H4_P2_ los interrogativos_vraagwoorden

Los interrogativos
De vraagwoorden
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Los interrogativos
De vraagwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Welke woorden gebruik je in het Nederlands om iets te vragen?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

¿cómo?
¿qué?
¿cuánto?
¿quién?
¿dónde?
¿cuándo?
¿cuál?
wie
hoe
waar
wanneer
hoeveel
wat
welk

Slide 4 - Sleepvraag

Pregunta: ¿Cómo te llamas?
vertaling: .....
antwoord in hele zin: .....

Slide 5 - Open vraag

¿Cuántas personas hay en este Lessonup?
vertaling: ....
respuesta: .....

Slide 6 - Open vraag

¿Con quiénes vas a hablar esta noche?
vertaling: .....
respuesta: .....

Slide 7 - Open vraag

Pregunta: ¿Qué has hecho este fin de semana?
vertaling: .....
antwoord in hele zin: .....

Slide 8 - Open vraag

¿Por qué quieres aprender español?
vertaling: .....
respuesta: .....

Slide 9 - Open vraag

¿Cuál lugar o cuál país prefieres para ir de vacaciones?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Link