van overheid, burgers kunnen dit zelf
       ook organiseren.
Confessionele partijen

Slide 9 - Tekstslide

  • Partijen die hun standpunt bepalen op basis van emoties en opvattingen van groepen in de samenleving
  • Populisten proberen de zaken waar deze groepen zich kwaad over maken via de politiek te veranderen
  • Er zijn ook partijen die worden gevormd, omdat ze wel één doel nastreven. Dit worden belangenpartijen of 'one-issue-partijen' genoemd. 
One-issue partijen

Populistische partijen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Het verschil tussen rechts en links is het verschil tussen socialisten en liberalen.
Links: grote overheid, eerlijke kansen voor iedereen, gelijke welvaart kern begrip: gelijkheid.

Rechts: Kleine overheid, zelfverantwoordelijkheid, meer marktwerking. Kernbegrip: Vrijheid.

Ook een belangrijk onderscheid dat je kan zien in het verschil is dat links over het algemeen uit gaat van de maatschappij en rechts van het individu.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat gebeurt er als een minister een voorstel heeft voor een nieuwe wet, maar de meerderheid
van de Tweede Kamer wil die wet niet?

A
De wet komt er toch, want de minister is belangrijker dan de Tweede Kamer
B
De wet komt er niet, want een meerderheid van de Tweede Kamer moet ermee instemmen
C
De wet komt er niet, want zowel de minister als de leden van de Tweede Kamer moeten de wet goed vinden

Slide 14 - Quizvraag

Hoe noem je een land waarin mensen op andere mensen stemmen die hen dan
vertegenwoordigen?

A
Dictatuur
B
Parlementaire democratie
C
Vertegenwoordigersland

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer?
A
150
B
75
C
200

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer?
A
150
B
75
C
200

Slide 17 - Quizvraag

Wat gebeurt er als een minister een voorstel heeft voor een nieuwe wet, maar
de meerderheid van de Tweede Kamer wil die wet niet? = moeilijke vraag
A
De wet komt er toch, want de minister is belangrijker dan de Tweede Kamer
B
De wet komt er niet, want een meerderheid van de Tweede Kamer moet het er mee eens zijn
C
De wet komt er niet, want zowel ministers als de leden van de Tweede Kamer moeten de wet goed vinden

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Link