Herhaling H4 Is er werk voor jou?

H4 Is er werk voor jou?
3BBL
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4 Is er werk voor jou?
3BBL

Slide 1 - Tekstslide

Planning
10 min - Herhaling H4.3 + H4.4
25 min - Plusopdrachten maken 

Slide 2 - Tekstslide

CAO = collectieve arbeidsovereenkomst
Hierin staan de 
gezamenlijke afspraken
over de arbeidsvoor-
waarden van een 
bedrijfstak

Slide 3 - Tekstslide

Bruto- en nettoloon
  • Brutoloon = afgesproken loon met werkgever 
  • Nettoloon = brutoloon - (loonbelasting + sociale premies)

  • TIP: BRUTOLOON IS ALTIJD HOGER DAN NETTOLOON

Slide 4 - Tekstslide

Brutoloon naar Nettoloon
Brutoloon 
Premies -
Belasting - 
---------------------
= Nettoloon

€1850
€90
€165 -
€1595

Slide 5 - Tekstslide

Maak de volgende zinnen kloppend door de juiste woorden te kiezen.
 
1 Als je ergens gaat werken, dan teken je een
arbeidsovereenkomst / cao.

Slide 6 - Tekstslide

Gezamenlijke afspraken over de arbeidsvoorwaarden in een bedrijfstak staan in een
arbeidsovereenkomst / cao.

Slide 7 - Tekstslide

Het nettoloon van Selin is € 2.111 per maand. 
Ze betaalt maandelijks € 190 aan belasting en € 165 aan sociale premies.
Bereken het bruto maandloon van Selin.

Slide 8 - Tekstslide

Minimum jeugdloon

  • Ben je tussen de 15 en 21 jaar bent, geldt het minimumjeugdloon. 
  • Bij elke leeftijd is dat een percentage van het minimumloon. Hoe jonger, hoe lager het minimumjeugdloon is.

Slide 9 - Tekstslide

Minimumjeugdloon 2023

Slide 10 - Tekstslide

Werkgevers zijn verplicht om hun werknemers minimaal het minimum(jeugd)loon te betalen.
Leg uit waarom het minimumloon werknemers beschermt.

Slide 11 - Tekstslide

Arbeidsmotieven

Slide 12 - Tekstslide

arbeidsmotieven

Slide 13 - Woordweb

Productiesectoren
  1. Agrarische sector
  2. Industriële sector
  3. Dienstverlenende sector 

Slide 14 - Tekstslide

De brandweerman, hoort hij bij de agrarische-, industriële-, of dienstverlenende sector?

Slide 15 - Open vraag

Arbeidsverdeling
  • Arbeidsverdeling = iedereen doet zijn of haar eigen werk (taken)
  • Kun jij een voorbeeld noemen van arbeidsverdeling op school?
  • Waarom is arbeidsverdeling belangrijk?

Slide 16 - Tekstslide

Leidinggevend of uitvoerend werk
Leidinggevend werk

Bij leidinggevend werk vertel je andere mensen wat zij  moeten doen en ben je verantwoordelijk voor het resultaat.​ 

Uitvoerend werk

Bij uitvoerend werk krijg je opdrachten van je baas en die voer je uit.

Slide 17 - Tekstslide

Elzo heeft een loodgietersbedrijf met Enzo heeft een loodgietersbedrijf met zes werknemers. Is hij leidinggevend of uitvoerend?


Slide 18 - Open vraag

Susanne heeft een vakantiebaantje op een kwekerij.
is zij leidinggevend of uitvoerend?

Slide 19 - Open vraag

(on)geschoold werk 
Ongeschoold
Geschoold

Slide 20 - Tekstslide

Herhaling H4.3 + H4.4

Slide 21 - Tekstslide

Als het aanbod groter is dan de vraag
Aanbod van arbeid
Vraag naar arbeid
>
Werkloosheid

Slide 22 - Tekstslide

Van wie komt het aanbod van werk?

Slide 23 - Open vraag

Van wie komt de vraag naar arbeid?

Slide 24 - Open vraag

Werkgelegenheid
= Alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid. 

Slide 25 - Tekstslide

de werkgelegenheid bij een fabriek bestaat uit 600 voltijd arbeidsplaatsen.
Toch werken er meer dan 600 mensen.
Leg uit hoe dit mogelijk is..

Slide 26 - Open vraag

Werklozen
Beroepsbevolking

Beroepsbevolking:
Alle mensen tussen 15 en pensioen-leeftijd die werken of werkloos zijn


Werkzame    beroepsbevolking:
Het werkzame deel van de beroepsbevolking

Slide 27 - Tekstslide

de beroepsbevolking in Leiden bestaat uit 56 000 mensen.
Van die beroepsbevolking is 6% werkloos.
Bereken het aantal werklozen in Leiden

Slide 28 - Open vraag

Wit werk

Betaald werk, waarover belasting en sociale premies wordt betaald.
Grijs / zwart werk

- grijs werk: onbetaald werk


- zwart werk: betaald werk, zonder belasting en sociale premies te betalen.
Dit is strafbaar!

Slide 29 - Tekstslide

Werkloos
Wanneer ben je werkloos?
  • Tussen de 15 jaar en pensioensleeftijd
  • Geen baan hebt
  • Actief naar werk zoekt 

Ben je werkloos? --> melden bij UWV (uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen)
Geregistreerde werkloosheid = mensen tussen de 15 jaar en pensioensleeftijd die zich inschrijven bij het UWV as werkzoekende.
Verborgen werkloosheid = werkzoekenden die niet geregistreerd zijn bij het UWV.

Slide 30 - Tekstslide

Soorten werkloosheid
  1. Conjucturele werkloosheid
  2. Structurele werkloosheid
  3. Seizoenswerkeloosheid
  4. Regionale werkloosheid
  5. Frictiewerkloosheid



Slide 31 - Tekstslide

Conjuncturele werkloosheid = tijdelijk. Gevolg van daling van de vraag naar goederen en diensten door vermindering van koopkracht.

Slide 32 - Tekstslide

Structurele werkloosheid
Structurele werkloosheid is het gevolg van veranderingen in de aanbodkant van de economie,

bijvoorbeeld:
  • bedrijven maken verouderde producten niet langer
  • robots nemen mensenwerk over
  • bedrijven gaan in lagelonenlanden produceren
  • mensen hebben niet de juiste opleiding voor de vacatures


Structurele werkloosheid is meestal blijvend.





Slide 33 - Tekstslide

Vanaf 1960 stapte Nederland van steenkool over op aardgas. Het gevolg was dat de steenkoolmijnen in Limburg gesloten werden.
Veroorzaakte de mijnsluiting conjuncturele of structurele werkloosheid?

Slide 34 - Open vraag

Hoe heet de overheidsinstelling die je helpt een nieuwe baan te zoeken en die beoordeelt of jij recht hebt op een WW-uitkering?

Slide 35 - Open vraag

Nog meer werkloosheid!
Frictiewerkloosheid
Na opleiding of ontslag heb je tijd nodig om een nieuwe baan te vinden.

Regionale werkloosheid
In een bepaald gebied is de werkloosheid hoger dan gemiddeld 
in het land.

Seizoenwerkloosheid
Bepaald werk kan niet gedaan worden in een deel van het jaar.
Bijvoorbeeld: werk op de kermis.



Slide 36 - Tekstslide