T&L taalraadsels en meer: laatste week voor de vakantie

Taalpuzzels
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taalpuzzels

Slide 1 - Tekstslide

Wat staat hier?
sutsuguaaa 13a3 gadrednodad poao reewwa raakleae neizaz ewaw.

Slide 2 - Tekstslide

achterstevoren lezen en de eerste twee letters weghalen
We zien elkaar weer op donderdag 31  augustus

Slide 3 - Tekstslide

Als 75% van een groep de eerste vraag van een test goed beantwoord heeft en 55% de tweede vraag goed beantwoord heeft
en 20% beide vragen fout heeft beantwoord.

Welk percentage heeft dan beide antwoorden goed beantwoord?
A
20%
B
50%
C
30%
D
40%

Slide 4 - Quizvraag

Antwoord
Stel de groep bestaat uit 100 mensen.
Van de 100 mensen hebben 20 mensen (20%) geen goed antwoord gegeven. Oftewel 80 mensen hebben tenminste 1 goed antwoord gegeven.
75 van deze 80 mensen hebben vraag 1 goed (75% van alle 100 hadden namelijk vraag 1 goed) . Oftewel er zijn 5 mensen die vraag 1 niet correct hebben (maar ook niet alles fout hebben).
Er zijn (80-55=)25 mensen die vraag 2 niet goed hebben beantwoord maar wel 1 vraag goed hebben.
Er zijn dus 80 - 5 - 25 = 50 mensen die beide vragen goed hebben beantwoorden. 
Dus antwoord D is goed.
Echt een topprestatie als je dit raadsel goed hebt !!



Slide 5 - Tekstslide

sochus enn savez sachies belluh 
hyrr senue pazjend

Slide 6 - Tekstslide

's Ochtends en 's avonds zachtjes bellen, hier zenuwpatiënt. 

Slide 7 - Tekstslide

Deel 30 door een half en tel er 10 bij op. Wat is de uitkomst? 

Slide 8 - Tekstslide

70
30/ 0,5 = 60
+10 = 70

Slide 9 - Tekstslide

Raadsel
Iemand heeft een kast met 12 rode en 8 zwarte sokken die door elkaar liggen. Het is pikdonker. Hoeveel sokken moet hij pakken om een gelijk gekleurd paar te hebben? 

Slide 10 - Tekstslide

Drie

Slide 11 - Tekstslide

Een dokter in Nijmegen heeft een broer in Maastricht, maar die broer in Maastricht heeft geen broer in Nijmegen. Hoe zit dat? 

Slide 12 - Tekstslide

De dokter is een vrouw.

Slide 13 - Tekstslide

Raadsel
In een vijver bevindt zich allereerst één bloemetje. 
Na twee minuten zijn er twee bloemetjes.    
Iedere minuut verdubbelt het aantal bloemetjes zich. 
Om twaalf uur 's middags is de vijver helemaal vol. 
Op welk tijdstip is de vijver voor de helft gevuld? 

Slide 14 - Tekstslide

1 minuut voor twaalf

Slide 15 - Tekstslide

Crypto
Politieman die de arrestatie verricht
17 letters

Slide 16 - Tekstslide

Antwoord:
Verzekeringsagent

Slide 17 - Tekstslide

crypto
Haar 100 m2 is zonderling
(4 letters)

Slide 18 - Tekstslide

antwoord
rare

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Antwoord
De A zit als enige niet op de bovenste rij van een toetsenbord.

Slide 21 - Tekstslide

i-dicht

Wind zingt, sist, grinnikt, grimmig gilt,
Wind dringt, tilt 't schip. 't Zwikt willig, wild,
't Schip licht zich grif, glipt klip mis, wint

Slide 22 - Tekstslide

a-saga

HAAG 8 maart - Na nacht van kabaal, smaad, schandaal zal A. van Agt als staatsman gaan. Want als Abraham Vatmaakman (AR), Karl Marx (PvdA), Hans Slapwas (VVD) hand aan hand saamgaan, dan kan Frans A. (KVP) als raadsman pal gaan staan, maar zal Van Agt naar staatswalhalla - Raad van Staat - gaan.

Slide 23 - Tekstslide

e-legende

Eerst erg speels, te speels wel, beterend steeds z'n vege pretleventje leerde het kereltje
tellen, rekenen, lezen, meten, vreemd spreken, Engels en meer, tekenen, snel welbegrepen lerend; wekenreeksen vergleden, men leerde hem zelfs het bewegen des sterrenhemels.

Slide 24 - Tekstslide

 tips

-opsommingen: ze eet vlees: merel, egel, ezel, ree, mmm, lekker

-synoniemen: in plaats van 'man' gebruik je 'vent' of 'kerel'

-begin met eenvoudige zinnen


Slide 25 - Tekstslide

Maak een zo lang mogelijke zin met als enige klinker een 'E'.

Slide 26 - Open vraag

Maak een zo lang mogelijke zin met als enige klinker een 'A'.

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Antwoord
Uit een elektrische trein komt geen rook.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

klok, tekeninstructie
Lees de volgende tekst hardop voor:

Zet je pen linksonder op je werkblad, ongeveer 2 cm boven de rand van het papier. Trek een lijn van 8 centimeter naar rechts. Trek vervolgens een lijn vanaf dat punt 5,5 centimeter omhoog. Trek dan een lijn 8 centimeter naar links en buig weer af naar beneden en trek een lijn van 5,5 centimeter. Teken binnen in dit figuur een cirkel, zo dat de lijn van de cirkel de lijnen die je net tekende niet raakt. Maak deze cirkel die je tekende nu 3x zo dik. Teken binnen deze cirkel weer een dunne cirkel, ongeveer 0,5 centimeter kleiner dan de vorige. Zet nu in het bovenste puntje van de binnenste cirkel een dikke stip. Zet ook stippen op het uiterste puntje rechts, onder en links van de binnenste cirkel. Zet een hele dikke stip in het midden van de binnenste cirkel. Teken vanaf dit punt een pijl schuin naar onder, zodanig dat de pijl ongeveer 2 centimeter lang is en 1 centimeter links van de onderste stip uitkomt. Teken vervolgens vanuit het middelste punt een pijl van 1,5 centimeter naar links, zo dat de pijl 0,5 centimeter lager loopt dan een horizonta¬le lijn.
Schrijf bij de punt uiterst rechts een 3.
Schrijf bij de punt uiterst links een 9.
Schrijf bij de bovenste punt een 12 en de onderste punt een 6.
Laat je tekening allemaal zien.

Slide 31 - Tekstslide

 Zeven over half negen

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Antwoord
Het antwoord is 32 jaar.

Het totaal van het team was eerst 11 x 22 jaar = 242 jaar
Als nu het gemiddelde 21 jaar is, dan heb je met 10 spelers (10 x 21) een som van 210 jaar.
Het verschil tussen beide:
X= 242-210, X = 32 jaar.



Slide 34 - Tekstslide

Geniet van je tosti en van je vakantie!!!

Slide 35 - Tekstslide