Wijzer! hoofdstuk 4 les 2 Eten om te leven

Hoofdstuk 4 Weet wat je eet
Les 2 : eten om te leven



1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 Weet wat je eet
Les 2 : eten om te leven



Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je vanmorgen ontbeten?

Slide 2 - Open vraag

Je leert vandaag:
- Waarom je goed moet eten en drinken.
- Welke stoffen je nodig hebt en waarom.

Slide 3 - Tekstslide

Waarom is het goed om gezond te eten en drinken?

Slide 4 - Woordweb

Eten geeft je energie 

         

Een auto rijdt niet zonder benzine en een telefoon werkt niet met een lege batterij.


Jouw ontbijt geeft je in de ochtend meteen de energie die je nodig hebt om te leren, te werken, te sporten en te spelen!

Slide 5 - Tekstslide

Eten om te leven
Om de hele dag te kunnen leren, spelen, gamen heb je energie nodig. Energie zit in brandstof. Eten en drinken zijn onze brandstoffen.

Eten en drinken doe je elke dag. Alles wat we eten noemen we voedsel.
Je hebt de stoffen uit voedsel nodig om te kunnen groeien, bewegen, warm te blijven én om gezond te blijven.

Het is handig dat je weet welke stoffen in je eten en drinken zitten en hoeveel je lichaam daarvan nodig heeft.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat is een kcal (calorie)?
A
De hoeveelheid energie in voedsel
B
Het gewicht van het stuk voedsel
C
Hoeveel gram suiker er in zit

Slide 8 - Quizvraag

Waar kan je zien hoeveel energie er in voedsel zit?
A
Dat moet je zelf uitzoeken
B
Staat in de winkel op de rekken
C
Op de zij- of achterkant van een product
D
Dat kan je niet weten

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

brandstoffen
  • Vet


  • zetmeel


  • Suikers


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Waarom heeft je lichaam energie nodig?
A
om te eten
B
voor beweging en warmte
C
voor warmte
D
om te kunnen sporten

Slide 13 - Quizvraag

Waar zitten veel vetten in?
A
Fruit
B
Olijfolie
C
Koeken
D
Melk

Slide 14 - Quizvraag

Waar zitten veel suikers in?
A
Fruit
B
Kaas
C
Snoep
D
Boter

Slide 15 - Quizvraag

brandstoffen en bouwstoffen
Voedingsstoffen bestaan uit:
1. brandstoffen en 
2. bouwstoffen.
Alles wat je doet kost energie, daar heeft je lichaam brandstoffen voor nodig.
bouwstoffen zijn stoffen in eten die ervoor zorgen dat je groeit.

Slide 16 - Tekstslide

bouwstoffen
Belangrijkste bouwstoffen zijn 
eiwitten.

Deze zorgen voor de groei van spieren, botten en de huid. 
Wondjes genezen door bouwstoffen.

Slide 17 - Tekstslide

eiwitten

  • bouwstof 



  • Te veel? 
       Dan brandstof

Slide 18 - Tekstslide

eiwitten zitten in:
A
fruit
B
vlees, vis, melk en eieren
C
groente
D
alleen ei

Slide 19 - Quizvraag

Waar zitten de meeste eiwitten in?

A
de kaas
B
een gekookt ei
C
volkoren brood
D
snoep

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Waar zorgen de bouwstoffen in je in je eten voor?

Slide 22 - Open vraag

Welke producten met eiwitten at jij vanmorgen?

Slide 23 - Open vraag