Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Taal Actief - Blok 4 les 9
Thema 4 - Les 9
Wat heb je nodig:
* taalboek blz. 124/125
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Taal
Basisschool
Groep 7
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Thema 4 - Les 9
Wat heb je nodig:
* taalboek blz. 124/125
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
VERGELIJKING
(met of zonder als)
ALSOF HET LEEFT
Het gevaar loert om de hoek
Hij is het zwarte schaap van de familie
Dat staat als een paal boven water
De tijd vliegt voorbij
Die verkoper is een gladde aal
Mijn bed kijkt me uitnodigend aan
Slide 4 - Sleepvraag
Letterlijk & figuurlijk
-Letterlijk: je bedoelt precies wat er staat
-Figuurlijk: je bedoelt
niet
precies wat er staat, er wordt een beeld (figuur) gebruikt om het duidelijker te maken.
Bijvoorbeeld:
Vlinders in je buik hebben.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de figuurlijke zin?
A
Britte is het feestvarken.
B
Britte viert een feestje.
C
Britte is vandaag jarig.
Slide 6 - Quizvraag
Welke 2 zinnen hebben figuurlijk taalgebruik?
A
Iedereen werkte zich een ongeluk.
B
Er is een ongeluk gebeurd.
C
Jurre schrikt zich een ongeluk.
Slide 7 - Quizvraag
Welk woord past op de puntjes?
A
koe
B
tijger
C
pauw
D
poes
Slide 8 - Quizvraag
Welk woord past op de puntjes?
A
haantje
B
hoedje
C
hemeltje
D
boekje
Slide 9 - Quizvraag
Bevat de zin beeldspraak en is het letterlijk of figuurlijk? Kies!
wel
beeldspraak
geen
beeldspraak
letterlijk
figuurlijk
Slide 10 - Sleepvraag
Bevat de zin beeldspraak en is het letterlijk of figuurlijk? Kies!
wel
beeldspraak
geen
beeldspraak
letterlijk
figuurlijk
Slide 11 - Sleepvraag
In welke zin staat beeldspraak?
A
Hij is zo bang als een wezel.
B
Hij is bang voor spinnen.
Slide 12 - Quizvraag
In welke zin staat beeldspraak?
A
De bomen laten hun bladeren vallen.
B
De bomen staan in het bos.
C
De bomen fluisteren haar naam.
D
De bomen worden gekapt.
Slide 13 - Quizvraag
Welke beeldspraak komt in deze zin voor?
Ze is zo licht als een veertje.
A
Een vergelijking
B
Iets zeggen over een ding, alsof het leeft
Slide 14 - Quizvraag
Welke beeldspraak komt in deze zin voor?
Mijn hart maakte 3 sprongetjes van blijdschap.
A
Een vergelijking
B
Iets zeggen over een ding, alsof het leeft
Slide 15 - Quizvraag
Wel of geen beeldspraak?
Hij is aardig.
A
Beeldspraak
B
Geen beeldspraak
Slide 16 - Quizvraag
Is beeldspraak letterlijk of figuurlijk?
A
Letterlijk, het is echt zoals het bedoeld is
B
Figuurlijk, het is niet zoals het bedoeld is
Slide 17 - Quizvraag
Welke beeldspraak betekent:
heel erg balen?
A
Balen als een ezel
B
Balen als een koe
C
Balen als een stekker
D
Balen als een stoel
Slide 18 - Quizvraag
Raad de beeldspraak
Kies een beeldspraak die we al hebben gehad of misschien weet je er zelf eentje.
Maak hier een tekening van.
Schrijf de beeldspraak op de achterkant.
Eind van de les: RADEN!
Slide 19 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
TA7 8.2.9 beeldspraak
Oktober 2023
- Les met
25 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
TA7 8.2.9 beeldspraak
Juli 2023
- Les met
22 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
32. Thema 4 les 9 beeldspraak
November 2021
- Les met
29 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Thema 4 les 9 beeldspraak
November 2022
- Les met
20 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Praktijkbeoordeling Beeldspraak
19 dagen geleden
- Les met
31 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Beeldspraak
Januari 2022
- Les met
12 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Taal les 2 thema mysteries
Januari 2021
- Les met
13 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Beeldspraak huiswerk
Januari 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2