Examentraining - 1A Chronologie

Historische vaardigheden
1. Chronologie en kenmerkende aspecten
2. Causaliteit
3. Werken met bronnen 
4  Continuïteit en verandering
5. Standplaatsgebondenheid
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Historische vaardigheden
1. Chronologie en kenmerkende aspecten
2. Causaliteit
3. Werken met bronnen 
4  Continuïteit en verandering
5. Standplaatsgebondenheid

Slide 1 - Tekstslide

Chronologie
 Chronologie = de hulpwetenschap voor het lokaliseren van gebeurtenissen in de tijd.

Dus: gebeurtenissen in  de goede tijdvolgorde zetten.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke tijdsindelingen ken je?

Slide 4 - Woordweb

Elk examen begint met een chronologie vraag over alle tijdvakken.


Chronologie vraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Stappenplan

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

In het examen staat vaak ook nog een chronologie vraag over 1 specifieke HC.

(zie hiernaast)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 1 (chronologievraag)

Noteer de nummers van de volgende zes feiten in volgorde van vroeger naar later.
1 Antwerpen verliest Zijn economische positie.
2 Antwerpen wordt het belangrijkste handelscentrum in de Nederlanden.
3 Brugge wordt het belangrijkste handelscentrum in de Nederlanden.
4 De Nederlandse Opstand begint.
5 Hertog Filips de Goede van Bourgondië begint met centralisatie en staatsvorming in de Nederlanden. 6 Karel V en Filips II gaan door met centralisatie en staatsvorming in de Nederlanden.

Slide 13 - Open vraag

Tips!

Soms wordt zo'n chronologie vraag extra ingewikkeld gemaakt. Laat je niet van de wijs brengen en zoek de herkenningspunten

Schrijf op je toetsblad de naam van de tijdvakken erachter!

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen
Probeer de opdrachten te maken, lukt dat?

Slide 15 - Tekstslide

De tijdvakken, 
hoe zat het ook alweer?

Slide 16 - Tekstslide

Noem zoveel mogelijk tijdvakken die je nog kent

Slide 17 - Open vraag

10 tijdvakken

Slide 18 - Tekstslide

Tijdvakken voor het examen havo (Nederland)

Tijdvak 5 - Tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600_
Tijdvak 6- Tijd van regenten en vorsten (1600-1700)
Tijdvak 7 - Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)
Tijdvak 8 - Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)
Tijdvak 9 - Tijd van Wereldoorlogen (1900-1950)
Tijdvak 10 - Televisie en computer (1950-nu

Slide 19 - Tekstslide

Chronologie (westerse wereld + examen)

Prehistorie en oudheid  (alleen VWO)
Middeleeuwen (alleen VWO)
Vroegmoderne tijd 
Moderne tijd  

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Tijdvak 5 & 6 & 7 (vroegmoderne tijd)


- Tijdvak 5 --> 1500 - 1600 (zestiende eeuw)
- Tijdvak 6 --> 1600 - 1700  (zeventiende eeuw) (Gouden eeuw)
-  tijdvak 7 --> 1700-1800 (achttiende eeuw)



  

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht
  1. Schrijf in je schrift tijdvak 5 en laat 10 regels open, doe het zelfde voor tijd van 6 en 7.
  2. Schrijf met hulp van de ka's, de filmpjes van Jort, internet in steekwoorden de belangrijkste kenmerkende op van deze tijd.
  3. Welke belangrijke gebeurtenissen / personen / begrippen / veranderingen horen specifiek bij deze periode?

Slide 23 - Tekstslide

VB: Tijdvak 5 - ontdekkers & hervormers (in het kort) 
- 1500-1600 (zestiende eeuw) 
- Drie grote veranderingen: 
  • De ontdekkingsreizen: Spanjaarden en Portugezen als Eerste Europeanen de wereld over. 
  • De Renaissance:  Rijke Italiaanse families krijgen opnieuw intresse in de klassieke oudheid. (kunst, wetenschap) 
  • De Reformatie:  Splitsing in de kerk die zorgden voor twee groepen: protestanten en katholieken.

Slide 24 - Tekstslide

Tijdvak 6 Regenten en Vorsten

Slide 25 - Tekstslide

Tijdvak 7

Slide 26 - Tekstslide

Moderne tijd 1800- nu
19e eeuw -1800-1900
20e eeuw - 1900-2000
21e eeuw - 2000- nu

Slide 27 - Tekstslide

Tijdvak 8 - Burgers en stoommachines
(1800-1900)

Slide 28 - Tekstslide

Tijdvak 9
  • De tijd van wereldoorlogen 
  • 1900 - 1950

Slide 29 - Tekstslide

Tijdvak 10
  • De tijd van televisies en computers. 
  • Van 1950 tot nu.

Slide 30 - Tekstslide

Hoe ziet chronologie eruit op het examen?


Markeer de vragen waarin chronologie wordt gevraagd.

Slide 31 - Tekstslide