Thuisonderwijs w 3 les 4 - kommagetallen optellen

Herhalen Herhalen Herhalen!!
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhalen Herhalen Herhalen!!

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent decimaal?

Slide 2 - Woordweb

Bij welke getallen rond je naar beneden af?

Slide 3 - Open vraag

Bij welke getallen rond je naar boven af?

Slide 4 - Open vraag

Welke breuken en kommagetallen horen bij elkaar?
2/3
3/4
1/8
1/2
0,5
0,125
0,75
0,66

Slide 5 - Sleepvraag

Sleep de juiste breuk naar het bijbehorende kommagetal!
(sommige kommagetallen horen bij meerdere breuken!)
0,5
0,25
0,1
0,2
1/2
1/10
1/4
1/5
5/10

Slide 6 - Sleepvraag

26=
1040=
48=
525=
Haal de helen eruit, met kommagetallen
4
5
3
2

Slide 7 - Sleepvraag

Rond het getal af op een tiental.

Slide 8 - Tekstslide

Rond het getal af op een tiental.

Slide 9 - Tekstslide

Rond het getal af op een tiental.
Tekst

Slide 10 - Tekstslide

Rond het getal af op een honderdtal.

Slide 11 - Tekstslide

253 + 396 ≈

Slide 12 - Open vraag

671 – 171 ≈
rond af op tientallen

Slide 13 - Open vraag

decimale getallen





of kommagetallen

Slide 14 - Tekstslide

Splitsen
3,85 kun je splitsen:
3+0,80+0,05

Slide 15 - Tekstslide

splitsen
1,45

Slide 16 - Open vraag

splitsen
67,23

Slide 17 - Open vraag

Splitsen
8,19

Slide 18 - Open vraag

Splitsen
35,71

Slide 19 - Open vraag

LESDOEL 2
Ik kan optellen en aftrekken met kommagetallen.


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Cijferen: + en - met kommagetallen
  • Let op , je zet alle komma's onder elkaar
  • Vul aan met nullen
Voorbeeld:   12,345 + 3,04 + 0,0045 =

Slide 22 - Tekstslide

Cijferen: + en - met kommagetallen
Nog een voorbeeld:   12,345 - 3,05 = 

Slide 23 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan met kommagetallen cijferend optellen en aftrekken 

Slide 24 - Tekstslide

Stappenplan

1:  Maak de getallen achter de komma gelijk. Dat doe je door er een 0 achter te zetten
2: Zet de getallen onder elkaar.
3:Reken van rechts naar links

7 kg - 1,3 kg.

Slide 25 - Tekstslide

13,75+4,38=......

Slide 26 - Open vraag

5-3,8=

Slide 27 - Open vraag

23,83-4,64=

Slide 28 - Open vraag

5=2,6+.....

Slide 29 - Open vraag

25,92+4,38=...... (gebruik een ,)

Slide 30 - Open vraag

5-3,8=

Slide 31 - Open vraag

1,1 + 1,44 =

Slide 32 - Open vraag

1,62 + 3,5687

Slide 33 - Open vraag

8,1 - 0,91 =

Slide 34 - Open vraag